Zwieren

Zomaar onverwachts waren daar momenten waarbij mijn lengte me in de weg ging zitten. Dat moment waarop mijn grote zus pumps ging dragen bijvoorbeeld. Vol afgunst keek ik ernaar en ik wilde zelf niets liever. Zelfs met die pumps was ze een stuk kleiner dan mij, dat hakken-draag stadium is dus volledig aan me voorbij gegaan. Ik koos voor stoer, als tegenhanger, en droeg een soort legerkisten. Die hielpen me rechtop te staan en de wereld in de ogen te kijken, in plaats van mijn schouders te laten hangen om kleiner te lijken. Die foto’s heb ik ook nog, een jong meisje dat in elkaar probeert te kruipen, eeuwig zonde.

Altijd te lang

Dansles was ook een dingetje. Ik wilde niets liever dan over die glanzende vloer zwieren maar ik stond vaak aan de kant, te lang voor de meeste jongens om mee over die dansvloer te zwieren. Dat deed wel iets met me. Ik ben op een gegeven moment de les uitgeslopen om naar Donkey Shot te gaan, een verzamelplek voor mensen van allerlei allooi. Losser, alternatiever ook vooral, daar kwamen de jongens waar je uit de buurt moest blijven. Zo werd het afgeschilderd tenminste. Ik was vijftien en de wereld voelde nog aan als een speeltuin. Die avond trad Herman Brood er op en ik werd verpletterd, in meer opzichten dan één. Ik leerde die avond mijn huidige man kennen.

Inmiddels speelt mijn lengte ook een andere rol, mijn lijf begint te mopperen. Vooral dat lange bovenlijf begint te sputteren naarmate ik ouder wordt. Ik ben maar met wat eenvoudige yoga oefeningen begonnen, hopelijk heeft dat zin. Want ik heb altijd gesport maar door mijn lengte werd ik wel bepaalde richtingen op gestuurd. Richtingen waar ik eigenlijk geen passie voor had. Basketbal bijvoorbeeld, volleybal, hoog springen. Ik had alleen maar oog voor de sporten die weggelegd waren voor de fijner gebouwde meisjes. Suf, maar zo werkte dat nou eenmaal bij mij.

Naast yoga hou ik het maar bij wandelen, simpel en lekker en mijn lengte heeft nul invloed. Zwieren doe ik nu in de woonkamer, op mijn blote voeten, met mijn eigen vent, op Herman Brood 😉

Yogababe

Ik ben dol op een beetje zelfspot. Ik kan voluit om mezelf grinniken. Eerlijk zijn over het gebrek aan sommige kwaliteiten kan ik inmiddels ook moeiteloos. De jaren dat ik zo voordelig mogelijk voor de dag wilde komen, zijn wel voorbij. Uitzonderingen daar gelaten offcourse, ik blijf wel een vrouw. Maar ik omarm de vrouw die ik ben geworden, met al die plussen en minnen. En die iets rondere rondingen. De kapper zorgt er inmiddels ook elke zes weken voor, dat ik de jaren dat ik rond die vijftig lijk, nog wat op kan rekken. Zij zwaait met haar toverstok en ik voel me weer fris en fruitig, no grey hair in sight.

Maar nu ik de laatste tijd zo worstel met dat tegenstribbelende lijf, werd het tijd om daar wat meer aandacht aan te schenken. Ik geef de corona daarvan de schuld, vanzelfsprekend. Dansen met achterlijke bewegingen, tot mijn voeten dode klompjes zijn, doe ik al maanden niet meer. En ook het gehuppel in de rij voor de wc-wagens, tot je eindelijk aan de beurt bent en die blaas welhaast op knappen staat, is geschiedenis. Jemig kon ik nog maar even! Maar die beweging mis ik natuurlijk, het is niet alleen de schuld van mijn nierstenen en mijn ouder wordende lijf, dat ik steeds meer pijntjes voel. Het is de schuld van de corona, zoveel is duidelijk 🙂

Corona

Om die spieren aan het werk te zetten had ik dus het geniale plan opgevat om thuis wat yoga te gaan beoefenen. Lekker in de woonkamer, geen mens die me ziet. Downward dog en dat soort zaken, moet goed komen toch? De liefste stond het grinnikend in de keuken te bekijken, en ik geef hem geen ongelijk. Om eerlijk te zijn waren sommige standjes een rasechte uitdaging, dus die smokkelde ik voorbij. Die meneer op dat yogafilmpje had gelukkig niks in de gaten 🙂

Inmiddels beginnen sommige oefeningen me al soepeltjes af te gaan, sommige. De meer uitdagende sla ik steeds stiekem over, of ik smokkel als een gek. Mocht je ergens volgende week tegelijk met mij op de camping staan….Ik heb besloten te blijven oefenen dus niet schrikken. Er is echt niks engs aan de hand, ik doe gewoon aan yoga.

