C’est très magnifique

Langzaam maar zeker begint het weer te wennen, dat campingleven. Hoewel dat deze keer wat lastiger voelde dan anders, moeizamer. Want al die mensen op zo’n camping he?! Ik moest oprecht omschakelen.

Voorgaande jaren waren we hier ook altijd even op deze camping, maar altijd maar kort, om een paar nachtjes te genieten van die geweldige ambiance. En steeds weer was deze camping welhaast uitgestorven. Fijn vind ik dat, als je een kanon af kan schieten zonder iets of iemand te raken, het kan mij niet stil genoeg zijn.

Of het komt door het feit dat Spanje op oranje staat als gevolg van de covid of omdat er meer mensen zijn die later in het seizoen op vakantie gaan, ik heb werkelijk geen idee. Maar het staat hier toch nog wel halfvol. Minstens. De laatste jaren zijn we dat, in het voor en naseizoen, eigenlijk niet meer gewend. Bijna leeg, daar waren we aan gewend, dus ik moest schakelen.

Lege camping

Vorig jaar belanden we tijdens zo’n zwerftocht door Frankrijk op een volledig lege camping, toen waren we gewoon de enige gasten. En ook het zwembad hadden we dus helemaal voor onszelf, wat een zaligheid. Het voelde razend luxe, om zo’n camping helemaal voor jezelf te hebben. Om zeven uur in de ochtend werden de verse baguettes aan onze stoel gehangen door de eigenaresse, veel relaxter dan dat wordt het niet, zeg nou zelf.

Dat het verse brood bij je plekje wordt langs gebracht, heb ik nog maar één keer eerder meegemaakt. Als jong meisje, toen we in Oostenrijk of Noord-Italië kampeerden. In welke van de twee landen het was weet ik niet meer, dat het in de bergen was weet ik nog wel. Vroeg in de ochtend kwam de bakker met een keur aan, nog warme, bolletjes langs, verser dan vers. Die geur van vers brood blijft daarom voor mij voor altijd verbonden aan kampeervakanties. Als ik, met mijn ogen dicht, mijn neus in een zak met vers brood steek, waan ik me direct op vakantie.

Maar de eerste dagen hier, is dus toch wat wennen. Wennen aan directe buren die het liefst hun auto op onze plek parkeren, omdat wij fijn veel schaduw hebben. En die het moeilijk te begrijpen vinden, dat wij daar helemaal niet op zitten te wachten. Ik vraag het keurig netjes en beleefd, en toch voel ik direct haar aversie en weerstand. Ook dat is kamperen, het is niet altijd alleen maar leuk. De liefste laat het hele debacle maar aan mij over, die is vaak net effe te direct in zijn communicatie:-)

Die glimlach van mij blijft, ondanks en dankzij, ik hou hem standaard op mijn tronie geplakt. Beter voor mijn eigen gemoedsrust ook. Gelukkig hebben we onze eerste vakantieruzie ook al achter de rug. Bij ons is dat inmiddels ook een soort van standaard, na de eerste paar dagen on route. Dat onthaasten gaat nou eenmaal niet zonder slag of stoot, daar hoort wel een gevecht bij.

Moet ik nog zeggen dat we genieten? Volgens mij niet. Er zijn inmiddels wel veel mensen aan het inpakken trouwens, dat helpt ook 🙂

Une baguette

Vanmorgen vroeg stapte ik op mijn fijne fiets voor de dagelijkse gang naar de boulangerie. Lekker gezapig, elke ochtend naar de bakker fietsen voor een vers broodje. Maar ik hou nou eenmaal van gezapig en met de zon op je bol is dat geen straf. Die vroege plons in de rivier elke ochtend, is het meest avontuurlijke wat ik deze vakantie ga doen, gok ik. Ook al denk ik toch over die kano na, maar dat volgt later nog wel, of ik het toch nog een keer ga doen.

Op die fiets dus, vroeg. De zon stond al lekker te stralen en het was stil op de weg. Ik ben een rasecht ochtendmeisje. En omdat we in wijngebied kamperen, voert die dagelijkse route me langs rijen en rijen wijnranken, vol met zware trossen rijpe druiven. Hier en daar wordt er al geoogst en hoe dichter ik bij het dorpje kom, hoe duidelijker ik het ruik. De lucht is bezwangerd met de geur van gistende druiven, zo zwaar dat het voelt alsof ik aangeschoten raak 🙂

Fietsen

etsen

De coöperatieve staat, met zijn enorme tanks, vooraan dat pittoreske dorpje. En veel wijnboeren uit de omgeving, komen hier hun druiven brengen. Die verse druiven ruik je overduidelijk en zo vroeg op de ochtend is die lucht best pittig. In mijn eentje op de fiets, voel ik me bijna onderdeel van dit alles, van dat land dat zo anders is dan de onze, maar waar ik zo ontzettend van geniet.

