Semi sisser

Half vijf was ik wakker, de ochtend van de onderzoeken. Een vogeltje zong me al vroeg uit mijn knusse slaap, maar wonder boven wonder had ik die hele nacht geslapen als een roos. Ik voelde me vol vertrouwen, direct al, ik voelde het diep in mijn lijf, het ging helemaal goedkomen.

Na mijn koffie, mijn vroege hardlooprondje en de rest van mijn ochtendrituelen, toog ik richting het ziekenhuis. Voor de deur realiseerde ik me dat ik mijn mondkapje vergeten was. Fuck, met mijn hoofd bij andere dingen gezeten. Dat stomme mondkapje, als ik nu nog terug moet rijden ben ik te laat. Gelukkig woont onze jongste daar bijna om de hoek, en die had er nog wel eentje voor der mams.

Na een fysiek onderzoek, foto’s en een echo was het oordeel een soort van duidelijk. ‘U hebt veel en erg onrustig borstweefsel, en er gebeurd van alles in uw borsten, daarom is het wat lastig te zien, zei de radioloog. Door de grote hoeveelheid klierweefsel en de manier waarop het zich gedraagt’. Ik hoor iets over kalkspatjes, over vochtblazen en dat er een duidelijk verschil is met vier jaar geleden. Maar dat dit waarschijnlijk door verbeterde technieken komt. ‘Er komt iets bij en er wordt ook opgeruimd’ zegt ze. Dat an sich vond ik stiekem wel grappig, waarom weet ik niet, maar ik moest erom grinniken. Veel fantasie hè, er komen meteen plaatjes voorbij, van cellen met bezempjes 🙂

Cluppie

Maar goed, er was dus nogal wat activiteit in mijn meiden. Ik kreeg heerlijk de Jip en Janneke uitleg, want wie weet er nou iets van, ik niet. Dus gaan ze over zes maanden nog eens kijken. Of er niet een aantal een cluppie zijn begonnen, die losse opruimers die ze nu zo druk zien doen, en of ze dan niet stiekem met zijn allen kwaadaardige dingen van plan zijn.

Het kan dus nog alle kanten op, maar voor nu denken ze dat het door de verbeterde technieken is dat het er zo uitziet. En ik vertrouw er volledig op dat die foto over zes maanden nog hetzelfde laat zien, geen gek cluppie met rotdingen. En mocht er toch door een stelletje onverlaten samengeschoold worden, dan zijn ze er lekker op tijd bij. Voor nu is de boodschap eigenlijk dat die borsten een stelletje druktemakers zijn, en dat er scherp op ze gelet gaat worden.

Mijn oude vader schudde zijn hoofd een beetje na die boodschap: ‘Ja, zo gaat dat kind, als je wat ouder wordt, dan ga je vaak ook wat mankeren’. Als ik dat de komende veertig jaar, steeds weer kan beamen, dan vind ik dat helemaal prima 🙂

Knobbeltje

In navolging van dat lichaamsvreemde steentje, dat het veel te gezellig heeft bij mij, bleek ik nog iets vreemds in mijn lijf te hebben. Ik voelde een knobbeltje in mijn borst, en ook best weer een flinke knikker.

Zo’n twintig jaar geleden had ik er ook eentje. Die zat veel dieper en voelde ik pas, tijdens dat borstonderzoek, toen dat gekke ding al een centimeter of zes was. In die tijd bestond de mammapoli nog niet. Dus had ik, verspreid over een aantal weken, diverse afspraken. Zus ging alle afspraken met me mee en viel bijna flauw tijdens de punctie, vast niet echt een fijn gezicht dat gepor in die tiet 🙂 Maar het was fijn om haar bij me te hebben, tijdens dat hele traject. Het bleek gelukkig een goedaardig gezwel te zijn, maar ze vonden het wel wijs om hem weg te halen. Dus ging ik onder het mes. De vrouwelijke chirurg maakt een halvemaanvormige incisie, zodat het meeliep met de vorm van mijn borst. Daardoor is dat litteken bijna onzichtbaar en eraan denken doe ik nog maar zelden.

