Eeuwige verbouwing, de kers

Mijn enthousiasme, het is een zegen en een vloek. Want ik mis soms een beetje dat gen, dat inziet dat niet alles kan, wat ik in mijn hoofd heb. Tikkie onnozel soms.

Ik denk weleens dat ik daarom met een man ben getrouwd, die soms voor mij het onmogelijke mogelijk maakt. Heerlijk is dat. Wat zijn ogen zien, maken zijn handen. En dat wordt hij ook weleens gruwelijk zat natuurlijk, maar dat is een andere discussie.

Zelf klussen

Afgelopen week had ik een verrassing bedacht. Als kers op de taart, voor die handige vent van mij. Leuk, dacht ik. Want na heel veel jaren dromen en klussen aan ons huis, begint dat paleis eindelijk voltooid te raken. Die enorme tuin, was ons laatste project. En ook al hebben we het echt allemaal samen gedaan, het uitdenken stond ook op zijn lijstje. Geen sinecure, je eigen huis verbouwen, je kan het maar één keer volledig verkloten zeg maar.

zelf klussen

Had ik iets eenvoudigs bedacht? Nee natuurlijk niet, ik wilde een echt geweldig mooie picknicktafel achter. Hoe ik dat enorme ding onze tuin in krijg, daar had ik verder niet over na gedacht. Kwam vast goed, dacht ik bij mezelf. Onnozel, daar heb je hem weer.

Dat die gedachte een lichtelijke misvatting was, tja, dat hadden jullie inmiddels vast begrepen. De verassing was compleet, dat wel. En hij staat geweldig, dat ook. Met dank aan de meneer die hem aan ons verkocht, en heel veel lieve, sterke buurmannen. Want het was wel een dingetje, om dat loodzware ding door onze ietwat ‘pittoreske’ poort te vervoeren.

We vierden dit weekeind, met heel veel koude biertjes, aan die waanzinnig mooie stoere tafel, dat die verbouwing officieel ten einde is. De afgelopen negen jaar zijn er ontelbaar veel containers puin afgevoerd. Van boven naar beneden is nu bijna alles in ons huis vernieuwd. Hebben we gevloekt, gejankt en bij tijd en wijle gedacht waarom we dit toch wilden, dit oude onooglijke hok.

Vanmiddag lag ik in mijn hangmat om me heen te kijken en ineens wist ik weer waarom 🙂

Zo vaak als mogelijk

Zodra het een weer een beetje fijn is, gaan we erop uit. Het liefst elk weekend. De lange weekeinden zijn dan een soort bonus, want dan kunnen we iets langer weg. Pasen, Pinkster, Hemelvaart, ons busje staat dan trappelend van ongeduld voor de deur. Met een gevuld koelkastje, en de noodzakelijke flesjes wijn, vliegen we er na het werk meteen vandoor. Nederland kent zoveel mooie plekjes.

Dat pinksterweekeind zag het weer er niet heel spectaculair goed uit, maar we gingen toch, de zin won het van de weersvoorspellingen. We kwamen uit bij camping Veerhof, klein maar heel erg fijn. Eenvoud en schoonheid. Het sanitair is wat verouderd, maar voor een paar dagen is het prima te doen. Het natuurkampeerterrein is schitterend, en we kregen echt een geweldig plekje toebedeeld. Helemaal aan het einde van de camping, met vrij uitzicht rondom.

Prachtig uitzicht vanaf onze kampeerplek!

Houtkacheltje

De eerste dagen waren zalig, prachtige zonsop- en ondergangen, en een leuke omgeving om te fietsen, dus we vermaakten ons opperbest. Tot die zondag, toen sloeg het weer dramatisch om. Wind en regen hadden vrij spel, juist omdat we zo lekker open stonden. Eigenlijk zouden we die dag een fluisterbootje huren, maar dat hebben we maar gelaten.

De campingeigenaren zijn van het doorgewinterde soort, en niet voor één gat te vangen. Als oplossing voor dat, soms onvoorspelbare, Nederlandse weer, verhuren ze houtkacheltjes. En die vonden gretig aftrek bij alle andere campinggasten.