Gewapend met mijn mondkapje stap ik bij de bakker naar binnen. Een keur aan vers brood ligt uitgestald en ik heb welhaast moeite om te kiezen. Met een chocolade eclaìr, een citroenachtig bladerdeegding, een baguette en een flûte stap ik vrolijk weer op mijn fiets.

Links en rechts bonjour ik lukraak nog wat weg, ik zwaai met ruimhartige zwaaien naar alle automobilisten die me voorrang geven en intens tevreden fiets ik een minuut of vijftien later de camping weer op. Bijna vind ik het jammer dat mijn fietstochtje erop zit, gelukkig mag ik morgen weer 🙂

Mon Dieu!

Het ging heerlijk, gister, zo samen onderweg naar dat ene fijne plekje. Het was superrustig op de weg en binnen no time waren we aangekomen op de plek van bestemming. Het laatste stuk binnendoor reed weer bijzonder fijn, de Ardèche is zo mooi in al zijn ruigheid.

En omdat we voor het eerst in jaren een plekje op een camping hadden gereserveerd, waren we in no time gesetteld. Ook een voordeel van dat busje, we hoeven in principe niks op te zetten. De bus is ons bed, stoeltjes eruit en klaar. Het duurde dan ook niet lang voor we in de rivier lagen af te koelen.

Zwemmen

Natuurlijk water, of het nou de zee, een rivier of een meer is, ik kan er echt uren naar kijken. En in zwemmen natuurlijk. Daar krijg ik echt nooit genoeg van, van dat plonsen. En nu staan we met dat busje van ons, heel paradijselijk, aan de oever van een natuurlijk water. Voor mij geen ontdekkingstochten deze vakantie. Geen marktjes, geen terrasjes, niks van dat alles. Burgerlijk en saai is voor mij voorlopig ruim voldoende. Het feit dat we even uit onze dagelijkse routine konden stappen, na maanden van veel werken en daarnaast vooral veel thuis zijn, is al zo verschrikkelijk lekker. En ook al vinden we Nederland ook echt heel prachtig, we kozen er toch voor om wat zuidelijker te gaan. 

Hier een poosje verpozen voelt ook echt zo lekker. De hele dag buiten zijn en je laten leiden door wat de dag spontaan meebrengt.

Gisteravond zat ik stil te genieten, van al die pracht. Van de rivier, die verlicht werd door een pracht van een volle maan, in het gezelschap van een sterrenhemel om stil van te worden. Ik kan niet anders dan diep onder de indruk zijn, van al dat natuurschoon. En dan zijn we nog maar aan het begin, van die hele lange vakantie. Mon dieu!

On route!

Eindelijk, eindelijk gingen we on route, die laatste paar dagen leken een eeuwigheid te duren. We gingen op tijd naar bed die vrijdagavond, want slapen doen we namelijk nooit zo best zo vlak voor de start van een nieuw buscamperavontuur. Omdat we zo enorm uitkijken naar die vakantie en omdat we stiekem ook altijd een tikkie nerveus zijn. 

Diezelfde de nacht waren we om half vier klaarwakker, natuurlijk. Ons kennende is dat echt niet verrassend. Nog geen uur later reden we van huis, vergezelt van verse broodjes, een volle pot koffie en lekkere muziek. We zagen het langzaam dag worden, hier en daar piepte de zon oogstrelend tussen de wolken door. Dat bijzondere licht maakte de start van onze vrije dagen al top, en intens tevreden tikten we heel wat kilometers weg.

Eenmaal in Frankrijk werd het voorzichtig warmer, langs de kant van de weg stonden kuddes ‘la vache’ tevreden te grazen en het landschap werd steeds een tikkie Franser. Enthousiast brulde we mee met ‘Escape’ van Rupert Holmes, ons ultieme vakantieliedje. Midden in de winter brengt dit liedje ons in een klap naar ‘samen in ons busje onderweg naar waar dan ook’.