Borstonderzoek

Maar dat borstonderzoek bij mezelf doe ik dus wel regelmatig, gezond verstand vind ik dat. Een week of wat geleden voelde ik ineens een harde knikker in mijn borst. Ik maakte me nog niet heel erg druk, ik hoopte vooral dat hij vanzelf zou verdwijnen. Een paar keer per week liet ik mijn hand langs mijn borst gaan, even checken of hij er nog zat. Maar na een week of vier zat hij nog gewoon op zijn plek, net zo hardnekkig als die niersteen.

Dus belde ik toch maar even de huisarts, en ondanks de huidige corona narigheid, kon ik twee uur later al terecht. En vervolgens zorgde hij ook dat op de mammapoli van het ziekenhuis direct een ochtend vol afspraken en onderzoeken gepland werd. ‘U mag iemand meenemen zodat u niet alleen bent’, zei de dame van de poli tegen me. Maar ik gok dat het met een sisser afloopt, daar vertrouw ik gewoon op. Daarbij vind ik het ook eenvoudiger om alleen te gaan, kan ik die ochtend even in mezelf wegkruipen en fijn stil zijn. Want ook al doe ik er wat luchtig over, stiekem is het ook een soort van spannend. Met een fijn boek, voor tussen alle onderzoeken, kom ik de ochtend wel door. Ik vind het vooral superfijn, dat ik al zo snel terecht kan. Tot die tijd hou ik mijn vingers wel gekruist, dat het inderdaad een sisser blijkt te zijn.

Hoge lat

Mezelf een doel stellen, ik kan het als de beste. Met verve zet ik een stip aan de horizon, en vol overtuiging stuur ik mezelf vervolgens die richting op. Soms is het een regelrechte worsteling om die stip te bereiken, soms geef ik het eerder op en probeer ik het na een poosje weer. En soms lukt het eenvoudigweg om die stip te bereiken, en kan ik hem enthousiast afvinken. Ik ken mezelf en mijn patroon inmiddels door en door.

En wat ook een hardnekkige gewoonte is, is dat ik mezelf amper toesta om van mijn overwinningen te genieten. Het is voor mij maar zelden genoeg, vaker kan het in mijn ogen nog wel een stapje verder. Ik ben gewend om te kijken naar meer en beter, en vergeet te kijken naar wat ik al heb bereikt. Beetje jammer weer, een soort ‘rupsje nooit genoeg’ gedrag. Ten koste van mezelf natuurlijk, want waarom doe ik dat toch steeds.

Zoals dat doel dat ik mezelf had gesteld, om weer een half uur te kunnen hardlopen. Ik heb het gekund, met gemak een paar jaar terug, en ik wilde dat weer kunnen. En dat kost nou eenmaal tijd en inzet. Zeker met dat lange, al wat krakende, lijf van mij. Toen ik het vijfentwintig minuten achter elkaar had volgehouden, en het lopen zowaar wat fijner ging, stelde ik mezelf meteen die dertig minuten als doel voor. In plaats van even te genieten van die vooruitgang, moest het weer direct beter, en meer. Zo zonde.

Doel stellen

Zo is het ook met schrijven, daar wilde ik ook een doel voor stellen, natuurlijk. Er alleen maar van genieten vond ik weer eens niet voldoende. Want ik had mezelf als doel gesteld dat ik er iets mee wilde gaan verdienen, wat dan ook. Alsof dat een bewijs was dat ik het kon, of dat het dan pas goed zou zijn. Onzin natuurlijk. Maar afgelopen zomer verdiende ik er zowaar een paar biertjes mee, met mijn stukje, en met een ander stukje twee blikken bankirai olie. Helemaal leuk. Gister kreeg ik mijn eerste aanbod voor een betaalde opdracht, wauw. Met rode gloeiwangen zat ik er stil van te zijn. Maar kon ik er vervolgens gewoon even van genieten? Nee natuurlijk niet.

Er ontstonden meteen allerlei beren op mijn weg, want hoe dan? En wat? En kan dat allemaal wel of bijt het iets? Ik maakte het weer nodeloos ingewikkeld voor mezelf, eeuwig zonde natuurlijk. Want de trots over dat mooie aanbod schoof helemaal naar de achtergrond, en ik ging met een rotgevoel naar bed.

