Heerlijke hangmat

Wij zijn al een aantal keer verhuisd, en ook het aantal kampeermiddelen is bij ons nogal eens gewisseld in de loop der jaren. Van tent naar vouwwagen naar kleine tentjes. Uiteindelijk kwamen we uit bij onze droom, ons buscampertje. Wat al die jaren bleef, was die heerlijke hangmat. Als die toch eens kon praten, zouden we samen fantastische herinneringen kunnen ophalen.

Elke vakantie was die hangmat een trouw onderdeel van ons gezin. Stonden er bomen op een camping, dan kreeg die hangmat een plekkie. Heerlijk voor ons kleine grut, als ze moegespeeld even siësta hielden. Onder de luwte van de bomen in slaap gewiegd worden, volkomen ontspannen werden ze ervan. En zij niet alleen, ook bij ons was hij favoriet.

Deel van het gezin

Toen onze meiden groter werden en we met zijn tweetjes op vakantie gingen, ging hij trouw met ons mee, en steeds hingen we hem op als de bomen dik genoeg waren. Hij zal wat landen en campings gezien hebben! Dat zalige ontspannen geschommel, ik wordt het nooit zat. Dus toen we onze tuin opnieuw gingen doen, was dat een grote wens. Dat die hangmat een mooi plekje zou krijgen. En ook al is hij zeker twintig jaar oud, hij ligt nog fantastisch.

Afgelopen week waren onze meiden vaak bij ons, die hittegolf joeg onze dochters uit hun beider flatjes. Dat zwembadje in die fijne, nieuwe tuin was met die warmte een genot. Aan het eind van elke middag kroop onze jongste in bikini in de hangmat, en dat riep onmiddellijk mooie herinneringen op. Aan die fijne jaren dat we samen in Frankrijk of Spanje kampeerden. Ik zag gelijk weer voor me hoe zij heerlijk ’s middags met een bezweet koppie, total loss onder de bomen siësta lag te houden. Vertederd bekeek ik dat tafereel. Voor even was ze niet al vijfentwintig, maar weer even dat kleine grietje van toen. Soms zou ik best een dagje terug willen, naar de tijd dat mijn meiden nog meisjes waren.

Inmiddels is de hittegolf hier op zijn eind, maar die heerlijke hangmat ligt ingepakt te wachten op ons komende vakantieavontuur. Kan ik nog een poosje wiegen onder de koelte van de bomen. Can’t wait!

Nog een paar nachtjes

De komende weken kruip ik even heerlijk weg in mijn eigen bubbel, lieve worstelende wereld, voor even heb ik genoeg van je. Van alle discussies, alle voor-en tegenstanders, van alle corona-hectiek. Ik denk dat ik officieel corona-moe ben.

Harstikke slecht, helemaal waar. Lafaard, vast, maar toch ga ik me even lekker focussen op mezelf. Voor een poosje wil ik me niet bezig houden met voor en tegenstanders, met al die meningen waar ik mee om de oren wordt geslagen. Met waar en onwaar, met’ ik weet hoe het echt zit’.

Ons busje staat ingepakt. Die zalige hangmat, een stapel boeken, mijn macbook om te kunnen schrijven, meerdere flesjes wijn en mijn favoriete bikini liggen ingepakt te wachten. Mijn bedje is al opgemaakt, ik ga me onderdompelen in even helemaal niks moeten.

totale rust

Op dat ene speciale plekje is het zo fijn wakker worden. Mijn dag beginnen met een plons in de rivier en die zon op mijn bol. Ver weg van dat dagelijkse, van glad pratende politici, speculerende virologen, zelfbenoemde experts en fanatici. Van alle negativiteit en grimmigheid. Wentelen ga ik me, in de prachtige natuur van die hemelse plek.

Totale rust

Elke dag rommel ik in alle vroegte op mijn blote voeten naar dat kabbelende water en laat ik alle onrust uit mijn lijf stromen. Met koffie en een broodje ga ik urenlang aan de waterkant zitten dagdromen, kijkend naar de roofvogels op zoek naar prooi of langsvarende kano’s vol uitheinige tieners. We bakken wentelbitches, verorberen potten met olijven, plukken vijgen, zo van de boom, voor de lunch.

En als de zon onder gaat, ga ik met een wijntje gewoon maar zitten mijmeren. Tot de lucht één adembenemend spektakel van sterren is geworden. Een beetje teut rol ik uiteindelijk mijn bedje in, rozig en misschien een tikkie verbrand. Om de volgende dag, in die totale rust, ook alleen maar te doen waar ik zin in heb.