Potje genieten.

Stiekem houden we wel van een beetje afzien Het filmpje dat we die middag gemaakt hebben, met dat vieze weer, vinden we nog steeds hilarisch. Ingesnoerd in onze warme vesten, met een wijntje bij die houtkachel, hebben we de slappe lach om helemaal niks. Elke dag vlekkeloos wordt toch ook snel saai tenslotte 🙂 Met die een paar flesjes wijn, fenomenale uitzichten en dat heerlijke kacheltje, werd het een memorabel kampeerweekeind.

Onze zin om weer op avontuur te gaan moeten we nog even beteugelen maar ergens de komende weken gaan we voor ons eerste kampeerweekeind. Desnoods weer met een houtkacheltje!

Oh lala, le pèage

‘Frankrijk is fantastisch, er zouden alleen geen fransen moeten wonen’ zei mijn vader altijd. Als ik toch een euro kreeg voor elke keer dat hij dat hardop zei, had ik nu een heerlijk gevulde bankrekening gehad. Maar elk jaar ging hij weer, minstens een week of tien.

Liefde voor Spanje

Wij sloegen Frankrijk het liefste over, Spanje was onze grote liefde. Dat enorme land was een noodzakelijk kwaad, waar je nou eenmaal doorheen moest om naar Spanje te komen. Tot we een aantal jaar geleden volledig van gedachten veranderden.

Savoy

Eindelijk op zwerftocht

We hadden ons busje net gekocht en hadden dat jaar een maand vakantie genomen. We zouden een zwerftocht gaan maken, op de bonnefooi, gewoon zien waar we terecht zouden komen. En in alle eerlijkheid, de diversiteit aan franse natuur trok onweerstaanbaar. Ruige alpen, zee en strand, de Provence, de Ardèche. Teveel om op te noemen, en wij wilden het zien en het liefste allemaal.

Frankrijk

Het werd een fantastische vakantie en ik sloot de fransen ruimhartig in mijn hart. Alleen die tolpoortjes, Mama Mia, die tolpoortjes. Oprecht paniekaanvallen krijg ik ervan. Zodra ik dat bord langs de kant van de weg zie, dat er een pèage aankomt beginnen mijn handen zweterig te worden. Nerveus hou ik mijn pasje paraat en speur ik naar de snelste rij. Kansloos natuurlijk, wij belanden steevast in de langzaamste. De mensen voor ons willen altijd met kleingeld betalen, of snappen het niet, of gebruiken ongeldige pasjes. Als het niet om te janken zou zijn, zou ik elke keer van het lachen in mijn broek piesen.

Mon dieu!

Slagbomen die naar beneden komen tussen de frames van onze fietsen, die achterop de auto staan. Rijen die bij nader inzien toch geen rijen, zijn zodat je moet invoegen en niemand je ruimte geeft. Rode kruizen en ellende in het kwadraat. Het overkomt ons steeds weer. Meerder jaren probeerden we zo’n tolbadge, dan zouden we snel door kunnen rijden. Maar zeer regelmatig deed de sensor gewoon niks en stonden we verloren voor die kloterige tolpoortjes die niet open wilden.

Frankrijk, tu est mon amour, avec tout mon coeur. Maar die tolpoortjes, on peut me les voler 🙂

Altijd opvallend

Mijn oma was groot, op hun trouwfoto steekt ze dan ook boven mijn opa uit. In die tijd was in het wit trouwen niet gebruikelijk, oma stond dan ook heel statig en trots rechtop te stralen met een bontje om haar schouders.

Naast mijn dikke bos krullen, gaf oma ook haar lengte aan mij door. Nu zijn lange vrouwen in Nederland nogal gewoon, maar in het buitenland was ik soms een echte bezienswaardigheid. Zoals één van de ‘mijn’ meelezende dames al opmerkte,’ in Italië zijn de meeste mannen niet zo groot‘. Met mijn blonde lokken viel ik nogal in het oog tijdens mijn puberjaren, soms tot verdriet van mijn ouders.

