Ik vertrek!

We moesten het een keer oplopen en gister was het dan zover, we kregen een flinke bak water te verstouwen. In al die jaren dat we kamperen, heb ik het volgens mij nog nooit één vakantie helemaal droog gehouden. Gelukkig hebben wij een rubrail aan de auto en daar kunnen we met een pees, een tentje aanschuiven. Dus toen we in de verte het onweer aan hoorde komen( wat wel echt gaaf is trouwens) schoven wij snel dat tentje eraan. Twee stokken en een paar haringen erin, ét voila. Vanuit onze zijdeur, stappen we dan zo dat tentje in, superfijn is dat.

Om dat ding de volgende ochtend, zeiknat, weer een beetje knap in die zak te krijgen, dat is dan weer een ander verhaal…

Beestjes

En dan die natuur, die is oprecht heerlijk. Maar die beestjes he?! Op onze eerste camping had een sprinkhaan zich gezellig tussen mijn kleding genesteld. Nu heb ik die eerste weken vooral in mijn bikini rondgelopen dus maalde ik er niet om. Maar af en toe joeg ik hem wel tussen mijn ondergoed vandaan. Daar hebben malle beestjes nou eenmaal niks te zoeken. Een dag erna zat ie er gewoon weer eigenwijs tussen. We doopten hem Japie, en bleven hem steeds opnieuw wegjagen.

Op camping twee bleek Japie zich als verstekeling te hebben verstopt, dus joegen we hem daar de weidse natuur in. Malle sprinkhaan. Je raad het al, op camping drie kwam dat malle beest gewoon weer tussen mijn shirtjes vandaan gekropen. Ongelofelijk. Inmiddels staan we op camping vier en heb ik hem wederom gespot, dus is het tijd voor rigoreuzere wegjaagmethodes! En ik hou de klep van onze kledingkist gewoon dicht, ook een goed idee.

Dat had ik waarschijnlijk eerder moeten bedenken 😉

verstekeling

We eindigden vandaag op een malle plek, in iemands achtertuin. Want de campings die we tegenkwamen waren fermé, maar gelukkig was deze mini-camping was nog wel ouvrir. Het is hier wat primitief, maar we hebben de camping wel helemaal voor onszelf. We staan in een oude appelboomgaard, dus af en toe schrik ik me wezenloos, als er weer een klap appels van die bomen vallen. En aan één kant kijken we uit op de gemeentecamping, daar is het ook doodstil zeg maar. Maar het is een lief plekje, en heel erg donker( lekker sterrenkijkweer). Om onze vakantie mee af te sluiten is het prima.

verstekeling

Vanmorgen vroeg stapte ik op de fiets om een broodje te halen, en dat is in dit afgelegen gat geen sinecure. Gelukkig kon ik bij de bar, annex epicerie, annex boulangerie, nog een brood scoren. Ik wilde de laatste twee die ze nog over had, en de eigenaresse slaakte na mijn verzoek een harde kreet van ontzetting. Of dat kwam omdat ik haar laatste brood wilde kopen, of omdat ze dacht: hé meid, zou je dat nou wel doen, die brede heupen heb je niet van de komkommers.

Ik heb echt geen idee.

Het duurde zeker wel een seconde of vijf, terwijl ik onverzettelijk streng naar haar bleef staren, en zij af stond te wegen of zij die twee pains aan mij zou verkopen of niet. Triomfantelijk vertrok ik niet veel later met mijn twee schatten, veilig weggestopt in mijn rugzak. Achteromkijkend zag ik dat ze me met stond na te staren, haar armen demonstratief over elkaar geslagen. Ik twijfelde nog even of ik naar haar zou zwaaien, maar ik heb het toch maar niet gedaan. Deze overwinning was zo al mooi genoeg 😉

Morgen pakken we in en gaan we weer richting huis, hopelijk zonder onze verstekeling. Ook weer fijn om ouders en kinderen in de armen te sluiten. Bedankt voor het enthousiaste meelezen, ik heb er enorm van genoten. Hopelijk deden jullie dat ook!