Razend luxe, helemaal waar, dat vind ik ook. Ik bof. Die voorpret alleen al, zorgt er voor dat ik die laatste dagen tippend door het leven ga. Met kriebels in mijn buik en een opgewonden verwachting voor wat komen gaat.

Met mijn ogen dicht ben ik er al.

Eerste vakantie

Ik ben nogal van het sentiment, ik ben een softie in het kwadraat. Gelukkig weet ik het van mezelf. Naast een ijzeren geheugen. Als de wereld me even niet bevalt, verstop ik me in mijn herinneringen.

Vanmorgen kwam ik deze foto tegen van Lago di Piano in Italië. Heel veel jaren terug kampeerde ik er met mijn ouders en zus. Twee blonde meiden in de puberleeftijd, dat zijn topvakanties geweest. Voor onze ouders was het een tikkie spannender met twee dochters die overal op af vlogen. Met grote groepen jongeren vermaakten we ons elke dag bij het meer, zwommen we naar de overkant en leerden er surfen. Samen met de italianen vierden we het dorpsfeest, dat werd georganiseerd op het plein naast de camping.

Oud en jong, lokaal en internationaal, gemoedelijk naast elkaar.

Toen ik jaren later een vriendje kreeg besloten we naar diezelfde camping te gaan. Ik had het er altijd zo leuk gehad en wilde er graag nog eens terug. Met een geleende auto van zus reden we die toch best lange route, zeker met je knieën in je nek in een afgetopt autootje. Het werd een vakantie om nooit te vergeten.

Herinneringen

Door de enorme kou en de hevige regen kreeg dat vriendje een zweepslag in zijn nek en moesten we spoorslags naar het ziekenhuis. Daar kreeg hij van een stevige non een joekel van een injectie in zijn bil. Diezelfde middag zaten we op de camping met een bel cognac bij een haardvuur, best bijzonder in de zomer. Op de terugweg naar huis, na teveel dagen hevige regen, sloegen er golven water over de motorkap. Het gepruttel van de motor maakte dat ik heel veel kilometers met geknepen billen heb gezeten. gelukkig bleef dat oude ding gewoon rijden.

Met onze laatste travellercheque gingen we onderweg ergens eten, in een spijkerbroek en t-shirt. Het bleek nogal een sjieke boel, met zilveren dekschalen en geklak van hielen. We kunnen er nog steeds smakelijk om lachen. Dat vriendje van toen is inmiddels al ruim achtentwintig jaar mijn echtgenoot.

Drie jaar geleden gingen we er nog eens terug, lekker romantisch die vakantie nog eens beleven. Zonder ziekenhuisbezoeken en zonder regen sliepen we hoog en droog in ons fijne buscampertje. Maakten we nieuwe dierbare herinneringen.

Wie weet gaan we er nog eens heen, gewoon, om nog wat extra herinneringen te maken 🙂

Nooit eenzaam

Ze oogt breekbaar als ze op het randje van haar bed gaat zitten, maar haar ogen staan helder en kijken me onderzoekend aan. Ik pak een stoel en ga tegenover haar zitten. ‘Mijn gehoor is op het moment heel slecht’ zegt ze misprijzend ‘dus wil je duidelijk praten’? Ik knik en rustig zeg ik:’ ik gebruik ook mijn handen en mijn voeten wel’. Meteen begint ze te schaterlachen en knikt enthousiast, ‘goed idee’.

Ze zoekt naar mijn naam, en vind het toch een ingewikkelde, ‘jullie blonde meiden lijken wel allemaal op elkaar hoor’. Ze wil een ezelsbruggetje, en dus vertel ik haar dat ik vroeger op school ook wel hyacynthia werd genoemd. Goedkeurend knikt ze, ‘een bloem, goed idee, dat onthoud ik wel, bloemen’. ‘We kunnen ook narcis doen, ook leuk’. Grijnzend knik ik goedkeurend, ze mag het lekker zelf kiezen. Ik ben een makkelijk mens en luister ook naar ‘klinkt als’.

Gezelligheid

Vanmorgen las ik een stuk dat iemand op linkedin had gedeeld, over al die mensen in verpleeghuizen die altijd al weinig bezoek kregen. Dat er voor heel veel mensen niks veranderde, omdat die al nooit bezoek kregen. Ik maakte het in mijn werk vaak mee en het stemt treurig. En toch begrijp ik het ook. Heel veel mensen vinden hun naasten met dementie toch soms wat eng, door het onvoorspelbare, die overduidelijke karakterverandering. Ze herkennen die geliefde moeder, hun gezellige tante, of wie dan ook, niet meer. Daar mee omgaan kost moed en energie, en niet iedereen kan dat opbrengen. Wil dat opbrengen.