Vanmorgen stond ik onder de douche, na mijn vroege hardlooprondje, dit blog in mijn hoofd te schrijven. En ik besloot daar, onder die warme straal, dat vijfentwintig minuten hardlopen en een betaalde opdracht gewoon al heel erg mooi van zichzelf zijn. Of ik nou betaald wordt in bossen bloemen, in een stralende glimlach of in iets anders leuks, dat is gewoon prima. Dat er mensen zijn die van mijn stukjes genieten, vind ik op zich al geweldig. En dat geld net zo goed voor dat hardlopen, of ik die dertig minuten nou nog ga redden of dat het blijft bij die vijfentwintig. Het is gewoon allemaal goed. Deze twee prachtige doelen heb ik behaald, en dat is iets om razend trots op te zijn!

Mijn lange haar

Ik he een zalige bos haar, het is dik en vol. Tot ik het zomaar ineens een beetje zat was. Want die enorme bos werd langer en langer. Voor mij wel bijzonder, want ik veranderde in de loop der jaren heel regelmatig van lengte. Dat die schaar er niet eerder ingezet is, is dus atypisch. Toen ik dertig jaar geleden net was bevallen van onze oudste, knipte ik het ook rigoureus. Van heel erg lang naar heel erg kort. Als ik die foto’s terug zie moet ik altijd een beetje slikken, gruwelijk kort was het. Gelukkig groeit het wel heel rap, dus mocht het vanmiddag echt te kort voelen, dan is het in no time weer op lengte.

Inmiddels heb ik het namelijk alweer heel veel jaren hetzelfde, lang. En het was echt wel makkelijk, met sporten of tijdens heel warm weer, kon ik het simpel omhoog steken. En het zat ook wel goed, dat haar van mij. Beetje krul, lekker soepeltjes. Ik doe er bijzonder weinig aan, behalve geregeld wassen. De lucht droogt het en klaar. Geen spulletjes erin, geen wat dan ook eigenlijk. Ik ben niet zo van getuttel.

Net als make-up, dat gebruik ik ook maar zelden.

Maar de laatste tijd zinde me gewoon niet meer, het voelde alsof de structuur van die bos ineens verandert was. Na maanden van zonneschijn en heel veel zwemmen in allerlei soorten water, was het kurkdroog geworden. Mijn straf natuurlijk, voor dat gebrek aan spulletjes stoppen in dat haar.

Als jong meisje had ik het altijd lang. En omdat het in mijn jonge jaren nog veel dikker was, zat het ook heel vaak vol met klitten en knopen. Mijn moeder knipte er regelmatig een lading knopen tussenuit, omdat de borstel er gewoonweg niet doorheen kwam. Als tiener kleurde ik het in allerlei verschillende kleuren. Het is zelfs een poosje rode koolrood geweest. Dat was ook wel weer een dingetje 🙂

Maar mijn dikke haar liet me nooit in de steek, heel trouw bleef het mooi.

Knopen

Maar de laatste tijd verdwenen mijn enthousiaste krullen door het gewicht van die lengte, droogte het uit van zon en water. En Cynt wordt een tikkie grijs, dus de structuur van dat haar wordt ook gewoon wat anders. Dralen over dat soort keuzes duren nooit erg lang, dus ging rigoureus de schaar erin. Huppetee. Gevoelsmatig verliet ik kilo’s lichter de kapsalon. Ben benieuwd hoe lang ik het deze keer volhoud, of dat ik morgen alweer begin met lengte kweken. Wie zal het zeggen…..

La belle Sandrine

Op vakantie nieuwe dingen proberen, ik ben fan. Ongepland reizen, ook fan, want elke dag is dan een verrassing, vol met nieuwe indrukken en onverwachte genoegens. Dat was absoluut zo op die fijne camping die we vonden in Seissan.

Vanuit Spanje waren we door de Bielsatunnel gereden, een wat benauwderige tunneltje vond ik eigenlijk. Maar als je dan die tunnel uitrijd, dan rijd je een wonderschoon bergschilderijtje in. Die fijne camping vonden we weer bij toeval. Op het moment dat we graag wilden stoppen, zocht ik in google maps of er iets in de buurt was et voilà. Camping Domaine Lacs de Gascogne was twee gasten rijker.