Passende kleding was best een uitdaging, getailleerde kleding met name. De taille van mijn gezellige truitjes zat altijd op een lachwekkende plek, richting mijn boezem. Van enkellange jurken kon ik alleen maar dromen, die waren steevast te kort. Leuke schoenen of hippe setjes, allemaal niet voor Cynt weggelegd. Vroeger tenminste, want tegenwoordig is het al vele malen beter hoor.

Lang

Maar kort en goed, het is voornamelijk cosmetisch, want wie is er nou echt altijd 100% tevreden met zichzelf. Langzaam maar zeker leer ik liever te zijn voor mezelf en dat het zoveel jaar heeft geduurd is eigenlijk belachelijk.

Als ik een rondje ga hardlopen, zou ik wensen dat ik een elegante hinde ben. Ik ben me dan extra bewust van dat lange lijf. Toch ga ik. Heel vroeg in de ochtend, dat wel, maar ik doe het. Zoals iemand laatst tegen me zei: ‘ik zit in een rolstoel en zou wensen dat ik ook weer lang kon zijn en rechtop kon staan. Fier en trots’. Heel begrijpelijk en dat zette mij weer even met beide voeten op de grond ten aanzien van mijn eigen geneuzel.

Dus leer ik steeds beter te doen wat goed voelt voor mij, met mijn hele grote, lange lijf. Want door die lengte is er lekker veel om van te houden (of om je mateloos aan te irriteren)

Ik zeg win-win, wat jij 🙂

Kind bij je in bed?

Ik kom uit een warm nest, en wij konden vroeger altijd troost zoeken bij onze ouders. Ik weet gewoon niet beter dan dat ik altijd welkom was, ook midden in de nacht.

De keren dat ik tijdens ziek zijn of na angstige dromen, veilig tussen mijn vader en moeder in bed kroop, zijn ontelbaar. Of de zondagochtenden die grote zus en ik bij pap en mam in het grote bed lagen. Ik bij papa, want ik lag altijd muisstil, grote zus bij mama want dat was een draaikont. Dankzij mij kon papa mooi nog wat soezen op de vroege ochtend. Vaderdag, moederdag, als ik jarig was, ik stond altijd vroeg naast hun bed. Standaard te opgewonden om in mijn eigen bed te blijven liggen.

Onze meiden mochten, net als ik vroeger, ook bij ons in bed als ze daar behoefte aan hadden. Ik las er weleens wat over, over ouders die tot waanzin werden gedreven door hun kleintjes die steeds maar tussen die ouders in wilden slapen. Wat dat betreft hadden wij het getroffen, het was altijd maar voor even.

Troost

Toen ze groter werden heb ik regelmatig een nachtje bij onze dochters op de kamer geslapen. Toen onze jongste een lelijke breuk in haar pols had bijvoorbeeld, en ze nog een spalk droeg. Midden in de nacht hielp ik haar met plassen en mijn aanwezigheid was tegelijk ook troost. Of als ze hele hoge koorts hadden en ik een oogje in het zeil wilde houden. Mama in de buurt was fijn en bij hen in de buurt zijn gaf mij ook rust.

Ik las vanmorgen een artikel in de krant, dat een gezin gered was, doordat een van de kinderen midden in de nacht bij zijn ouders in bed was gekropen. Zo werd brand in hun huis ontdekt, hoe bijzonder is dat.

Donkere nachten alleen met pijn of verdriet kunnen heel spannend zijn. Ik ben blij dat ik dan een troostende factor was. Onze meiden zijn hele zelfstandige dames geworden dus kwaad heeft het ze niet gedaan. Je kind warmte en troost bieden, wanneer dan ook, ik geloof erin.

