Wolkenluchten

Wat een bizar fenomeen is het soms, dat weer. En hoe bepalend. Waar we het ene moment zuchten onder de hitte, kruipen we nu weer weg in jassen en onder dekentjes. Vannacht lag ik te luisteren naar het gieren van de wind, terwijl slagregens rikketikten op het slaapkamerraam. Dan lig ik extra lekker, diep weggestopt onder die knusse dekens.

Ik zag het nooit zo, het weer was voor mij lekker of niet, terwijl ik mij haastte, onderweg naar wat dan ook. Ik keek vooral naar buiten om te weten hoe ik mijn kindjes in moest pakken, of mezelf. Ging ik met de auto of kon ik op de fiets. En in de jaren zonder auto, moest ik bedenken hoe ik zo droog mogelijk op mijn werk kwam.

het weer

Maar deze laatste maanden fascineert het me meer en meer, die lucht. Want sinds ik echt ben gaan kijken, valt me pas op hoe wonderschoon die lucht soms is. Wolkenluchten alsof ze geschilderd zijn, witte wollen luchtigheid of donker en dreigend. Soms waanzinnig mooi, als het licht erop of erdoor valt. Ik ben vaak buiten, zo heel vroeg in de ochtend. Om te wandelen of een stukje te rennen. En soms komt de zon zo prachtig op, piepen die lichtstralen tussen wolkenranden door, het zijn magische plaatjes en het veranderd zo snel.

Tijdens deze periode, waarbij corona overal is waar je ook kijkt, ben ik veelal buiten om mijn hoofd leeg te maken. Moeheid en irritatie bekruipen me soms zomaar ineens en dan wil ik luchten, laat ik de wind mijn hoofd leegblazen, zoek ik buiten naar ruimte en mijn opgeruimde natuur.

Bovenstaande foto maakte een lieve vriendin laatst, op het strand. Wat een kleurenspel, geweldig toch? Duizend keer mooier dan die televisie, daar is tegenwoordig trouwens ook maar weinig op te zien wat me boeit. Ik kijk liever naar die prachtige luchten. Of naar de achterkant van mijn oogleden, ook lekker 🙂

Fris

Er is een hoop verlies om me heen, verlies van leven. Heel even voelt het alsof de narigheid van het leven de overhand krijgt op al het moois. Teveel leed, te weinig blijheid, ik zie een overduidelijke disbalans.

Op onze inderhaast geopende covid afdelingen, zijn de bedden vol, doorlopend vol. Soms is er mooi nieuws, omdat iemand naar huis mag. Soms is het verdrietig, als een leven eindigt. En altijd zijn er weer nieuwe aanmeldingen. En nee, er verblijven niet alleen maar ouderen bij ons. Afgelopen vrijdag belde ik een collega en vroeg ik hoe het met haar ging. Ze begon direct te huilen na mijn vraag. De spanning, alle emotie, en de heftigheid van dat waardeloze virus. Elke dag is het werken onder pittige omstandigheden.

De dag erna was ik al vroeg wakker, met een iets te zwaar hoofd van de wijntjes van de avond ervoor. Dankbaar liep ik met mijn gezonde lijf buiten, terwijl de wind om mijn hoofd gierde en mijn haren alle kanten op wapperden.

Naar buiten

De natuur opzoeken, ik doe het bijna elke dag. Ook op vakantie. En elke dag is mijn, soms wat muffe, hoofd bij al die mensen die momenteel gebukt gaan onder alles wat er gebeurd. En dan heb ik het niet alleen over de zieken, over hun families, of over mijn de zorgcollega’s. Mijn gedachten zijn ook bij iedereen die noodgedwongen stil moeten staan, omdat ze geen werk meer hebben. Die hun toekomst mistig zien worden, of met geknepen billen zitten te wachten tot hun bedrijf weer open mag.

Een uurtje sporten helpt, het is altijd zalig om mijn gedachten even te verzetten. Naar buiten gaan is altijd mijn redding geweest, om mijn hoofd fris te houden of weer leeg na hele heftige emoties. Want de enormiteit van alles wat er momenteel gebeurd, is veel te groot om te kunnen bevatten. Zo voel ik dat in ieder geval. Het maakt dat ik soms wat zwaar op de hand wordt, dat merk ik, en dat wil ik niet. Dus blijf ik elke dag zoeken naar de lichtpuntjes, en elke dag blijf ik ze gelukkig ook vinden. En ben ik misschien nog wel meer buiten dan anders. Hou ik me daar maar aan vast als een soort reddingsboei, en hoop ik elke dag dat er snel andere tijden aanbreken.