Nieuwe stek

Nu onze vakantie helaas ten einde loopt, besloten we vanmorgen les Bastets te verlaten. Met frisse tegenzin kan ik wel zeggen. Maar er is een tijd van komen, en een tijd van gaan nietwaar? Wat ook meteen die droom van dat onbetaalde verlof weer aanwakkerde. Want we zouden best een maand of twee samen rond kunnen zwerven, de liefste en ik. En wellicht nog wel wat langer.

Vandaag reden we langs golvende, groene heuvels welke hier en daar werden afgewisseld door goudgele, wuivende maisvelden. Volledig leeggeplukt en klaar voor het najaar. In de verte zagen we sommige bomen van de Jura al naar helrood verkleuren, want de herfst is overduidelijk in aantocht. Wat een kleurenpracht. Zoveel schakeringen van donkergroen naar dat prachtige karmozijnrood. Oogverblindend. Hoe fijn dat we vandaag nog wat zon kregen, en wat warmte. Op die koetelsnelheid reden we langs machtige rotspartijen, moest ik natuurlijk weer plassen op onmogelijke momenten en kwam ik ook vandaag weer ogen tekort.

Al die schoonheid om ons heen, daardoor houd ik elke dag een beetje meer van dit prachtige land. Waar anders dan hier staan leegstaande, vervallen panden gebroederlijk naast prachtig onderhouden huizen met hun authentieke houten luiken. Schaduwrijke pleintjes waar oude mannen kletsend en roddelend hun koffie drinken, zittend op lieflijke bankjes onder het koele blad van massieve kastanjes. Ik zie romantische binnentuinen vol bloemen en knoestige oude bomen. Bloeiende oleanders wringen zich door sierlijke metalen hekken heen, en blauwe regens kruipen omhoog langs oude gevels. We zagen onderweg genoeg knusse, authentieke leegstaande stulpjes waar we wel een poosje zouden willen wonen.

Pittoresk

En voor wie denkt: zo pittoresk is het allemaal niet. Fout, zo pittoresk was het echt. Kasteeltjes boven op heuvels waarvan de statige torens tussen die verkleurende bomen omhoogstaken. Ik zag er vandaag meerdere. Sommige ervan ruïnes, sommige nog prachtig intact. Foto’s maken, ik probeerde het oprecht vandaag, niet gelukt helaas. Soms was ik zo onder de indruk van al die pracht, dat ik te laat was met mijn telefoon. En die rijdende auto helpt ook niet, voor ik het wist waren we er voorbij 😉

Wat maakt het uit. We genoten van dat onderweg zijn, samen, en van al die waanzinnig prachtige natuur waar we doorheen reden. We belanden uiteindelijk op camping de Trélachaume aan een imposant stuwmeer. Niet helemaal onze smaak, deze camping, maar een prima plek om een nachtje te zijn. Alle voorzieningen waren dik in orde maar het is een gevoel. We weten het meestal meteen na aankomst, ja of nee. Morgen gaan we weer op pad, binnendoor, op zoek naar nog veel meer moois!

La douce France

Om die hele fijne reisdag af te toppen, vonden we die middag ook nog eens een prachtig plekje in La douce France. Tijdens dat laatste stukje rijden twijfelde ik wel even. Want als ik op de gok een camping uitzoek, is het maar de vraag of het is wat ik denk dat het is. Ik hoop altijd op een pareltje, elke keer opnieuw. Soms lijkt het op de foto heel wat, en dan blijkt die camping in het echt zwaar tegen te vallen.

Nu waren we nog niet zo heel erg lang aan het rijden, dus we spraken alvast af dat we door zouden rijden als het gevoel bij die camping niet goed zou zijn. Niks reserveren heeft ook zijn voordelen. We reden de camping op en heel eerlijk, ik viel er als een blok voor.

De hele ambiance van die camping ademde gezelligheid en charme uit. De stoer ingerichte barbecue-plaatsen met het vele hout, het terras met zijn adembenemende uitzicht en zijn sfeerverlichting. De gezellige zitjes met de enorme wijnvaten, het prachtige toiletgebouw en als pièce de resistance: het zwembad.

Charmecamping

De eigenaresse bleek een echte lieverd te zijn en binnen no time hadden we een prachtig plekje gevonden. Niet veel later hingen we met onze armen aan de rand van het zwembad van het uitzicht te genieten. We gaan altijd eerst zwemmen, ons kampement maken doen we later wel zeggen we vaak 🙂

Ik zou nog honderd foto’s kunnen delen( doe ik niet hoor) maar wat een fijne plek. De weidsheid, de rust, en zoveel schoonheid om ons heen.