Heel eerlijk vond ik het best spannend, toen we eenmaal een aantal landsgrenzen gepasseerd waren. Dan zie je pas wat die covid in een ander land teweegbrengt.

Mondkapje

Zus stuurde een foto, met mondkapje, en met de tekst dat ze zich ‘een struikrover’ voelde. En tijdens het tanken onderweg, zagen we nog heel veel meer struikrovers, inclusief wij tweetjes 🙂 Een rare gewaarwording vond ik het, constant dat mondkapje. En waar je in Nederland overal mogelijkheden hebt om je handen te wassen of te ontsmetten, zie je die in Frankrijk nergens. Mondkapjes zijn op openbare plekken wel verplicht en er staan ook overal spatschermen. Maar handen wassen, ho maar. Dat doen we dus maar steeds zelf.

Na een uur of acht sturen, belanden we op een doorgangscamping. Een groot deel van de camping werd in beslag genomen door kleine tentjes, seizoenswerkers bleek aan het eind van de middag. Wat vooral zorgde voor veel drukte, veel geschreeuw en veel te hard rijdende auto’s tussen de spelende kindertjes door. Wij waren verbijsterd. 

We lagen heel vroeg in bed die avond, en we waren nog vroeger van de camping af. Zodra het kon eigenlijk. Met gierende banden. Voor die lieve meelezende collega: die eerste tip, voor wat leuke campings onderweg, houd je nog van me te goed. Deze specifieke camping vergeten we maar snel. 

Inmiddels zijn we onderweg naar een van onze favorietjes, een rasecht frans pareltje met een heerlijke, fruitige afdronk. Net als dat heerlijke flesje dat we gisteravond leegdronken:-)

Maar dat vertel ik morgen!

Volksverhuizing

Het voelt een beetje als een volksverhuizing, dat op vakantie gaan. Ik loop op die ene vrije dag van die laatste week, als een kip zonder kop door mijn huis. Een heel scala aan artikelen laat ik door mijn handen gaan.

Die klemmetjes voor mijn lange bos haar, met warm weer c.q opvliegers is opsteken wel lekker. Toch maar mee. Een lekker nagellakje, ook leuk als die voeten een tikkie bruin worden, ook maar mee. Zonnebrand, after Sun, handige zipbags, dat ene jurkje voor als we toch een keer uit eten gaan, toch maar die sandaaltjes. Medicijnen en nog wat extra. De stapel groeit en groeit, ik herken het van mezelf.

En steeds als ik thuis kom van weer een fijne vakantie, is heel veel van dat alles, lekker ongebruikt gebleven. Tijdens mijn vakantie loop ik meestal met een wilde bos haar, bruinverband, in dat afgeknipte spijkerbroekje en op teenslippers, rond te banjeren. Dan heb ik helemaal geen behoefte aan nagellakken of leuke jurkjes, dan trek ik bij het wakker worden mijn bikini aan of als ik vroeg naar de bakker ga, dat ene zwarte kleedje.

Vakantie

Ik weet het allemaal en toch kan ik het niet laten. Want stel dat ik deze vakantie nu in ene toch zin heb om…. Nu verkopen ze in Frankrijk ook nagellakjes natuurlijk, maar ik heb me voorgenomen niet te veel de drukte op te zoeken. Toch maar mee dus, net als de rest van die onzinnige artikelen. Tijdens die vakantie op dat fijne, rustige plekje, loop ik het liefst in zo weinig mogelijk eigenlijk. En vaak in hetzelfde.

Op het moment dat ik twijfel of ik er soep van zal koken of dat ik dat setje nog maar een dagje aantrek 😉 haal ik het door een sopje ( biotex, ook niet vergeten!) en hang ik het aan een tak te drogen. Binnen no time kan ik weer keurig voor de dag komen. Jezelf weer in een volledig tenue hijssen, na die vakantie, voelt dan ook wat gek, daar moet ik altijd weer aan wennen.

Dit hele onzinnige inpakcircus heeft trouwens wel een groot voordeel. Na de vakantie kan het grootste deel van mijn kleding zo de kast weer in. Ongedragen en een tikkie gekreukeld, dat dan weer wel. Maar ik ben nou eenmaal geen beste huisvrouw, tegen de tijd dat ik dat zomerspul weer aan kan, kijk ik wel of de kreukels er al uitgezakt zijn.

Bijna on route!