De eigenaar van de camping bleek een Nederlander, mijn pogingen om mijn Frans te oefenen ten spijt, het werd een potje welkom heten in het Nederlands. We mochten zelf een plekje uitzoeken, het zwembad zag er heerlijk uit en die avond zou er een heerlijk menu op de kaart staan. Arie was in Nederland chefkok geweest en kon dus ook nog een lekker potje koken.

fan

Fan

Intens tevreden over deze vondst zochten we een plekje voor ons schatje, plonsten we het zwembad in en zaten eind van de middag prinsheerlijk op het terras aan een wijntje. Arie verraste ons met zalige borreltjes bij het eten. Ik had nog nooit Floc gedronken en ook de Belle Sandrine was nieuw. Cynt was verkocht, en vooral die laatste vond ik fantastisch 🙂 Onnodig te zeggen dat ik sliep als een, wel ietwat benevelt, roosje die avond.

Voor we dan ook weer richting ons volgende avontuur vertrokken, heb ik in het dorpje Seissan bij de slijter wat flesjes van beide ingeslagen, je weet maar nooit waar het goed voor is tenslotte! Grijnzend gingen we weer heerlijk op avontuur, met een gevulde koelkast en een rammelende tas flessen. Potjedorie, on y va!

Nachtzuster

Die donkere maanden aan het eind van het jaar, met de gezelligheid van kaarsjes aan en van heerlijk knus, het is absoluut genieten. Maar ik ben ook altijd weer blij als ze achter de rug zijn, en het weer langer licht wordt. Want het is nog donker als ik naar mijn werk ga, en het is ook alweer donker als ik richting huis rijd. Ik voel me bij tijd en wijlen net een molletje. Net als in die periode waarin ik puur een nachtzuster was.

Het leek me prachtig werk, stervensbegeleiding, waken aan iemands zijde tijdens die donkere nacht, zodat familie even kon slapen. Dat laatste stukje van dat leven, kon iemand dan in de warme omgeving van zijn eigen huis blijven.

Veel van de mensen waar ik bij waakte, kan ik me nog herinneren, en dat zijn er echt heel veel geweest. Bart komt als eerste in mijn gedachte, dat was een hele heftige week toen ik bij hem waakte. In de stilte van de nacht, is de sfeer altijd al heel anders, en hem kende ik goed. Of bij die alleenstaande jonge vrouw, die vlakbij mij woonde. Haar hele jonge zoons gingen pas naar bed, als ik er was om voor hun mama te zorgen. Die twee waren nog veel te jong om hun moeder al te kunnen missen. Twee jonge gasten, die al een hele poos niemand meer hadden om ze even in te stoppen ’s avonds. Hun moeder was al heel erg lang, heel erg ziek en haar einde naderde. Hartverscheurend vond ik dat.

Herinneren

Of die lieve man in Castricum, hij was net zo oud als mijn ouders op dat moment waren, en die vond het zo fijn als ik hem voorlas. Soms hadden we prachtige gesprekken, en soms luisterde hij alleen maar naar mijn stem. Het raakte me, ons contact tijdens die lange nachten. En ook die keer dat ik bij de vader van mijn lagere schoolvriendinnetje binnenstapte, maakte heel veel indruk. Ze vonden het fijn dat er een bekende bij hun vader kwam waken, maar het was vooral ook moeilijk. Ook voor mij. Vertrouwd maar pittig, want de professional en de persoon moest ik gescheiden houden, en dat is soms niet zo eenvoudig.

Soms waren er in al die jaren fijne huisartsen, die je midden in de nacht altijd kon bellen. Als de pijn te hevig werd of er andere complicaties optraden, dan waren ze er voor die stervende mens maar ook voor mij. Maar er waren er ook die simpelweg weigerden te komen, ondanks mijn aandringen, en de huisartsenpost bestond toen nog niet. Dan zat ik weleens met pijn in mijn buik de hele nacht, en roeide ik met de riemen die ik had.