Mijn oma

Ik mag graag denken dat ik op mijn oma lijk, van binnen in ieder geval. Uiterlijk leken oma en ik in niets op elkaar. Mijn oma was tenger, klein, en fijngebouwd. Aan iedereen die mij kent, hoef ik verder niet toe te lichten hoe groot het verschil tussen ons was 🙂 Mijn oma was een kop of twee kleiner dan mij gok ik. En ook daarom liep ze altijd op hakken, ik heb haar in al die jaren nooit met platte schoenen gezien.

De bijgevoegde foto is genomen tijdens de Limmer kermis, en aan weerszijde van oma lopen tante Trien en ome Cor, haar broer en zus. Oma ging dansen, zonder twijfel, dat lees ik tenminste in de uitdrukking op haar gezicht. Mijn omaatje was dol op gezelligheid en ook heel erg dol op dansen. Mijn vader kreeg dat dansgen mee van zijn moeder en hij gaf hem weer door aan mij. Een fijn feestje of een zalige avond dansen, daar ben ik altijd voor te porren. Het maakt ook altijd dat ik me extra verbonden voel met haar.

Dansen

De foto schetst een prachtig tijdsbeeld, een beeld dat verloren is gegaan. De kindjes links op de foto hebben ook vast iets gewonnen op die kermis, dat vul ik voor mezelf in tenminste, want zo gaat dat met kinderen en kermis. En dan het gezicht van mijn jonge blije oma, in het midden van die foto, is wonderschoon.

Ik logeerde als jong meisje vaak bij mijn opa en oma en dat zijn dierbare herinneringen. Zus en ik sliepen dan omstebeurt in het ‘doorzakbed’. Die was favoriet, want daar lagen we gewoon het fijnste in. Dat matras had een enorme kuil in het midden en hij was knus en zacht. Samen met zus in de tobbe want een douche had oma niet. We mochten met opa mee naar de volkstuin, boontjes plukken en bossen vol met duizendschoon en zo is er nog een wereld aan beelden in mijn hoofd.

Mijn lieve oma, ik vond haar zo bijzonder. Lief en eigengereid, klein maar o zo krachtig. De foto koester ik, tezamen met alle herinneringen aan haar. En tijdens elk feestje koester ik meteen ook dat stukje van mijn oma, diep van binnen. #familie #oma

Dromen

Uit balans

Bizarre dromen, ik heb ze vaak, heel vaak. Maar dat komt vast omdat ik me ’s morgens nog alles kan herinneren, elk maf detail van elke gekke droom. Afgelopen nacht stond ik weer in de keuken van mijn opa en oma, alsof het gister was. Het doorgeefluik naar de woonkamer, het formicatafeltje met stoeltjes. De koelkast, de voorraadkast, zelfs de droppot stond er, die hele keuken stond ineens weer haarscherp op mijn vizier. Bizar toch?

Ik stond er met de liefste, in die keuken. Ook raar want die is er amper geweest, in die keuken van mijn opa en oma. Maar deze week zit ik helemaal in een dromenreeks, en elke nacht opnieuw is het raak. Zo was ik afgelopen week ook op een feest in ons dorp. Er waren live bandjes, en er was een braderie. Maar er was vooral een hele hoop gezelligheid. En ik zag heel veel oude bekenden, in ons fijne dorp, die ik al veel te lang niet heb gezien door die maffe covid. Totaal volkomen heerlijk was het.

Balans

Zou ik malende worden, denk ik dan bij het wakker worden. Of compenseer ik mijn gemis door er in de nacht over te dromen, dat kan ook natuurlijk. Ik ben geen expert, maar dat mijn hoofd zo druk is, in de donkere uren van die hele stille nachten, heeft ongetwijfeld met dat gemis te maken. Dat leven van mij helt wat eenzijdig naar één kant, net als dat leven van de meeste van jullie. Veel werken, weinig spelen, dat gaat zich op den duur wreken, daar twijfel ik echt niet aan. Die balans is nu gewoon heel erg ver te zoeken. Ik mopper niet, echt niet, want die leedlat is voor ons allemaal akelig, en elk mens heeft zijn eigen worstelingen op dit moment. Gezond zijn en blijven is een groot goed, en ik ben de laatste die dat zal onderschatten.