De volgende ochtend fietsten we even naar het dorpje op onze gewone fietsen, en dat was best een klim. Niet zoals die ene keer maar toch, best pittig. Want we waren de dag ervoor zo gezellig aan het rijden, dat we onderweg geen boodschappen hadden gedaan. En het gemaksvoedsel raakte op. Wel fijn dat we eerst omhoog moesten, terug naar de camping hoefde ik bijna niet te trappen en vloog ik de weg af 🙂

Gelukkig is het nog steeds een graadje of negenentwintig, kunnen we hier elke ochtend verse baguettes bestellen en op de camping zelf blijkt een fantastisch restaurantje te zitten. Nondeju, wat zaten wij zalig te eten gisteravond! Deze gaat weer een hartje krijgen op googlemaps, want dit is een plek waar ik best nog weleens naar terug wil!

Weer onderweg

Het kriebelde al een poosje bij ons, ruim twee weken op dezelfde plek staan doen we al een hele poos niet meer. En die omgeving speelde toch ook een doorslaggevende rol bij die beslissing. Buren op de camping die hun televisie hard aanzetten in de avond, om dan voor de camper te gaan zitten kijken. Ik ontkwam niet aan het geweld van dat doordringende geluid. En ja natuurlijk lekker zelf weten, maar ik zat niet echt ontspannen bij het kaarslicht ’s avonds. Onze achterburen staken in de avond een bouwlamp aan om te kunnen koken, anders zagen ze niks. Ook lekker zelf weten 🙂 Maar wederom droeg het niet bij aan de knusheid van een zwoele avond met dat felle licht tot een uur of elf. Hoog tijd dus, om te verkassen.

Gisterochtend werd ik wakker, porde de liefste uit zijn roes en zei dat we maar beter onze biezen konden pakken. Binnen no time was ons schatje ingepakt, en snorrend te wachten om weer op avontuur te gaan. We hadden de oranje gebieden gecheckt, kozen een ongeveer richting en weg waren we.

Franse charme

Onderweg reden we langs slaperige dorpjes, met hun prachtige huizen en kronkelige oude bomen op het plein. Op knusse terrassen zaten veel fransen aan hun koffie, of lekker met hun krantje. We kochten bij een kraampje langs de kant van de weg zalige rijpe perziken, een paar mooie vijgen, een handvol pruimen en enorme banaansjalotten.

Ik genoot intens van dat landschap, van alle uitgestrekte velden met hun gesnoeide lavendel, zo keurig in een rij. Lange rijen wijnranken, net gestript van hun vruchten en waar ik ook keek zag ik prachtige oude walnoten en vijgenbomen, op soms onmogelijke plekken. De charme van dat franse, daar krijg ik nooit genoeg van.

Vanuit een rijdende auto, dat prachtige land vastleggen is best een opgave, maar sommige zijn nog best goed gelukt 🙂

Een paar uur later vonden we weer een fijne nieuwe plek. Bubbelend van enthousiasme verslonden mijn ogen elk detail van weer een ander onbekend stukje franse charme. Maar daarover morgen meer!

Dat mondkapje

Eigenlijk wilde ik het niet, deze vakantie, schrijven over mondkapjes, corona en dat soort gedoe. Want voor je het weet buitelen voor-en tegenstanders over je heen. Maar het zou ook een beetje gek zijn om er niks over te schrijven. Dus zonder de zwaarte van alles rondom die covid te ontkennen, besloot ik toch iets te schrijven, iets lichts en luchtigs. Want met humor, kom je een heel eind tenslotte.

Want we zijn nu een ruime twee weken in Frankrijk, en zitten dus al een poosje volop in mondkapjesland. Zo voelt het. Want hier moet iedereen een mondkapje op als je een winkel binnenstapt. Of als je over de markt loopt, of waar dan ook. In dit deel van Frankrijk is dat zo tenminste, dat schijnt ook per departement te verschillen werd mij verteld. Het voelt in ieder geval echt heel anders dan in Nederland.