Huisarts

Bij een echtpaar op leeftijd weigerde die huisarts ook te komen kijken, ondanks mijn aandringen. Meneer was in de stervensfase en lag op een bed in de woonkamer, maar zijn vrouw was ook ineens heel erg ziek geworden, ze kon nog net de voordeur opendoen voor mij. Dus hielp ik haar met veel spul en moeite naar boven en in bed, en liep ik de hele nacht heen en weer tussen die twee, hopend dat er niks geks zou gebeuren. De volgende dag bleek zij een hevige aanval van gordelroos te hebben, en werd ik gebeld door de huisarts, om zijn excuses aan te bieden. Ook een zeldzaamheid trouwens, een excuus van een huisarts.

Ik zat eens nachtenlang op een houten stoeltje in de keuken, omdat het aanvaarden van die zorg thuis al zo lastig was geweest. Het was veel te confronterend als ik dan ook nog de hele nacht in dezelfde ruimte zou zitten. Dus of ik dan die nacht in de keuken wilde zitten, en alleen voor de zorg de woonkamer in wilde stappen. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Soms hield ik een hand vast, soms moest ik uit de buurt blijven, elk mens maakt dat stervensproces op zijn eigen wijze door.

Het is een aaneenschakeling geweest van dierbare momenten, mooie gesprekken en intense contacten, en het heeft me enorm veel opgeleverd. Pure rijkdom, ook al zag ik dat toen lang niet zo duidelijk als nu. Want het greep me ook aan, het werk dat ik deed. Zonder collega’s om me heen om even dingen van me af te kletsen, vond ik het werk ook zwaar en eenzaam. Het zijn, achteraf bezien, tropenjaren geweest.

Ik werk al een aantal jaren geen nachten meer, en dat vind ik zalig. Elke nacht lig ik lekker in mijn eigen bedje. Maar dat die nachten mentaal en fysiek loodzwaar zijn, dat vergeet ik nooit.

Sinterklaasavond

Toen ik nog een klein meisje was, vond ik Sinterklaas al een prachtig feest, en echt niet alleen omdat we cadeautjes kregen. Ik vond het magisch om voor even in die fantasiewereld te duiken, en dat bleef naarmate ik ouder werd. Maar sommige van die avonden staan in mijn geheugen gegrift. Zoals die keer toen ik geopereerd werd op vijf december. Toen ik na de narcose van die ochtend weer enigszins scherp was, was pakjesavond al afgelopen. G

rote zus had het meeste voor me uitgepakt. Wel bijzonder dat juist die wazige sinterklaasavond zo scherp in mijn gedachten is gebleven.

Mijn opa strooide op sinterklaasavond altijd pepernoten om de hoek van de deur. Een paar minuten later maakte hij en oma dan hun entree, en volkomen opgewonden vertelden wij dan dat ze de Sint net waren misgelopen. Zo schattig.

Eenvoudig geluk

Toen mijn zus en ik wat ouder werden, waren de sinterklaas avonden vooral hilarisch. Mijn vader moest zijn surprise vaak nog even snel in elkaar knutselen, en dan maakte hij niet altijd de slimste keuzes. Eén keer had hij van zus haar meest favoriete Grease stickers op mijn surprise geplakt. De stickers die ze vol enthousiasme gespaard had en waar ze zo zuinig op was.

Ze was woest, ook zo’n onuitwisbare herinnering 😉

Zijn surprises waren origineel, en ook zijn gedichten waren leuk. En lang. Hoe hij dat in zo’n korte tijd voor elkaar kreeg weet ik niet, maar ik heb er nog steeds bewondering voor. Ook opa en oma werden niet vergeten, ook bij hen werd er door pap wat lekkers voor de deur gezet. Driftig klopte hij dan op hun voordeur, om vervolgens snel weg te rennen. Mijn vader vond het geweldig en ook ik ben dol op dat soort acties.

Surprises

Toen onze meisjes de kleuterschool leeftijd hadden, heeft mijn moeder eens twee zwarte pietenpakken voor onze meiden gemaakt. Mijn mams was coupeuse vroeger en die pakken waren in één woord prachtig. In een doos, met een rijm erop geplakt, werden ze voor de voordeur gezet. Mijn moeder klopte hard op het raam om vervolgens samen met mijn vader in de auto te genieten van de opgewonden kreten van onze meiden.

Wat een onbetaalbaar moment was dat.