Blote voeten in het zand

Mijn leven is een stuk saaier geworden, de laatste maanden kom ik op plekken die niet meer dan een paar kilometer van ons huis af liggen. Zelfs voor mijn werk niet want ook dat is heel dichtbij. Normaal gesproken gaan we er op al onze vrije dagen graag vandoor met dat busje van ons, nu geven we ruimte aan anderen. En dat miezerige steentje zit er ook nog steeds, die vind het blijkbaar leuk bij me. De pijn maakt me malloot soms, ik wil er graag afscheid van nemen.

Maar niet alles gaat nou eenmaal zoals ik wil.

Gelukkig kan ik mijn hoofd leeg maken in mijn directe woonomgeving. Strand, bos en duinen, you name it, wij hebben het. En door die prachtige, eindeloos warme dagen van de afgelopen periode was ik vooral veel op het strand te vinden. Fijn met mijn blote voeten in het zand. Vroeg in de ochtend of laat op de dag, dobberend op de golven van de zee. Dat lijf sputtert toch wel, dan maar liever sputteren op een lekker plekje.

Die liefde voor het strand voel ik bij elk weertype, misschien zelfs nog wel meer bij slechter weer. Bij barre ‘de wind doodlopen’ omstandigheden vind ik zalig. Alsof voor even alle narigheid uit je hoofd waait. Die enorme open vlakte voelt welhaast therapeutisch.

Strand

Dat hypnotiserende effect van die rollende golven die je zorgen meenemen, bijna wegwassen, al is het maar voor even. Alles in perpectief zien lukt het fijnste op die plek, ik vind er altijd nieuwe moed, als ik dat nodig heb. Stap voor stap voortploeteren of voortgeduwd worden door de wind, alsof iemand je een steuntje in de rug geeft. Met mijn haar wild door die zilte wind, is het zalig thuiskomen.

Voor nu geniet ik nog even van de warmte en de kalmte, voor mij mag de zomer best nog een poosje voortduren. Ook al was die enorme bui van gisteravond echt heel zalig, vandaag mag het wel weer mooi worden. En ik blijf hopen natuurlijk, op die kloink in de pot.

Dan hang ik de vlag uit 🙂

Onverwachte cadeautjes

Op de bonnefooi reizen blijft geweldig. Ook omdat de dingen die je tegenkomt volkomen onverwacht zalig kunnen zijn. Vooral de zeldzaam rustige plekjes die je dan weleens ontdekt.

Onderweg naar het meer van Annecy vonden we eens bovenop een berg een cadeautje. Onderweg, de berg op, liep er een ezel een hele poos voor ons midden op de weg. Toen wisten we al dat het leuk werd 🙂 Helaas was het ontzettend koud en regenachtig, maar dat mocht de pret niet drukken. We maakten een windscherm van een stoel, omdat we anders het vlees niet gebakken kregen met die ene pit in de buitenlucht. En elke avond lagen we toch wat vroeger in ons warme, droge bed. Maar jemig, wat hebben we gelachen. Koud en nat weer vergt absolute improvisatie, maar altijd alleen maar zon wordt ook saai toch?

Campings in de bergen

Van onze maffe filmpjes, bovenop die koude en winderige berg, krijgen we tot de dag van vandaag nog steeds de slappe lach. Barre omstandigheden blijven je veel langer bij dan weken stralend weer. Overdag wandelden we tot we een ons wogen en aan het eind van de middag namen we een wijntje. Of twee. We voelden ons voor even helemaal alleen op de wereld. En de warmte van de zon voelde ook nog eens extra fijn, nadat we van die berg afgedaald waren. Dat we er nog eens teruggaan is een zekerheidje, en hopelijk is het dan een klein tikkie beter weer. Dat willen we daarboven ook graag meemaken.

Prachtige campings in de bergen, wij krijgen er zelden genoeg van. Ook al zijn ze niet allemaal favoriet, en keren we naar sommige niet meer terug, het uitzicht is vaak waanzinnig. Prachtige ansichtkaarten 🙂

Ik heb inmiddels een aftelkalender gemaakt (geintje, ik tel lekker in mijn hoofd af) maar wat hebben we zin om weer te gaan! Kom maar door met dat voorjaar!