Zorg verdient beter

Met haar rug naar me toe zit ze stil in haar stoel, haar schouders zijn hoog opgetrokken. Het ongemak straalt uit haar gespannen houding, ze is benauwd en ademhalen gaat moeizaam.
Rustig groet ik haar goedemorgen en ik loop ruim om haar stoel heen, zodat ze me kan zien. Op veilige afstand glimlach ik vriendelijk, naar ik hoop geruststellend, en vertel dat ik haar medicijnen ga pakken. Vervolgens verstop ik mijn glimlach achter mijn mondkapje.

Kalm dien ik haar medicatie toe, en moedig haar aan vooral rustig te inhaleren. Stil zit ik naast haar en na een aantal minuten zie ik de eerste tekenen van opluchting. Vanachter dat mondkapje blijf ik rustig praten, mijn glimlach ziet ze hopelijk ook in mijn ogen, maar het liefst gooi ik hem af. Voor haar bescherming hou ik hem natuurlijk op, maar iemand vanachter dat scherm geruststellen is pijnlijk lastig.

Na een stief kwartiertje doet de combi medicatie zijn werk, ze glimlacht en krijgt weer praatjes, ik zie opluchting, ontspanning. Ik ga op afstand zitten en doe mijn mondkapje af. We praten wat en nu ze minder benauwd is, neemt de verwardheid in haar ogen ook wat af.

Als je dementie hebt, en je dan ook nog benauwd wakker wordt, is de wereld even heel angstig, met die mist in hoofd en longen, mist die zich maar niet lijkt op te lossen. Hoe eenzaam moet dat gevoeld hebben, ongrijpbaar, als je niet kan vatten wat er gaande is.
Zacht verzorg ik haar verder, maak ontbijt, heb ik aandacht voor haar alleen, tot ik verder moet.

Ondergewaardeerd

Ik moet denken aan het applaus dat we kregen, en aan alle collega’s die dagelijks buffelen in de zorg, ook buiten de ziekenhuizen. En dat blijven doen, elke dag opnieuw. Het zijn voor iedereen spannende tijden, maar voor de directe zorg toch net iets meer.

Als ik alles heb opgeruimd zeg ik haar gedag, ontspannen zit ze achter een door mij gezette kop koffie. We glimlachen naar elkaar en met een laatste zwaai vertrek ik.

Ik vind er het mijne van, van al die ontwikkelingen, maar ik weiger cynisch te worden of te verzuren. Er valt weinig meer te verwachten van de politiek behalve loze beloftes en lege stemmingen. Waar grote bedrijven grote geldbedragen geïnjecteerd krijgen, blijft de zorgwereld op zijn tandvlees doorworstelen. Ik doe mijn werk, met liefde, omdat zij dat verdiend. Dat ook de zorg meer verdient, maar ondergewaardeerd zal blijven, doet me meer pijn dan ik ooit kan uitleggen….

Wat is waarheid?

Ik schreef er een poosje terug een stukje over, over een buitje slappe lach. En nu de kranten volstaan met opstand, rellen en ongeregeldheden rondom die covid en zijn maatregelen, heb ik er meer dan ooit behoefte aan. Het voelt alsof iedereen zich de afgelopen periode tijdens die lockdown zo enorm heeft ingehouden. Dat ze nu niet anders kunnen, dan de deur open te zetten van van al die opborrelende en binnen gehouden energie. Even aanpassen is tot daar aan toe, maar verregaande wetten accepteren gaat een stap te ver. Dus gaan we massaal in de demonstratie modus. De kranten staan bol van voortschrijdende negativiteit en ik mis het kadertje ‘positieve berichten’.

Covid

Ik lees over heel veel verschillende waarheden en tegengestelde meningen, en al die mensen beweren zelf, dat ze precies weten hoe het met die civid zit. Maar elk mens heeft vooral zijn eigen waarheid, en die is voor ons allemaal anders. Dat maakt onze wereld ook zo mooi, al die verschillende mensen, meningen en persoonlijkheden.

Vanmorgen was ik in de thuiszorg aan het werk, zalig van adres naar adres, met de zon op mijn bol. En bij iedereen kreeg ik vanmorgen tijdens dat zorgmoment, een lach op het gezicht getoverd. Genieten was dat. Mijn batterij laad er van op, van dat zorgen voor. Ik ben liever zachtmoedig dan opstandig. Het was mijn kadertje ‘positiviteit’ van vandaag.