Zou het snel weer kunnen, bandje kijken, beetje dansen, en een biertje drinken? Samen? Hoe zalig zou dat zijn! Want dan zie ik vooral al die mensen weer, waar ik nu nog heel vaak over droom 🙂

Reisliefde

Ach die reisliefde, die is er nog niet zo lang. Als ik oprecht in mijn gevoelens spit, is die er eigenlijk pas een paar jaar. Lekker thuis vond ik prima, want lekker thuis was veilig. Maar die reisliefde groeit inmiddels met de dag. En hoe fijn thuis zijn ook is, op avontuur gaan vind ik inmiddels ook heel erg zalig. Sinds we niet meer vol gas ergens heen rijden, maar een minihuisje op wielen hebben, is mijn reisliefde nieuwe vormen aan gaan nemen.

Samen in de auto, lekker kneuterig, met een fijn muziekje erbij, zit ik zo lekker tevreden te zijn. Dat de liefste graag achter dat stuur zit, is een rasecht cadeautje, ik zit er namelijk heel graag naast. Vanuit een rijdende auto, probeer ik al die prachtige natuur die we onderweg tegenkomen, op beeld te vangen.

kist

Vaak lukt het niet, maar soms lukt het wonderwel, en dat zijn ook weer genietmomentjes. Voor mij is dat ultiem geluk, tevreden zijn met wat er is, op dat moment, samen.

Alle plekjes waar we tijdens zo’n reis logeren, die schrijf ik op een houten kist, die de liefste maakte vlak nadat we ons busje kochten. Elk weekeindje weg, en elke camping waar we zijn geweest staan erop.

Soms zou ik wensen dat ik dat jaren eerder had bedacht, dat meeschrijven, want er zijn best wat campings die er helaas niet op staan. En ondanks dat goede geheugen van mij, kan ik niet meer alles terughalen.

Gelukkig is die kist nog lang niet vol, en hoop ik dat er weer wat mooie plekjes aan worden toegevoegd. Zoals dat schattige campinkje dat we vonden, toen we vorig jaar, koud en nat, met de trein vanuit Engeland in Frankrijk aankwamen. Die hele fijne lange vakantie, die zo koud en somber begon maar eindigde in zon, prachtige routes en waanzinnig mooie natuur.

Dat houten ding met al die vakantie avonturen, blijkt een ontzettend waardevol souvenir te zijn. En ik kan niet wachten om hem helemaal vol te maken 🙂

Tijd

Tijd is een gek fenomeen, en bovenal ongrijpbaar. Het glipt tussen je vingers door, en daar helpt geen lieve moedertje aan. Met elke seconde is er steeds een beetje tijd voor altijd verdwenen. Soms lijkt iets eeuwig te duren, en soms is het in een oogwenk voorbij.

Tijd is ineens een rekbaar begrip, als je ergens met smart op zit te wachten.

In een vingerknip kan je leven op zijn kop staan. Als je ineens moeder wordt bijvoorbeeld. Want ook al is de aanloop lang zat, toch zit er in die ene dag een groot verschil. Waar die dikke buik nog onwerkelijk is, is er in een oogwenk die baby, alsof het nooit anders is geweest.

Wakker worden en slapen gaan, met een totaal andere mindset.

Liefdesverdriet of de liefde eindelijk vinden. Mooi of minder mooi.

Bruut gemis, in een oogwenk

Tijd omvat mooie herinneringen, liefdevolle of hele pijnlijke. Wie staat er nou vaak bij stil, bij de tijd die ons gegund is. Zoveel dagen die voorbij zijn, verloren wellicht of juist ten volle geleefd. We leven soms ook maar een beetje voor de kat zijn viool weg, ik wel tenminste.