Dansen in de regen

Warm he?! Die hittegolf begint behoorlijk zijn tol te eisen. Ik ben er al zo moe van en ik ben nog een jonkie. Een jonkie midden in die opvlieger-periode, dat dan weer wel, niet echt heel lekker tijdens zo’n hittegolf. Het is het welbekende schepje erbovenop.

Bij ons op kantoor ben ik niet de enige gelukkig, we zitten met vier collega’s in dat overgangsschuitje. Maar hoe warm wij het ook hebben, ik denk vooral aan mijn zorgcollega’s en iedereen die niet zelf de verkoeling kan opzoeken. Gister stond ik een dag in zorg, had ik een thuiszorgrondje in Wijk aan zee. Hele stoeten strandgangers trokken aan me voorbij, terwijl ik gezellig heel veel lieverds aan het verzorgen was. Met dikke vette zweetparels op mijn hoofd natuurlijk, dat ook. Die warme, veel te krappe douches, brrrrr, gelukkig maakt die dankbare glimlach naderhand een hoop goed.

Hittegolf

Vandaag op kantoor was het echt niet veel beter, we hadden alle ventilatoren zo tactisch mogelijk neergezet om elk windje te vangen. Stel je even die reclame voor van heel veel jaren terug. ‘Pam, je haar danst’? Ken je hem nog? Zo zaten wij er ongeveer bij vandaag, met wapperende haren recht voor die draaiende ventilatoren. Het hielp geen fluit natuurlijk, ik gok dat die temperatuur ruim boven de dertig graden kwam. We zwelden allemaal op als ballonnetjes.

Ik weet het, niet mopperen. Dat hele fijne, mooie weer, ik hou er echt heel erg verschrikkelijk van. Net als dansen in de regen trouwens, daar hou ik ook echt heel erg verschrikkelijk van. En dan het liefst vanavond nog 🙂

Een stammetje

Eigenwijs, zo zou ik mijn vader en zijn broers en zus absoluut noemen. En wijsneuzerig, eigengereid en dol op eenvoud. Luxe is niet erg aan ze besteed. Superlatieven genoeg om ze te omschrijven. Maar ze zijn ook altijd in voor een lolletje en niet vies van een feestje. Niet erg van de gevoelens tonen, die houden ze lekker verborgen, wel paraat als je ze nodig hebt. Altijd. Wij noemen dat het Stammen-gen, en ook al mijn neven en nichten herkennen het bij hun ouders.

Het duurde best wel even voor ik het in de gaten had, dat stammendingetje, maar zo rond mijn puberjaren begon ik het te zien. Mijn vader noemt die leeftijd altijd’ de leeftijd dat je kinderen leuk worden’. Lekker direct pap, ook zo’n herkenbare eigenschap. Gelukkig vond hij onze jongere jaren ook leuk. Maar de jaren dat we mooie gesprekken gingen voeren, en hij kon zien wie zijn dochters waren geworden, vond hij het interessantst gok ik.

Eigenwijs

Ik schreef er al eens eerder over, over mijn familie en hun bijzondere eigenschappen. De gezamenlijke kampeervakantie in Wateren bijvoorbeeld, waar we lek werden gestoken door muggen. Gingen ze binnen zitten? Echt niet, met vuilniszaken werden delen blote huid ingepakt, mutsen gingen over kale koppen heen en een scheutje drank zorgde voor de rest. Hilarische momenten en prachtige herinneringen zijn dat. Mijn omaatje deed om het hardst mee aan al die gekkigheid.

Zalige feestjes waarbij ineens spontaan optredens moesten worden verzorgd, kermissen en malligheid. Gek was niet gek genoeg. Zelfverzonnen woorden die iedereen in de familie meteen begrijpt, we hebben er een hele hoop. Maar ook die urenlange wandelingen alleen. Ik ben er net zo dol op als een groot deel van de familie.

Mijn zus tagde me toen ze bovenstaand shirt op social media tegenkwam. Ik moest er om grijnzen. Waarna ik hem besteld heb natuurlijk. Want ook al heet ik inmiddels al heel lang ook Poen, ik blijf voor altijd een rasecht stammetje 🙂

Kamperen in de rust

Wat ik vorig jaar nog onvoorstelbaar zou hebben gevonden, is de afgelopen maanden ineens dagelijkse kost. Het scenario leest als een slechte film, ware het niet dat we daar niet als een doornroosje uit wakker worden gekust. Helaas mag ik wel zeggen.

