Wat een bizar fenomeen is het soms, dat weer. En hoe bepalend. Waar we het ene moment zuchten onder de hitte, kruipen we nu weer weg in jassen en onder dekentjes. Vannacht lag ik te luisteren naar het gieren van de wind, terwijl slagregens rikketikten op het slaapkamerraam. Dan lig ik extra lekker, diep weggestopt onder die knusse dekens.
Ik zag het nooit zo, het weer was voor mij lekker of niet, terwijl ik mij haastte, onderweg naar wat dan ook. Ik keek vooral naar buiten om te weten hoe ik mijn kindjes in moest pakken, of mezelf. Ging ik met de auto of kon ik op de fiets. En in de jaren zonder auto, moest ik bedenken hoe ik zo droog mogelijk op mijn werk kwam.
het weer
Maar deze laatste maanden fascineert het me meer en meer, die lucht. Want sinds ik echt ben gaan kijken, valt me pas op hoe wonderschoon die lucht soms is. Wolkenluchten alsof ze geschilderd zijn, witte wollen luchtigheid of donker en dreigend. Soms waanzinnig mooi, als het licht erop of erdoor valt. Ik ben vaak buiten, zo heel vroeg in de ochtend. Om te wandelen of een stukje te rennen. En soms komt de zon zo prachtig op, piepen die lichtstralen tussen wolkenranden door, het zijn magische plaatjes en het veranderd zo snel.
Tijdens deze periode, waarbij corona overal is waar je ook kijkt, ben ik veelal buiten om mijn hoofd leeg te maken. Moeheid en irritatie bekruipen me soms zomaar ineens en dan wil ik luchten, laat ik de wind mijn hoofd leegblazen, zoek ik buiten naar ruimte en mijn opgeruimde natuur.
Bovenstaande foto maakte een lieve vriendin laatst, op het strand. Wat een kleurenspel, geweldig toch? Duizend keer mooier dan die televisie, daar is tegenwoordig trouwens ook maar weinig op te zien wat me boeit. Ik kijk liever naar die prachtige luchten. Of naar de achterkant van mijn oogleden, ook lekker 🙂