Heerlijke hangmat

Wij zijn al een aantal keer verhuisd, en ook het aantal kampeermiddelen is bij ons nogal eens gewisseld in de loop der jaren. Van tent naar vouwwagen naar kleine tentjes. Uiteindelijk kwamen we uit bij onze droom, ons buscampertje. Wat al die jaren bleef, was die heerlijke hangmat. Als die toch eens kon praten, zouden we samen fantastische herinneringen kunnen ophalen.

Elke vakantie was die hangmat een trouw onderdeel van ons gezin. Stonden er bomen op een camping, dan kreeg die hangmat een plekkie. Heerlijk voor ons kleine grut, als ze moegespeeld even siësta hielden. Onder de luwte van de bomen in slaap gewiegd worden, volkomen ontspannen werden ze ervan. En zij niet alleen, ook bij ons was hij favoriet.

Deel van het gezin

Toen onze meiden groter werden en we met zijn tweetjes op vakantie gingen, ging hij trouw met ons mee, en steeds hingen we hem op als de bomen dik genoeg waren. Hij zal wat landen en campings gezien hebben! Dat zalige ontspannen geschommel, ik wordt het nooit zat. Dus toen we onze tuin opnieuw gingen doen, was dat een grote wens. Dat die hangmat een mooi plekje zou krijgen. En ook al is hij zeker twintig jaar oud, hij ligt nog fantastisch.

Afgelopen week waren onze meiden vaak bij ons, die hittegolf joeg onze dochters uit hun beider flatjes. Dat zwembadje in die fijne, nieuwe tuin was met die warmte een genot. Aan het eind van elke middag kroop onze jongste in bikini in de hangmat, en dat riep onmiddellijk mooie herinneringen op. Aan die fijne jaren dat we samen in Frankrijk of Spanje kampeerden. Ik zag gelijk weer voor me hoe zij heerlijk ’s middags met een bezweet koppie, total loss onder de bomen siësta lag te houden. Vertederd bekeek ik dat tafereel. Voor even was ze niet al vijfentwintig, maar weer even dat kleine grietje van toen. Soms zou ik best een dagje terug willen, naar de tijd dat mijn meiden nog meisjes waren.

Inmiddels is de hittegolf hier op zijn eind, maar die heerlijke hangmat ligt ingepakt te wachten op ons komende vakantieavontuur. Kan ik nog een poosje wiegen onder de koelte van de bomen. Can’t wait!

Nog een paar nachtjes

De komende weken kruip ik even heerlijk weg in mijn eigen bubbel, lieve worstelende wereld, voor even heb ik genoeg van je. Van alle discussies, alle voor-en tegenstanders, van alle corona-hectiek. Ik denk dat ik officieel corona-moe ben.

Harstikke slecht, helemaal waar. Lafaard, vast, maar toch ga ik me even lekker focussen op mezelf. Voor een poosje wil ik me niet bezig houden met voor en tegenstanders, met al die meningen waar ik mee om de oren wordt geslagen. Met waar en onwaar, met’ ik weet hoe het echt zit’.

Ons busje staat ingepakt. Die zalige hangmat, een stapel boeken, mijn macbook om te kunnen schrijven, meerdere flesjes wijn en mijn favoriete bikini liggen ingepakt te wachten. Mijn bedje is al opgemaakt, ik ga me onderdompelen in even helemaal niks moeten.

totale rust

Op dat ene speciale plekje is het zo fijn wakker worden. Mijn dag beginnen met een plons in de rivier en die zon op mijn bol. Ver weg van dat dagelijkse, van glad pratende politici, speculerende virologen, zelfbenoemde experts en fanatici. Van alle negativiteit en grimmigheid. Wentelen ga ik me, in de prachtige natuur van die hemelse plek.

Totale rust

Elke dag rommel ik in alle vroegte op mijn blote voeten naar dat kabbelende water en laat ik alle onrust uit mijn lijf stromen. Met koffie en een broodje ga ik urenlang aan de waterkant zitten dagdromen, kijkend naar de roofvogels op zoek naar prooi of langsvarende kano’s vol uitheinige tieners. We bakken wentelbitches, verorberen potten met olijven, plukken vijgen, zo van de boom, voor de lunch.

En als de zon onder gaat, ga ik met een wijntje gewoon maar zitten mijmeren. Tot de lucht één adembenemend spektakel van sterren is geworden. Een beetje teut rol ik uiteindelijk mijn bedje in, rozig en misschien een tikkie verbrand. Om de volgende dag, in die totale rust, ook alleen maar te doen waar ik zin in heb.