Gemis

Waar ik ook ben wordt ik momenteel omringd door kerstlichtjes en de kerstgedachte. Familie en samen, het dringt zich aan je op of je wil of niet. Ik geniet van de schoonheid, en het warme sentiment. Mijn hart loopt over van liefde momenteel, ik omarm en omhels. Maar in volle hevigheid was daar ook ineens de kwetsbaarheid van het leven.

Ze kuste in de ochtend haar geliefde gedag, en diezelfde middag werd hij onverwacht uit het leven gerukt.

De enorme heftigheid van zo’n moment, dat is niet te bevatten.

Mijn hart breekt, als ik denk aan het gemis dat ze nu ervaren. Ik ben intens verdrietig, om hun enorme verdriet. Het maakt nederig en stil.

Vanmorgen realiseerde ik me, hoe cliché ik nu meteen weer denk, want die extra dankbaarheid voor elke nieuwe dag voel ik zo intens.

Dat duurt maar even, dat weet ik ook, zo werkt het nou eenmaal. Maar voor nu sta ik even stil, ik sta stil bij het gemis van dat ene leven dat zo bruut in de kiem werd gesmoord. Die nog zo waanzinnig veel had om voor te leven, maar die de kans gewoonweg niet gekregen heeft. Wat had ik hem, en iedereen die hem lief had, heel veel meer tijd samen gegund.

Rust zacht, waar je ook bent, wat laat je een enorme leegte achter. #afscheid

Eindelijk

Hij staat, eindelijk. Maar het was geen sinecure om die houten schuur te bemachtigen. Je zou het niet verwachten, toch? Precies een jaar nadat we die eerste schuur bestelden is onze tuin gewoon af. Ik kan het zelf amper geloven. Wat was die tuin een enorme lap ellende, en wat hebben we hard gewerkt om er iets moois van te maken. Containers vol met bomen, wortels en andere narigheid kwam eruit. Al was er natuurlijk nog wel een klein drama, vanzelfsprekend, als toetje toe. ‘Jullie schuur, daar rust een vloek op lijkt wel’ zei een buurvrouw treffend. Stiekem voel ik dat ook zo. Er was helemaal niets dat snel en makkelijk ging met die tuin van ons.

Na een jaar wachten, en veel gedoe, hadden we afscheid genomen van die allereerste schuur. Ik geloofde er niet meer in, dat hij ooit nog door Fonteyn geleverd zou worden. Dus annuleerde ik dat ding. Vervolgens was er nog gedoe met die aanbetaling die terug moest. Vanzelfsprekend ging dat ook niet vanzelf na een jaar ellende, had ik echt iets anders verwacht?

Na veel twijfel besloten we het nog één keer te proberen, we bestelden een andere bij Bakker de houthandel. Deze schuur was echt liefde op het eerste gezicht. En wat hoopte ik heel erg verschrikkelijk dat het nu wel zou lukken. We geloofden eigenlijk niet meer dat het zomaar ineens goed zou komen. Maar we hoefden niets te betalen tot die schuur geleverd werd, hoe fijn is dat, en stiekem vonden we deze schuur vele malen mooier dan die eerste.

Tijdens onze vakantie, een goede maand later, kregen we het verlossende telefoontje: hij was er al! Een jaar van frustratie, was in een vingerknip vergeten. Nu hoefden we alleen nog maar die enorme lading mooi hout ‘even’ naar onze tuin te sjouwen.

Mooi hout

mooi hout

Een paar weken later werd onze schuur afgeleverd. En omdat wij als laatste van die acht onder één kap, onze tuin aan het einde van die enorme pittoreske steeg hebben, was dat geen sinecure. Betonnen poeren, daksingels, dikke douglasbalken, heel veel rabatdelen, deuren, kozijnen, de lijst was eindeloos. Schitterend, al dat mooie hout, en loodzwaar, ook dat. En Cynt is geen bouwvakker dus het was best pittig, dat sjouwen. Natuurlijk regende het pijpenstelen. Uur na uur na uur, dat was nog een rasecht scheutje extra drama. Volledig in lijn met al het andere gedoe natuurlijk, die regen complementeerde alle shit.

Drieënhalf uur later en twaalf kilometer aan stappen verder lag alles in de tuin en was ik volledig kapot, echt alles deed zeer. Dankzij onze lieve, jonge en vooral sterke buurman hebben we het wel mooi geflikt. Die kwam ons helpen, toen we even dachten dat we met zijn tweetjes minstens tot middernacht bezig zouden zijn. Dat warme bad waar ik me daarna in liet zakken, voelde waanzinnig fijn, en ik kwam er vervolgens bijna niet meer uit, uit dat bad. Geen achttien meer zeg maar.