Ik moest er ontzettend aan wennen, aan dat ding. Tijdens die eerste stop, stapte ik voortvarend de receptie van die camping binnen, zonder dat kapje op mijn snufferd. Onmiddellijk ontstond er volledige paniek vanachter dat spatscherm bij die mondgekapte jongeman. Vriendelijk glimlachend bleef ik braaf op afstand, betaalde en vertrok.

Afstand houden, wat in Nederland al een soort van vaste prik is, heeft hier nog niet zijn intrede gedaan. Hoewel die meter afstand wel overal staat aangegeven, nemen de fransen absoluut geen gepaste afstand van elkaar. Niet voor zover ik kan zien natuurlijk, ik zie maar een heel klein stukkie.

In de rij voor de kassa, waarbij er soms geritst moet worden, waar ik dan weer een soort van de slappe lach van krijg, staan ze het liefst tegen je aan. Alsof dat mondkapje garantie genoeg is. En komen ze een bekende tegen, dan gaat die mondkap naar beneden, wordt er gezoend en geknuffeld, waarna dat ding wordt teruggeschoven. Ik vind er niks van hoor, ik constateer alleen 🙂

Afstand houden

Het woord mondkapje wordt hier zeer letterlijk genomen, hij zit echt alleen over die mond. Wat ik dan toch ook echt een soort van om te grinniken vind, soms hangt dat ding half op die bovenlip. En tijdens het praten, komt die mond gewoon tevoorschijn vanonder die kap.

Ik draag hem braaf over neus en mond, houd voldoende afstand, ook al moet ik zeer regelmatig omlopen tijdens het boodschappen doen. En ik zoek vooral de drukte niet op. Ik hang hele dagen aan dat water, lekker te mijmeren of met een goed boek.

De ervaring van op vakantie zijn is wel heel anders, dit jaar, en dat kan natuurlijk ook niet anders. Het is minder vrij, en veel minder zorgeloos. Maar we konden nog wel een poosje en daar ben ik dankbaar voor. We genieten volop, en alhoewel we veel liever op pad zijn om mooie nieuwe plekjes te ontdekken, een poosje op dezelfde plek vertoeven is ook niet verkeerd.

Inmiddels kruipt dat oranje en rode gebied steeds dichterbij en hebben wij besloten geen onnodige risico’s te nemen. Dus gingen we vanmorgen weer op pad, zigzaggend door geel gebied. Ook hartstikke avontuurlijk!

Ongenaakbaar landschap.

We hadden een prachtige route gereden die dag, wonderschone smalle weggetjes slingerden zich door dat woeste, ongenaakbare landschap. Af en toe passeerde er een auto, ik gok dat we er een stuk of drie tegenkwamen de hele dag. Dat is thuis onvoorstelbaar, maar hier niks bijzonders.

natuurschoon

Kuddes schapen liepen zelfstandig langs een smalle richel naar een andere rotspartij. Gekscherend vroegen we ons af wat de dames gingen doen, manicure tijd wellicht? We lunchten boven op een heuveltop en genoten volop van de omgeving.

Natuurschoon

Vanaf camping La Vallé Verte reden we naar camping Teyre, wel puur toevallig natuurlijk. We gaan gewoon op weg, rijden op de bonnefooi langs al die mooie natuur en vinden eigenlijk altijd wel wat. En nu vonden we per toeval dit plekje. Een groter contrast tussen beide campings is bijna niet mogelijk. In alle eerlijkheid gaat mijn voorkeur uit naar de tweede, tussen al dat natuurschoon. Super eenvoudig en geen fluit te beleven, maar zo heerlijk rustig. Vlak naast de camping ligt een prachtig natuurlijk zwemmeer met een enorm springkussen in het midden, vanaf de camping steek je zo , via een smalle sloot, over naar die zaligheid.

natuurschoon

Wij vonden het een verborgen pareltje, deze plek. In de omgeving valt geen boodschap te halen, toen niet tenminste, twee jaar geleden. Maar het sanitair was schoon en de douches waren warm. En omdat het zo zalig warm was, hebben wij ons urenlang op dat springkussen in het water vermaakt. Geweldig was dat.

natuurschoon

Dankzij onze altijd aanwezige noodvoorraden( een andere kampeerder noemde het laatst paniekvoedsel :-)) brouwden we die avond een prima maaltje. Voldaan na een dag vol met heel veel schitterende schilderijtjes, kropen we ons busje in en sliepen we als baby’s. We bleven er maar één dag, op dat paradijsje, de volgende dag gingen we weer on route. Weer op zoek naar een nieuwe parel, maar dit fijne plekje zoeken we ooit nog een keertje op!