Razend luxe, helemaal waar, dat vind ik ook. Ik bof. Die voorpret alleen al, zorgt er voor dat ik die laatste dagen tippend door het leven ga. Met kriebels in mijn buik en een opgewonden verwachting voor wat komen gaat.

Met mijn ogen dicht ben ik er al.

Eerste vakantie

Ik ben nogal van het sentiment, ik ben een softie in het kwadraat. Gelukkig weet ik het van mezelf. Naast een ijzeren geheugen. Als de wereld me even niet bevalt, verstop ik me in mijn herinneringen.

Vanmorgen kwam ik deze foto tegen van Lago di Piano in Italië. Heel veel jaren terug kampeerde ik er met mijn ouders en zus. Twee blonde meiden in de puberleeftijd, dat zijn topvakanties geweest. Voor onze ouders was het een tikkie spannender met twee dochters die overal op af vlogen. Met grote groepen jongeren vermaakten we ons elke dag bij het meer, zwommen we naar de overkant en leerden er surfen. Samen met de italianen vierden we het dorpsfeest, dat werd georganiseerd op het plein naast de camping.

Oud en jong, lokaal en internationaal, gemoedelijk naast elkaar.

Toen ik jaren later een vriendje kreeg besloten we naar diezelfde camping te gaan. Ik had het er altijd zo leuk gehad en wilde er graag nog eens terug. Met een geleende auto van zus reden we die toch best lange route, zeker met je knieën in je nek in een afgetopt autootje. Het werd een vakantie om nooit te vergeten.

Herinneringen

Door de enorme kou en de hevige regen kreeg dat vriendje een zweepslag in zijn nek en moesten we spoorslags naar het ziekenhuis. Daar kreeg hij van een stevige non een joekel van een injectie in zijn bil. Diezelfde middag zaten we op de camping met een bel cognac bij een haardvuur, best bijzonder in de zomer. Op de terugweg naar huis, na teveel dagen hevige regen, sloegen er golven water over de motorkap. Het gepruttel van de motor maakte dat ik heel veel kilometers met geknepen billen heb gezeten. gelukkig bleef dat oude ding gewoon rijden.

Met onze laatste travellercheque gingen we onderweg ergens eten, in een spijkerbroek en t-shirt. Het bleek nogal een sjieke boel, met zilveren dekschalen en geklak van hielen. We kunnen er nog steeds smakelijk om lachen. Dat vriendje van toen is inmiddels al ruim achtentwintig jaar mijn echtgenoot.

Drie jaar geleden gingen we er nog eens terug, lekker romantisch die vakantie nog eens beleven. Zonder ziekenhuisbezoeken en zonder regen sliepen we hoog en droog in ons fijne buscampertje. Maakten we nieuwe dierbare herinneringen.

Wie weet gaan we er nog eens heen, gewoon, om nog wat extra herinneringen te maken 🙂

Nooit eenzaam

Ze oogt breekbaar als ze op het randje van haar bed gaat zitten, maar haar ogen staan helder en kijken me onderzoekend aan. Ik pak een stoel en ga tegenover haar zitten. ‘Mijn gehoor is op het moment heel slecht’ zegt ze misprijzend ‘dus wil je duidelijk praten’? Ik knik en rustig zeg ik:’ ik gebruik ook mijn handen en mijn voeten wel’. Meteen begint ze te schaterlachen en knikt enthousiast, ‘goed idee’.

Ze zoekt naar mijn naam, en vind het toch een ingewikkelde, ‘jullie blonde meiden lijken wel allemaal op elkaar hoor’. Ze wil een ezelsbruggetje, en dus vertel ik haar dat ik vroeger op school ook wel hyacynthia werd genoemd. Goedkeurend knikt ze, ‘een bloem, goed idee, dat onthoud ik wel, bloemen’. ‘We kunnen ook narcis doen, ook leuk’. Grijnzend knik ik goedkeurend, ze mag het lekker zelf kiezen. Ik ben een makkelijk mens en luister ook naar ‘klinkt als’.

Gezelligheid

Vanmorgen las ik een stuk dat iemand op linkedin had gedeeld, over al die mensen in verpleeghuizen die altijd al weinig bezoek kregen. Dat er voor heel veel mensen niks veranderde, omdat die al nooit bezoek kregen. Ik maakte het in mijn werk vaak mee en het stemt treurig. En toch begrijp ik het ook. Heel veel mensen vinden hun naasten met dementie toch soms wat eng, door het onvoorspelbare, die overduidelijke karakterverandering. Ze herkennen die geliefde moeder, hun gezellige tante, of wie dan ook, niet meer. Daar mee omgaan kost moed en energie, en niet iedereen kan dat opbrengen. Wil dat opbrengen.