Ik ben een eenvoudig mens en heb echt de wijsheid niet in pacht, ik probeer vooral ook open te staan voor andere ideeën. Ik geloof oprecht dat niets zwart-wit is en dat die waarheid altijd ergens in het midden ligt. Zoveel mensen, zoveel meningen. Het zou wel erg kort door de bocht zijn om te zeggen dat één enkele mening de enige juiste is.

Soms werkt luisteren en in gesprek gaan vele malen beter dan schreeuwen en geweld. Maar dat is gewoon maar mijn mening 🙂

Corona maanden

Die laatste paar maanden, het is alsof onze hele wereld in één nachtje, in een horrorfilm veranderde. Het is toch bijna niet voor te stellen, wat er allemaal gebeurde.

Lockdowns, bezoekregelingen, thuiswerken en niet naar school. Ziek en dood en heel veel ellende. Mijn spontane omhelzingen van eenieder die ik liefheb, het kon even niet meer. En we leverden vrijheid in. Niet een beetje, maar heel erg veel. Niet door een oorlog, maar dankzij een virus. En inmiddels zitten we volop in die tweede golf, en is onze maatschappij zelden meer gespleten geweest dan dat we nu zijn. In fanatiek voor, en tegen, en alles ertussenin.

Nu we van de eerste schrik zijn bekomen, en onze wereld nog steeds niet terug gaat naar het pré-corona tijdperk, ontstaat er ook steeds meer opstand. Op alle vlakken. We lieten ons allemaal even de wet voorschrijven maar nu is er die toenemende weerstand. Soms ten behoeve van onszelf, soms ten behoeve van anderen.

Opstand

En ook dat vind ik zorgelijk. Ik snap het allemaal maar toch. Ook die opstand telt excessen, telt extremen. En waar ik in het begin het idee had dat we dicht bij elkaar stonden, voelt het nu alsof we verder van elkaar verwijderd zijn dan ooit.

Het is alsof de dagelijkse realiteit steeds maar weer onstabieler wordt, elke dag een beetje meer. En ook dat vind ik afschrikwekkend. Dat gevoel van onveiligheid verspreid zich als een olievlek, en niet alleen die corona is iets waar we voor op moeten passen.

Ik doe wat ik altijd doe, ik zoek de rust op. Bepaal mijn eigen richting en laat me niet verleiden door welke stemmingmakerij dan ook. Want het voelt alsof echte objectiviteit uit de mode raakt, wie momenteel het hardste schreeuwt krijgt de meeste aandacht. En dat fluctueert ongeveer dagelijks.

En dat voelt voor mij net zo onveilig als dat hele nare virus.

Vaderdag

De band met je vader is een bijzondere, las ik vanmorgen in een artikel, en dat heb ik ook altijd gevonden. Toen ik een jong meisje was dacht ik daar weinig over na. Papa was er en dat was dat. Mijn herinneringen uit die tijd zijn wat losse flodders. Samen schaatsen, samen op de racefiets en de ietwat te toeristische bergwandelingen. Papa is, en was, een rasechte sportieveling. Het rode adidasjasje dat ik van hem kreeg voor mijn verjaardag versleet ik tot op de draad.

Fanatiekeling!

Ik vond hem een stoere man, die op sommige momenten nogal recalcitrant kon zijn. Eigengereid. En zo is hij nog steeds. Pap is niet snel van zijn stuk te brengen. Vanaf een jaar of 14/15 begon ik mijn vader in een ander licht te zien, maar dat kwam vooral omdat ik zelf ook ouder werd. Ik raakte op een andere manier geïnteresseerd. Ik zocht zijn goedkeuring, die vond ik belangrijk. Als papa het goed vond, was het vast ook goed. De neiging om me heel erg tegen hem af te zetten heb ik volgens mij nooit gehad.