Lekker!

We genieten wat af, in dat franse land op dat fijne campinkje. En ik zwem ook wat af, hier, in die fijne rivier. Want dat is toch wel een van mijn favoriete bezigheden, en als ik op vakantie ben extra. Een zwembad vind ik tegenwoordig maar zozo. Dat buitenzwemmen vind ik meer dan zalig.

Als jong meisje, toen Heemskerk nog buitenzwembaden had, vond ik zwembaden nog top. Zus en ik kregen elk jaar een abonnement. Een paar baantjes trekken voordat ik naar school ging vond ik zalig, maar ook hele dagen in dat water hangen als je vrij was. Het verveelde nooit. Als het regende tijdens warme zomerdagen, vond ik dat zwemmen nog geweldiger. Met die regen op je hoofd, plonsen door dat water, het geeft een hele aparte sensatie. Alleen als het onweerde vluchtte ik het water uit, dan zaten we met alle meiden te schuilen in het schapenhok.

Zodra het even kan, lig ik in het water. In de zee, vlakbij huis, spelen in de golven. En nu dus tijdens onze vakantie in de Ardèche. Bij het zoeken naar een kampeerplek tijdens onze zwerftochten, is dat voor mij een belangrijke voorwaarde, zwemwater. Zonder dat wil ik niet op die camping staan.

Zwemmen

In Spanje hebben we ook zo’n fijne plek waar we steeds naar teruggaan. En ook al is het een joekel van een camping, buiten het hoogseizoen vind ik het er alleen maar heel erg fijn. Dan heb ik er geen erg in, dat die camping zo enorm is. Dan zoeken we een veldje waar we alleen staan of we kamperen aan het strand. Vroeg in de ochtend loop ik zo die middellandse zee in, om de kreukels uit mijn hoofd te zwemmen. Meestal ben ik de enige, zo heel erg vroeg, dat is mijn rustmomentje, aan de start van weer een fijne nieuwe dag.

Inmiddels heb ik de liefste ook met dat virus besmet. Waar hij me voorgaande jaren altijd voor gek verklaarde, om dat vroege zwemmen in dat koude water, wil hij tegenwoordig graag met me mee. Zo vroeg in dat serene water liggen, vind hij nu net zo zalig als ik dat vind.

zwemmen

Jaren terug vonden we in Oostenrijk ook zo’n leuke, inclusief fijn zwemwater, ook een fantastische plek om een poosje te zijn temidden van de bergen.

Deze vakantie zwerven we niet rond, we vinden het wijzer om op dezelfde plek te blijven. Maar ik mis het stiekem wel. Dat ontdekken van nieuwe plekjes inclusief nieuwe zwemwatertjes.

Inmiddels is het alweer een graadje of dertig geworden hier. Ik hoop dat jullie het ook fijn hebben, waar je ook bent. Voor mij is het hoog tijd om één van mijn favoriete bezigheden nog wat uit te gaan oefenen.

Campingflat

Het is een uurtje of twee. De liefste en ik zitten in de schaduw onder de bomen, lekker lui te zijn met een boek. Eerlijkheidshalve, hij zit met een boek en ik zit een gezellig stukje te schrijven. En net wanneer mijn ogen wat zwaar worden, hoor ik het. Stilzwijgend kijken we elkaar aan en grijnzen. Dat doordringende, zoemende geluid, we kennen het inmiddels. Te goed bijna.

We hebben zojuist nieuwe achterburen gekregen, want zo gaat dat nou eenmaal op een camping. En zoals tegenwoordig bij zoveel kampeerders wordt als eerste die schotel goed gezet. Caravan of camper op de plek, schotel uit en zoeken naar een signaal voor de televisie. Iedereen moet dat lekker voor zichzelf weten natuurlijk maar jammer vind ik het wel, al die schotels. Ze staan ook steeds vaker keurig opgesteld op statieven. Het is als een kille campingflat, met al die metalen apparaten op een rijtje. Voor mij doet het afbreuk aan alles wat ik romantisch vind aan kamperen.