Deze oude dame verteld over haar eigen oma, die vierennegentig werd, over haar familie en over haar broers en zussen. Terwijl ze op haar bed zit, dat ingeklemd tussen kasten vol prachtige boeken staat. We praten over al die schrijvers, en ze zegt dat ze het zo gezellig vind dat ze haar omringen, al die verhalen zo dichtbij. ‘Het eind van mijn leven is dichtbij’ zegt ze, ‘maar dat is niet erg’. Na een poosje vind ze toch dat we aan de slag moeten, ze is bang dat ze mijn tijd verspilt. Ik haal mijn schouders op, zorgen voor is ook een mooi gesprek voeren, tijd maken om te luisteren. Geduldig en met aandacht zorg ik. Praten doen we niet meer, te vermoeiend voor deze lieverd. Vervolgens zakt ze comfortabel in de kussens van de bank, boven mijn hoofd hoor ik de vloerplanken kraken.

Dat gekraak is haar dochter, die woont op de bovenste verdieping van dit prachtige huis. De afgelopen jaren woonden ze in volle tevredenheid samen op deze prachtige plek, en zorgde zij met liefde voor haar opgroeiende kleinkind, als dat nodig was. Nu zorgt de dochter voor haar moeder, nu die steeds minder kan, maar hebben ze beide hun eigen fijne plek. Deze lieve, oude dame zal nooit eenzaam zijn, ze wordt vol genegenheid omringd door haar familie. Dat is niet voor iedereen weggelegd, ik weet het, soms is thuis blijven echt geen optie meer. Toch vervuld het me met warmte, dat zij onder haar eigen dak kan blijven wonen, en nooit eenzaam zal zijn.

Zwieren

Zomaar onverwachts waren daar momenten waarbij mijn lengte me in de weg ging zitten. Dat moment waarop mijn grote zus pumps ging dragen bijvoorbeeld. Vol afgunst keek ik ernaar en ik wilde zelf niets liever. Zelfs met die pumps was ze een stuk kleiner dan mij, dat hakken-draag stadium is dus volledig aan me voorbij gegaan. Ik koos voor stoer, als tegenhanger, en droeg een soort legerkisten. Die hielpen me rechtop te staan en de wereld in de ogen te kijken, in plaats van mijn schouders te laten hangen om kleiner te lijken. Die foto’s heb ik ook nog, een jong meisje dat in elkaar probeert te kruipen, eeuwig zonde.

Altijd te lang

Dansles was ook een dingetje. Ik wilde niets liever dan over die glanzende vloer zwieren maar ik stond vaak aan de kant, te lang voor de meeste jongens om mee over die dansvloer te zwieren. Dat deed wel iets met me. Ik ben op een gegeven moment de les uitgeslopen om naar Donkey Shot te gaan, een verzamelplek voor mensen van allerlei allooi. Losser, alternatiever ook vooral, daar kwamen de jongens waar je uit de buurt moest blijven. Zo werd het afgeschilderd tenminste. Ik was vijftien en de wereld voelde nog aan als een speeltuin. Die avond trad Herman Brood er op en ik werd verpletterd, in meer opzichten dan één. Ik leerde die avond mijn huidige man kennen.

Inmiddels speelt mijn lengte ook een andere rol, mijn lijf begint te mopperen. Vooral dat lange bovenlijf begint te sputteren naarmate ik ouder wordt. Ik ben maar met wat eenvoudige yoga oefeningen begonnen, hopelijk heeft dat zin. Want ik heb altijd gesport maar door mijn lengte werd ik wel bepaalde richtingen op gestuurd. Richtingen waar ik eigenlijk geen passie voor had. Basketbal bijvoorbeeld, volleybal, hoog springen. Ik had alleen maar oog voor de sporten die weggelegd waren voor de fijner gebouwde meisjes. Suf, maar zo werkte dat nou eenmaal bij mij.

Naast yoga hou ik het maar bij wandelen, simpel en lekker en mijn lengte heeft nul invloed. Zwieren doe ik nu in de woonkamer, op mijn blote voeten, met mijn eigen vent, op Herman Brood 😉