En ook het reizen wereldwijd is aan banden gelegd. Gelukkig hebben we ons busje en kunnen we met gemak gaan en staan waar we willen. We volgen de berichten op de voet en kiezen op het laatste moment waar we onze vakantie dit jaar vieren. En waar het niet retedruk is, dat ook. Toeristische trekpleisters zijn toch al niet erg aan ons besteed, wij vinden rust en ruimte belangrijker.

veel te druk

Veel te druk

We probeerden het heus weleens hoor, toen we ons busje net hadden. Een paar jaar geleden gingen we naar Krk. Zelden zag ik mooier water dan daar. En wat een luxe op die camping. Maar het zorgde natuurlijk ook voor een enorme hoeveelheid mensen dicht op elkaar, het was er voor mij veel te druk. Ik ben al niet zo dol op drukte, maar in het licht van onze huidige tijd is het maf om daaraan terug te denken. Wij bleven er maar even, reden daarna snel door naar een Italiaanse camping waar ik prachtige jeugdherinneringen aan heb. Ook aan een natuurlijk water want daar ben ik dol op.

Water en de schoonheid van de bergen, en op die plek was het al vele malen fijner.

Nog maar een paar weken voor we weer op pad gaan. Wellicht wordt het een rondje Nederland, wellicht Zuid-Frankrijk. De vrijheid om keuzes te maken is ook waarom ik zo dol ben op dat camperleven.

Hittegolf

We zuchten met zijn allen onder de huidige hittegolf. En hij is nog maar net een dag of twee oud volgens mij. Gelukkig wonen wij heel dicht bij het strand, ik moet er niet aan denken dat ik op een flatje midden in de stad woon met die warmte, horror lijkt dat me.

Dichtbij dat strand dus, wat een zaligheid is dat. Lopend of met de fiets ben ik er zo, en als ik heel lui ben pak ik de auto. Op hele warme dagen, gruwel ik van de drukte. Voordat ik dan op dat strand ben, ben ik al oververhit en plakkerig. En dan moet ik ook nog terug. Maar heel vroeg in de ochtend is het fantastisch, dan is dat strand oprecht een cadeautje. Vanmorgen togen de liefste en ik dus in alle vroegte richting dat verkoelende water, na een warme plaknacht. Er is weinig fijner om dan even in die zee te plompen.

Wegen naar het strand

Genoegzaam lag ik afgekoeld te dobberen in dat water, het geruis van de zee om me heen, af en toe het geklapwiek van een spelende meeuw en stilte, verder niks dan stilte. Geen zuchtje wind en golven waren er nauwelijks. Voel je het ook? Lekker he?!

wegen naar het strand

We dronken onze meegenomen kop koffie en zaten intens tevreden met onze voeten in het zand naar dat gekabbel van die zee te kijken. Vanuit die rust reden we naar huis, raampjes open, de zilte geur van de zee nog om ons heen. Heerlijk ontspannen reden we een enorme hoeveelheid verkeer tegemoet. Ik heb het echt nog nooit meegemaakt dat het al zo vroeg, zo druk was op de wegen naar het strand. En ik woon hier al mijn hele leven. Vanaf de doorgaande weg kwam ons één onafgebroken sliert auto’s tot aan Wijk aan Zee tegemoet en het was pas half negen.

Een krap uurtje later bleken alle wegen richting het strand al vol te staan met trappelende badgasten.( inclusief auto natuurlijk, al moet ik grijnzen bij het beeld van trappelende badgasten zonder :-))

Ik zat inmiddels ook te trappelen. Intens tevreden in de schaduw van onze achtertuin, met mijn voetjes in een bak water. 🙂

Zaligheid

Zo’n hele lege dag, waarop je niks moet maar alles mag. Vandaag had ik bedacht dat dit zo’n dag zou worden. Geen gesop, geen verplicht gedoe, alleen maar doen waar ik zin in had. En wat was het zalig. Ik zou naar buiten gaan, zoveel was zeker. En omdat we zo waanzinnig mooi wonen is de keuze echt reuze, zelfs onze vakantie vierden we een keer vlakbij huis.