‘Ik heb een error’ zegt hij geïrriteerd. ‘Een error, antwoord zij onzeker, wat is een error’? ‘Nou een error is een fout, snauwt hij kortaf en geïrriteerd terug, hij geeft een fout aan, een error, dat snap je toch wel’. Ongemakkelijk probeert ze te helpen, en ik heb razend veel medelijden met deze dame terwijl ik naar haar onzekere geschutter kijk. Want alleen het verkrijgen van een signaal voor die televisie kan hem nu nog in een beter humeur helpen gok ik. Waarschijnlijk zijn ze volkomen bekaf van dat reizen, deze twee. ‘Ga lekker zitten en neem eerst een koud biertje’ zou ik willen roepen maar ik hou vanzelfsprekend wijselijk mijn mond. ‘Niet mee bemoeien Cynt’, denk ik bij mezelf.

Televisie kijken op vakantie

De satellietschotel wordt verplaatst van plek naar plek. Naast onze hangmat, achter ons busje, steeds dichter en dichter bij. Zonder resultaat helaas, want de schotel blijft onherroepelijk ‘errorren’. Zoemend draait hij kansloos rond op zoek naar dat signaal. Dat ene signaal dat ervoor zorgt dat dat kastje in de caravan doet waar het voor gemaakt is, televisie kijken op vakantie.

Wij giebelen wat, en adviseren zacht mompelend alternatieve bezigheden in de avond, in plaats van die televisie. Een stevig potje zoenen, elkaar een voetmassage geven of een goed boek lezen. Sterren kijken, bij ons favoriet, ouderwets yahtzee spelen of gewoon een lekker potje vrijen. Flauw natuurlijk, dat weet ik heus, elk mens is anders, gelukkig maar. Maar wij vinden dat televisieloze tijdens de vakantie juist altijd zo fijn. Televisie kijken op vakantie, het is niet voor ons.

Na drie uur van noest geschuif, heel erg moedeloos gezucht en meermaals gemopper klinkt dan het verlossende ‘we hebben beeld’! ‘Godzijdank’ verzucht hij opgelucht. Tien minuten later zitten ze met zijn tweetjes in de caravan. Ik hoop dat ze ons gehoord hebben, en onze alternatieve adviezen aan het opvolgen zijn. Maar aan het geluid van die televisie te horen, gok ik zomaar van niet 🙂

Nachtplas

Soms kleven er echt wel wat mindere kanten aan dat kamperen. Het zijn er niet veel hoor, dat vooropgesteld, maar ze zijn er desalniettemin. Tijdens die laatste kampeervakantie voelde het ineens een beetje alsof ik met heel veel vreemden samenwoonde. Na een vol jaar covid was dat toch een tikkie onwennig, al die vreemden om me heen. Ik was het ontwend, heel maf. En aangezien we minder rondreizen dan anders begin ik zelfs van sommige kampeerders de vaste ritueeltjes al te herkennen. Zoals van die al wat oudere meneer, hij doet de afwas pas laat op de avond, in zijn ruitjes pyjama. Ik vind het schattig. Was iedereen hier maar zo schattig verzuchtte ik 🙂

Nog een mindere kant, ik mis dat toilet, die thuis l’s nachts altijd lekker dichtbij is. Soms vind ik het ineens gedoe, als ik voor die nachtplas op pad moet. Een paar mindere kanten dus, maar tegenover die berg voordelen absoluut te verwaarlozen.

Als moeder natuur dus roept, midden in de nacht, moet ik dus uit dat warme knusse bed stappen. Plasemmers of meer van dat spul weiger ik pertinent in gebruik te nemen, dat moet de volgende ochtend tenslotte alsnog geleegd worden. Ik loos die nachtplas liever gewoon maar één keer, dan ben ik eraf.

Nou koelt het hier nogal af ’s nachts, naar een graadje of twaalf, dertien. Dat is echt heel erg zalig voor mijn nachtrust, maar het zorgt ook voor een gebrek aan enthousiasme. Ik sta gewoon niet te trappelen, om midden in de nacht over een stille, doch zeer frisse, camping te wandelen.