Het schoentje zetten, die opgewonden koppies, en de sint die te pas en te onpas werd gespot achter de schoorstenen op het dak. Ik vind het een fantastisch feest en dat blijf ik vinden.

Tegenwoordig maak ik een lang rijm voor iedereen, dat hardop moet worden voorgelezen. En in plaats van speelgoed, probeer ik iets passends te bedenken met een kwinkslag, want ook dat hoort bij sinterklaas. Die surprises laten we tegenwoordig wel achterwege want zonder dat is het ook genieten. Van mij mogen onze meiden nog steeds een keer hun schoen zetten, ook al wonen ze niet meer thuis. Gewoon voor de gein, en van dat liedje zingen maken ze een hele show. Dat sinterklaasfeest heeft voor mij vooral te maken met familie, met elkaar verrassen en vooral met heel veel liefde.

Dat mooie feest, dat zit diepgeworteld in mijn hart! #sinterklaas

Mijn eerste elpee

Plaatjes draaien, ik doe het zeer regelmatig. Bij het koken, soms na het werk en het is bij ons vaste prik op de vrijdagavond. Met een flesje wijn kletsen we bij aan het eind van de werkweek, onder het genot van een plaatje. Nu ik, na heel veel jaren onregelmatig werken, ook altijd de weekeinden vrij ben, nemen we het ervan. Op vrijdagavond luiden we samen het begin van onze vrije dagen in.

Ik draai hem niet vaak, mijn allereerste elpee, maar ik heb hem nog wel. Elf was ik, toen ik hem voor mijn verjaardag kreeg. Van Abba, echt een geweldige, en wat was ik dolgelukkig met dat ding. Dat ik hem zelf niet kon draaien, en dus afhankelijk was van de pick-up van mijn vader, mocht de pret niet drukken. Ik koesterde mijn allereerste en keek al uit naar mijn verjaardag het jaar erna.

Mijn buurmeisje had namelijk een platenspelertje in een plastic koffer, en ik was volkomen verliefd op dat ding. Dus was ik er volledig van overtuigd dat ik er ook eentje zou krijgen, op die volgende verjaardag, waarom had ik anders een elpee gekregen? In mijn hoofd was dat een volkomen logische conclusie.

Verjaardag

Een week voor mijn twaalfde verjaardag zijn we verhuisd, en moest ik ineens wennen aan een ander huis en een nieuwe buurt. Die laatste nacht in ons oude huis was ik enorm verdrietig, dat weet ik nog zo goed, ik wilde helemaal niet weg van dat vertrouwde plekje. Ons nieuwe huis voelde als een vakantiehuis, maar wat bleek het een ontzettende fijne plek te zijn.

Smachtend keek ik uit naar mijn verjaardag, in ons nieuwe huis ook nog eens. Dan zou die nieuwe kamer ongetwijfeld worden aangevuld met die ene pick-up, zodat ik die plaat eindelijk zelf kon draaien. In plaats daarvan kocht mijn vader een cassettedek voor me, een hele prachtige, vanzelfsprekend. En hij had een boodschap voor me opgenomen op een bandje, geweldig was dat. Die stem van pappa die ineens onder het bed vandaag kwam, mijn vader had de grootste lol om dat verraste gezicht van mij. Ik zou willen dat ik dat bandje ook nog bewaard had. Maar die ene plaat kon ik dus nog steeds niet zelf draaien.

Pap maakte de teleurstelling later meer dan goed, en jaren later kreeg ik ook nog zijn Eagles elpee, die schittert nu ook in mijn steeds groter wordende collectie. Mooie herinneringen en mooie muziek, wat een topcombinatie.

Chateau de Belcastel

Dat opschrijven van al die campings, die we tijdens onze zwerftochten tegenkomen, is een dankbaar klusje. Bij elke nieuwe plek zit ik op mijn knietjes, gewapend met een zwarte viltstift, om elke camping steeds een mooi plekje op die houten kist te geven. Zo vergeten we er geen eentje, want elke plek heeft wel iets bijzonders en dat onthouden we graag.

Deze gemeentecamping liepen we volledig toevallig tegen het lijf, terwijl we een ‘gewone’ camping aan het zoeken waren. We hadden de moed al bijna opgegeven, tot we toch nog onverwacht deze parel vonden.