Eigengereid

Op de momenten dat ik hem nodig had, was hij er ook. Ik zie hem nog zitten, midden in de nacht op de bank in zijn ondergoed, toen mijn eerste echte vriendje het had uitgemaakt. Ik liep over van liefdesverdriet. Hij maakte er niet veel woorden aan vuil, maar hij was er voor me. Net als tijdens dat moment dat het op de middelbare school niet lekker ging. Papa ging met me mee naar school en maakte recht wat krom was. En zo zijn er nog ontelbaar veel momenten. Hij liet me vooral mijn eigen keuzes maken, ook al worstelde ik soms enorm. Pap had vertrouwen in mijn gezond verstand. Meer dan ik zelf in mijn eigen kwaliteiten had. Hij zag al wie ik kon worden.

Ik ben dol op mijn ouders. En ook al heb ik van alle twee trekjes meegekregen, ik lijk het meeste op mijn vader. Het goed alleen kunnen zijn, de behoefte aan lange wandelingen in mijn uppie, en onze soms iets te directe natuur kreeg ik allemaal van hem. Mijn de liefde voor muziek, ook van papa. Jaren terug kreeg ik zijn elpee van The Eagles, Hotel Californië en ik koester hem. We hebben dezelfde liefde voor lezen en houden van hetzelfde genre. Dol op dansen en feestjes, dat kreeg ik ook van papa, alhoewel mijn mams ook graag over de dansvloer zwiert. Eigengereid, ook van pap.

Soms besloot hij spontaan om met zijn dochters te gaan winkelen, maar dan moesten we ook binnen vijf minuten klaarstaan. Gierend van de lach trokken we dan snel onze schoenen aan. Ik slaagde vaak al in winkel nummer één. Dan konden papa en ik aan de koffie terwijl mama en grote zus de rest van de winkelstraat samen afstroopten.

Zeggen dat hij van me houd of trots op me is, zegt hij nooit. En ook al voel ik het wel, ik blijf verlangen naar die woorden.

Fijne vaderdag lieve pap, en dank voor alle mooie, wijze en liefdevolle lessen. Ik koester ze in hoofd en hart. Dikke kus, je jongste.

Frisse kop

Ik doe niet aan goede voornemens, dat had ik me voorgenomen namelijk. Geen goede voornemens dit jaar, maar wel vasthouden aan wat goed is. Dus ga ik in de ochtend vaak een frisse neus halen. Gewoon saai, wandelen.

Ik ben dol op dit soort zwerftochten, lukraak sla ik links of rechtsaf. Ik laat me leiden door het toeval en stevig doorstappend laat ik mijn gedachten haar gang gaan. Onderwijl kan ik heerlijk in al die huizen naar binnen kijken, ideetjes op doen voor ons eigen huis of me verbazen over wat ik allemaal zie. Onnozele gedachten of volop inspiratie, het kan alle kanten op.

wandelen

Soms loop ik bewust de natuur in, zoek ik de stilte op, zoals vanmorgen. Lekker vroeg in de ochtend is die er nog volop, met alleen de warme zon en de natuur om me heen. Of regen natuurlijk, zolang het niet met bakken naar beneden komt geniet ik nog steeds van dat rondje. Goed voor mijn krullen:-)

Wandelen

Onderwijl mijmer ik heerlijk door, het is zalig om zonder te praten je gedachten de vrije loop laten. Met muziek op mijn hoofd gewoon maar die ene voet voor de andere. Het verbaasd me elke keer weer hoe lekker het is. Want ondanks mijn goede geheugen vergeet ik dat weleens. Als ik moe ben, een rukdag heb gehad, of nog wat huishoudelijke klusjes af moet maken vergeet ik hoe lekker dat rondje buiten voelt. In plaats daarvan blijf ik dan heel erg onvoldaan thuis in mijn hoofd zitten malen, op die bank, onder mijn dekentje.

Ik las vanmorgen een artikel van professor Scherder, over wat een rondje wandelen voor goeds doet met je hoofd. Het is wellicht te saai voor de meeste van jullie, maar heel eerlijk, ik vind het genieten.