Dankzij Sten, die een prachtig potje kan timmeren, is het zo allemachtig mooi geworden. Ik kan niet uitleggen hoe razend gelukkig ik ermee ben, en ook hoe trots ik ben op het eindresultaat.

Het koste heel veel bloed, zweet en tranen. En bakken met stress, frustratie, en spierpijn, die ook. En soms wisten we oprecht niet of ons huis echt ooit eens af zou komen. Soms voelde al het geploeter gewoon wat uitzichtloos. Maar nu zitten we, na negen jaar, in de afrondende fase. Eindelijk, eindelijk kan ik ook van dat laatste stukje van ons prachtige huis gaan genieten.

Een paar weken

Is het echt pas een paar weken geleden dat we zo heerlijk in de warmte stonden, en onze dag begonnen met een duik? Het voelt als een eeuwigheid geleden dat ik elke ochtend bij de boulangerie een vers broodje haalde. Wat is dat gewone leven alweer snel gewoon, echt bizar hoe rap dat gaat. Het gemak van die wc, lekker dichtbij tijdens die nachtplas, ik ben er allang weer aan gewend. Wat zouden we graag nog even gaan, met dat busje van ons, hoe heerlijk zou dat zijn. Maar corona rukt op, en de wereld veranderd bijna dagelijks. Als je de kranten mag geloven, ben je eigenlijk nergens meer veilig.

Had het maar een kleurtje, denk ik weleens, dan waren we dat malle virus zo kwijt. Knalroze of zo, of fluoriserend. Pimpelpaars met stippeltjes, whatever. Helaas is het net zo onzichtbaar als heel veel andere, meer onschuldige, virusjes. En zijn we voorlopig helaas nog niet klaar, met dat virus, in een wereld die elke dag een tikkie meer bizar voelt.

Dordogne

En dus zijn we vol goede moed onze volgende vakantie aan het voorbereiden, naast die volle werkweek. Want dagdromen is zalig, en ik doe het zo ontzettend graag. Samen hebben we bedacht, dat we wel een groot hefdak willen, voor ons schatje. Want wij hebben maar een hele miezerige, en dus bijzonder weinig staruimte. Nu dat lichaam wat strammer wordt, en dat opstaan dan toch minder flexibel verloopt, is extra bewegingsruimte wel lekker.

Als eerste gaan we de Dordogne ontdekken volgend jaar, hadden we bedacht. Lekker om daar de komende maanden bij weg te mijmeren. Een prachtig gebied waar we nog niet zijn geweest, dus dat wordt onze stip op die horizon. Gaan we in dat rommeltempo van ons, lekker binnendoor, volgend jaar richting heel veel nieuw natuurschoon. Bijkomend voordeel is dat die rivier geen stroomversnellingen kent, volgens de boekjes dan, dus ik kan kanoën tot ik scheel zie. Hoe heerlijk zal dat zijn! Beter ook, gezien mijn talent voor dat soort zaken, ik ontbeer het volledig. Ik ben in absolute topvorm, zolang die voeten maar gewoon op de grond kunnen blijven.

Voorlopig is het vooral werken en sparen, voor dat fijne grote dak en al die extra ruimte waar ik me nu al op verheug. Nu alleen nog even zorgen dat die corona historie wordt, ik dagdroom er alvast over 🙂

Cirkel van invloed

Zouden we met heel Nederland aan die buis hebben gezeten gisteravond? Ik gok dat er maar weinig mensen waren die niet zaten te kijken, dat hoop ik tenminste. Ik vind het best spannend allemaal, wat er in de wereld gebeurd momenteel, en dat het in ons land en de landen om ons heen zo uit de hand lijkt te lopen.

Ik doe maar wat ik de laatste tijd voornamelijk deed, bijzonder weinig. En ik ben blij dat we op vakantie zijn geweest, want dat was zalig. En lekker om aan terug te denken, nu we weer een paar stappen terug moeten. Daar deed ik ook niks hoor. We gingen niet uit eten, bezochten geen marktje en bekeken geen leuke stad. Op de camping vond ik het al zalig genoeg, en afstand houden lukte daar prima.