Maar als ik dan toch echt moet, meestal na een avondje van wederom teveel rode wijn, zucht ik drie keer diep en ga uiteindelijk dan toch maar. Met oprechte weerzin, en half slaapdronken, trek ik dan mijn zwarte jurkje over mijn hoofd. Het bedekt precies genoeg van mij, om midden in de nacht over die camping te kunnen draven. Ik heb er ooit eens wat overtollige roeseltjes afgehaald, van dat jurkje, en toen was hij niet helemaal knap meer. Ondanks mijn toch niet heel beroerde naaikunsten. Wat overbleef was ideaal voor hele donkere campingnachten.

Pyjama

Afgelopen nacht moest ik er weer uit, merde, mopperend schoof ik uit dat hele fijne warme holletje. Op de tast gleed ik routineus in mijn campingkleedje. Halverwege die wandeling, richting het sanitair, schoot ik spontaan in de lach. Ik had het gepresteerd om die jurk achterstevoren en binnenstebuiten aan te trekken. Een prestatie van formaat zeg maar. Die leuke v-hals zat op mijn rug, en het labeltje van mijn jurk kriebelde onder mijn kin. Echt weer iets voor mij! Grinnikend in mezelf was ik mijn weerzin alweer vergeten, ik moest vooral hard om mezelf lachen.

Op de terugweg genoot ik van een prachtige heldere sterrenhemel, met een lege blaas en een jurk die nog steeds totaal verkeerd om zat. Ik vond het gewoon teveel moeite om dat ding midden in de nacht om te draaien. Helaas kwam ik nog wel een meneer tegen, inclusief ruitjes pyjama. Hij zal wel gedacht hebben.

Kanofile

De dagen rijgen zich aaneen, dagen gevuld met bijzonder weinig kan ik wel zeggen. Elke ochtend in alle vroegte zwemmen is zalig en dat het ook elke dag opnieuw kan, vind ik heel bijzonder. Steeds weer is het hier zalig warm. Dat volkomen ontspannen gevoel van helemaal niks moeten is heerlijk, en ik geef me er volledig aan over.

De bakker en ik bonjouren elkaar al enthousiast goedemorgen, elke ochtend kom ik trouw rond het zelfde tijdstip voor dat verse broodje en hij staat op dat tijdstip enthousiast zijn deeg te kneden. Helemaal gezellig vind ik dat. Als de liefste en ik op ons gemak hebben ontbeten, schrijf ik meestal een stukje. Met mijn stoel half in de schaduw zit ik zalig aan de waterkant en van daaruit zie ik de eerste kano’s al voorbij komen.

Dobberen

Tegen de tijd dat het echt heet wordt, stap ik meestal op mijn luchtbed om dat hele circus van dichtbij te bekijken. Want het wordt dagelijks serieus druk op die rivier, maar de afgelopen dagen sloeg echt alles. Het is zo leuk om te dobberen op het water, en onderwijl die stoeten bootjes voorbij te zien komen. Het voelt alsof ik op het terras zit en naar mensen zit te kijken. Nu blijkt nog maar weer eens hoe ik dat dus ook gemist heb, de afgelopen maanden, het is beregezellig dit.

Ik zie snelle peddelaars, hele langzame, en mensen die eigenlijk niet goed weten wat ze doen. Zij slingeren wat over de rivier en maken heel veel extra meters. Soms komt er een kano voorbij met een blaffende hond op de voorplecht van die kano, als was hij een levend boegbeeld. En dan zijn er nog de kano’s met de keiharde beatboxen inclusief stoer kijkende gasten. Steevast zijn er ook elke dag opnieuw heel veel jongens/meisjes kano’s. Het aloude ‘meisjes plagen, zoentjes vragen’ zie ik dagelijks live voorbij komen. De jongens spetteren water met hun peddels richting die meiden en die proberen giechelend van het lachen hun kano de andere kant op te sturen. Zo schattig.

Ik vind het prima om gewoon maar onzinnig wat te liggen op dat ding. Als het me te heet wordt laat ik me er even af glijden, volgens mij komen er zelfs stoomwolken af als ik dat water in glijd. Soms lig ik zo een uur of drie tussen al die kano’s door te dobberen, onweerstaanbaar fijn. We bonjouren wat af op zo’n dag, de liefste en ik.

Voorlopig vermaken we ons prima hier, de wijn is zalig en de zon is warm. Voor even is het leven bijzonder eenvoudig, en voor even is dat helemaal prima.