Wakker worden, koffie drinken en dan gewoon maar wat aanklooien. Boodschapje, wasje draaien, beetje opruimen. Ik maakte een zalige wandeling tussen al dat groen, om vervolgens even naar het strand te rijden. Want dat strand is ook om de hoek. Mijn lieve vriendin heeft er een huisje en het was hoog tijd om weer eens bij te kletsen. Vol in de wind, met de zon op mijn bol en uitzicht op een zee vol kitesurfers, zat ik me toch een potje lekker. Dat gevoel dat ik krijg van dat oneindige rollende water, ik wordt er altijd zo ontspannen van. De zee werkt en ik laat los.

Zee

Op de terugweg reed ik langs een kwekerij bij ons in Heemskerk, deze week was haar pluktuin weer geopend en ik zag mezelf al helemaal heerlijk tussen al dat kleurgeweld struinen. Nou had ik mijn collega’s kroketten beloofd, omdat ze zo lief waren toen dat rottige steentje roet in het eten gooide. Maar bloemen vond ik ook wel een goed idee, beter in verband met het buikspek zeg maar.

De pluktuin was prachtig, met een keur aan verschillende bloemen in allerlei kleuren. Als een hebberige graaier liep ik gewapend met knipschaar en emmertje langs de rijen bontgekleurde bloemen. Nadat Marty uitleg had gegeven natuurlijk. Ik wil niet op mijn geweten hebben dat ik een hele prachtige pluktuin verwoest.

En op die fijne plek liep ik volkomen toevallig een lieve vriendin tegen het lijf, die had dezelfde gedachte gehad als ik, ook weer enig. Het maakte een fijne dag, nog weer een beetje fijner.

Volkomen tevreden kwam ik een paar uur later, met mijn armen vol bloemen en een hoofd met een bos zeehaar( kustbewoners weten wat ik bedoel) thuis. En met een grote grijns, die ook!

Middle of nowhere

We plannen een hele hoop in het dagelijkse leven, de liefste en ik, maar veel plannen als we op vakantie zijn doen we liever niet. Op de bonnefooi op avontuur gaan vinden we geweldig. Daardoor vonden we deze hele kleine camping boven op een berg in Toscane. Ik moest echt even zoeken waar het precies was want ik schreef toen nog niet mee. Halverwege de berg dacht ik echt dat we verkeerd zaten en het pad erheen was een ramp. Maar de theedoek die ik noodgedwongen in een dorpje vlakbij kocht omdat ik de mijne was vergeten heb ik nog. Ik ben niet zo’n beste huisvrouw, en dat stapeltje theedoeken dat mee moest lag helaas nog thuis op de aanrecht.

Die ene Italiaanse die ik daar kocht is nog steeds mijn favoriete vakantie theedoek 🙂

Bovenop die berg dus. Caravans konden er niet op, te smal en te steil. ( inmiddels is dat iets veranderd volgens mij) Er stonden dus alleen tentkampeerders en dat was best bijzonder. In de ochtend kon je wat afbakbroodjes halen bij de receptie annex bar annex van alles.

We kregen op het hart gedrukt om vooral ons afval goed op te ruimen of hoog in de boom te hangen. Die boodschap ‘an sich’ zorgde in mijn onderbuik al voor een aparte sensatie en die eerste nacht hoorde ik elk gek geluidje. Er was een alternatief opzet zwembad en verder nul luxe. Maar voor een weekje was het echt tof. We hadden een fantastisch uitzicht omdat we zo hoog zaten, het was doodstil en omdat het snikheet was heb ik heel veel gelezen die week.

Berg

We hebben genoten, vooral genoten van het gebrek aan wat dan ook. Zonder afleiding of heel veel prikkels heb ik me overgegeven aan die magische plek. We klooiden een beetje door de dag, dronken eens een wijntje, lazen en kookten en luierden.

Onze buren zagen we niet, die stonden twee bomen en drie struiken verder. Voor veel van jullie zal het wellicht saai zijn en na die week vond ik het ook weer genoeg, had ik wel weer zin om de reuring op te zoeken. Maar wat was het fijn voor even.

Wilde dieren heb ik niet gezien, die zag ik heel veel vakanties later pas. Toen we op een enorme camping in Luxemburg noodgedwongen moesten overnachten, vlakbij een grote stad. ( geen fan van) Midden in de nacht kroop ik mijn bed uit en zag ik hem staan, midden op ons kampeerveldje, in al zijn pracht. Gevangen in het maanlicht, een prachtig vosje.

Ik heb toen meteen het afval maar even hoog gehangen. Voor het geval dat er nog meer wild in de buurt was 🙂