Opgewekt waren we, na ons ochtendbakkie, van die andere camping vertrokken, zonder planning. Dat vinden we nou eenmaal het allerfijnste. Zolang die zon schijnt komt het altijd wel goed, ons bed hebben we tenslotte mee. En een flesje wijn en iets te eten is ook altijd wel voorhanden.

Wegrijden is ook altijd wat bitterzoet, want waar komen we nu weer terecht. Op de camping van Arie hadden we een aantal dagen echt zalig gekampeerd. En omdat Arie chefkok is geweest, hadden we ook heerlijk gegeten en gedronken. Daarbij stonden we ook nog eens helemaal alleen op dat stukje kampeerveld, dus waren die dagen gevuld geweest met rust, ruimte en af en toe een plons in het prachtige zwembad. Maar na een paar dagen verwennerij kriebelde het ontiegelijk, dus gingen we weer op pad.

verwennerij

Verwennerij

Op deze gemeentecamping ontbrak echt alles wat met verwennerij te maken had, het was niks meer dan een veldje en wat sanitair. Weinig bijzonders dus. Maar we stonden aan de rivier, het uitzicht op het chateau was waanzinnig mooi en die avond konden we onze lol op met sterren kijken. En de afwisseling van al die verschillende plekjes vind ik ook altijd geinig, zo kan ik weer uitkijken naar de volgende plek met hopelijk weer een beetje verwennerij.

Voor de kampeerders onder ons: de gemeentecamping is misschien eenvoudig, maar het is wel echt een vriendelijke plek. Bij de uitbater kan je in de ochtend een vers broodje scoren en het dorpje zelf heeft gezellige terrasjes. En ook het historische centrum is een fijne wandeling waard!

Ontroering

‘Respect voor jou mam, zegt ze ‘echt knap dat je dit werk naast je gezin deed. Dank je wel dat je tijdens al die jaren zorgen voor een ander, ook nog voor mij zorgde’. Ik werd er even stil van, van dat appje, en de ontroering stroomt door mijn lijf. Dat wonderschone berichtje van onze jongste dochter veroorzaakt een enorm brok in mijn keel.

Ik vind het heel bijzonder dat ze snapt dat die combinatie best veeleisend was. Want het was precies waar ik na heel veel jaren zorgen, zo ontzettend op was stuk gelopen. Tussen het zorgen voor mijn gezin en het zorgen op mijn werk, was dat zorgen voor mezelf volledig op de achtergrond geraakt. Ik heb het ruimschoots ingehaald inmiddels, maar het legt wel genadeloos bloot waar ik een poos mee worstelde.

Zorgen

Want zorgen voor een ander, deed ik met heel mijn hart en vol overtuiging. Dat het werk was, wist ik met mijn hoofd heus wel. Maar mijn hart hield zich niet aan die scheidslijn. Ik stopte er een te groot deel van mezelf in, in mijn werk, en mijn schild verbrokkelde. Ik vergat naar mijn eigen gevoel te luisteren, en afstand nemen lukte steeds een beetje moeilijker. Op mijn vrije dagen las ik rapportages, loste ik rooster problemen op en zat ik emails te beantwoorden. Loslaten kon ik niet meer. Enthousiast doordraven is echt iets voor mij.

Onze jongste ervaarde heel even hoe dat voelt, om te zorgen voor een ander. Op een oude werkplek van mij, een verpleeghuis waar mensen met een dementie wonen, werkte zij op de covid unit. Aan het eind van een avonddienst zegt ze gekscherend dat ze ‘acuut man en kinderen zou achterlaten en in een hotel zou gaan wonen, als ze dit werk dagelijks zou moeten doen. Want mam, hoe deed je dat allemaal’. Ik antwoord dat ik ook respect voor haar heb, want zij heeft geen zorg-achtergrond maar ze doet wel wat ze kan.

Ik vind het prachtig, dat onze jongste heeft ervaren, wat ik al die jaren heb gedaan. Om dat te delen samen vind ik heel bijzonder, en onze werelden lagen voor even heel dichtbij elkaar. Dochters die ineens volwassen zijn, het is ongelofelijk genieten 🙂