Wankele evenwicht

Hoe kwetsbaar de hele gezondheidszorg is, merken wij dagelijks. Als we transferverpleegkundigen uit allerlei ziekenhuizen spreken bijvoorbeeld, die op zoek zijn naar een plek voor iemand. Want dat bed in dat ziekenhuis, is weer nodig voor iemand anders. En wij doen elke dag onze stinkende best om het voor elkaar te boksen, om dat lege plekje te organiseren. Met iedereen die binnen onze organisatie werkt. En dat is een uitdaging, elke dag opnieuw. Dat wankele evenwicht dat er was, voelen wij dubbel zo hard steeds wankeler worden. Maar zo ontzettend veel mensen worden geraakt, door dit drama.

Afgelopen zaterdag stond er een lading buurtkindjes bij ons aan de deur. Door de corona hadden ze besloten een maand eerder St Maarten te vieren. Wij moesten er om grinniken, om die ondeugende koppies. Met een hand vol drop vlogen ze weer door naar de volgende, schreeuwend en lachend om dat goeie idee dat ze samen hadden gebrouwen.

Ik ga weer terug naar een paar maanden geleden, en spreek onze meiden vooral weer via FaceTime, ik zwaai weer uit de verte naar mijn ouders en ik spreek helemaal niets af met anderen. Binnen mijn cirkel van invloed, draag ik met liefde elk minuscuul steentje bij. Zodat dat hele wankele evenwicht straks weer wat hersteld. Niet voor mezelf, maar voor een ander, voor elkaar. En dan hoop ik vooral dat iedereen dat probeert. Om hopelijk, heel snel, met zijn allen weer vooruit te kunnen.

Lekker knus

Een paar weken geleden moest ik terug naar dat ziekenhuis, net op het randje van die tsunami aan besmettingen, voor een foto van mijn nieren. Ik had een groen vinkje gekregen, covidvrij, dus ik mocht naar binnen. Er volgde nogal een vreemde ochtend, maar dat is jullie volgens mij niet ontgaan. Ik maakte er weer een ouderwets potje van.

Op zijn Cynts.

Vanmorgen vroeg werd ik gebeld voor de uitslag. Heel eerlijk, ik verwachtte er niet veel van. ‘Soms zijn die nierstenen niet zichtbaar op de foto maar zitten ze er nog wel’, had de uroloog al eerder gewaarschuwd. ‘En soms zie je die nierstenen niet, omdat ze al zijn uitgeplast’. Tsja, daar kon ik alle kanten mee op. Maar ik geloofde oprecht dat er niks meer te zien was. De groeten weer meid en het ga je goed. Je bent weer klaar voor een jaar of twintig.

Nierstenen

Want twintig jaar geleden had ik ook nierstenen, en lag ik in een frans ziekenhuis. Midden in de nacht werd ik met gierende sirenes naar de eerste hulp vervoerd. De liefste reed vol gas in de achtervolging, met twee kleine kinderen op de achterbank. Want waar brachten ze zijn vrouw eigenlijk heen? Nooit saai, met Cynt op vakantie 🙂 Op onze meiden maakte het behoorlijk veel indruk. Die sliepen, total loss, opgekruld bij mij in het ziekenhuisbed. Moeder lag aan een morfine infuus en de liefste ging ons kampeermiddel zoeken( waar stonden we ook alweer)

‘Nou, hij zit overduidelijk nog op dezelfde plek mevrouw, dus als hij niet spontaan loskomt, moeten we u opereren’. Damn, die had ik niet zien aankomen. Die steen heeft het lekker knus bij me, die wil nog niet vertrekken. Naast veel drinken( water natuurlijk) was hardlopen goed, de trap AF lopen en touwtje springen. Tsja. ‘Of op de trilplaat staan’, zei de uroloog kurkdroog. Ik schoot in de lach, want ik had er gelijk een beeld bij.

Cynt op een trilplaat, hoeft het niet!?

Ik verklaar hem de oorlog, die steen, ik wil absoluut van hem scheiden. Vandaag nog. Nu maar hopen dat hij niet zo eigenwijs is, als ik ben. Duimen jullie voor me?