Deze oude dame verteld over haar eigen oma, die vierennegentig werd, over haar familie en over haar broers en zussen. Terwijl ze op haar bed zit, dat ingeklemd tussen kasten vol prachtige boeken staat. We praten over al die schrijvers, en ze zegt dat ze het zo gezellig vind dat ze haar omringen, al die verhalen zo dichtbij. ‘Het eind van mijn leven is dichtbij’ zegt ze, ‘maar dat is niet erg’. Na een poosje vind ze toch dat we aan de slag moeten, ze is bang dat ze mijn tijd verspilt. Ik haal mijn schouders op, zorgen voor is ook een mooi gesprek voeren, tijd maken om te luisteren. Geduldig en met aandacht zorg ik. Praten doen we niet meer, te vermoeiend voor deze lieverd. Vervolgens zakt ze comfortabel in de kussens van de bank, boven mijn hoofd hoor ik de vloerplanken kraken.

Dat gekraak is haar dochter, die woont op de bovenste verdieping van dit prachtige huis. De afgelopen jaren woonden ze in volle tevredenheid samen op deze prachtige plek, en zorgde zij met liefde voor haar opgroeiende kleinkind, als dat nodig was. Nu zorgt de dochter voor haar moeder, nu die steeds minder kan, maar hebben ze beide hun eigen fijne plek. Deze lieve, oude dame zal nooit eenzaam zijn, ze wordt vol genegenheid omringd door haar familie. Dat is niet voor iedereen weggelegd, ik weet het, soms is thuis blijven echt geen optie meer. Toch vervuld het me met warmte, dat zij onder haar eigen dak kan blijven wonen, en nooit eenzaam zal zijn.

Zwieren

Zomaar onverwachts waren daar momenten waarbij mijn lengte me in de weg ging zitten. Dat moment waarop mijn grote zus pumps ging dragen bijvoorbeeld. Vol afgunst keek ik ernaar en ik wilde zelf niets liever. Zelfs met die pumps was ze een stuk kleiner dan mij, dat hakken-draag stadium is dus volledig aan me voorbij gegaan. Ik koos voor stoer, als tegenhanger, en droeg een soort legerkisten. Die hielpen me rechtop te staan en de wereld in de ogen te kijken, in plaats van mijn schouders te laten hangen om kleiner te lijken. Die foto’s heb ik ook nog, een jong meisje dat in elkaar probeert te kruipen, eeuwig zonde.

Altijd te lang

Dansles was ook een dingetje. Ik wilde niets liever dan over die glanzende vloer zwieren maar ik stond vaak aan de kant, te lang voor de meeste jongens om mee over die dansvloer te zwieren. Dat deed wel iets met me. Ik ben op een gegeven moment de les uitgeslopen om naar Donkey Shot te gaan, een verzamelplek voor mensen van allerlei allooi. Losser, alternatiever ook vooral, daar kwamen de jongens waar je uit de buurt moest blijven. Zo werd het afgeschilderd tenminste. Ik was vijftien en de wereld voelde nog aan als een speeltuin. Die avond trad Herman Brood er op en ik werd verpletterd, in meer opzichten dan één. Ik leerde die avond mijn huidige man kennen.

Inmiddels speelt mijn lengte ook een andere rol, mijn lijf begint te mopperen. Vooral dat lange bovenlijf begint te sputteren naarmate ik ouder wordt. Ik ben maar met wat eenvoudige yoga oefeningen begonnen, hopelijk heeft dat zin. Want ik heb altijd gesport maar door mijn lengte werd ik wel bepaalde richtingen op gestuurd. Richtingen waar ik eigenlijk geen passie voor had. Basketbal bijvoorbeeld, volleybal, hoog springen. Ik had alleen maar oog voor de sporten die weggelegd waren voor de fijner gebouwde meisjes. Suf, maar zo werkte dat nou eenmaal bij mij.

Naast yoga hou ik het maar bij wandelen, simpel en lekker en mijn lengte heeft nul invloed. Zwieren doe ik nu in de woonkamer, op mijn blote voeten, met mijn eigen vent, op Herman Brood 😉

Yogababe

Ik ben dol op een beetje zelfspot. Ik kan voluit om mezelf grinniken. Eerlijk zijn over het gebrek aan sommige kwaliteiten kan ik inmiddels ook moeiteloos. De jaren dat ik zo voordelig mogelijk voor de dag wilde komen, zijn wel voorbij. Uitzonderingen daar gelaten offcourse, ik blijf wel een vrouw. Maar ik omarm de vrouw die ik ben geworden, met al die plussen en minnen. En die iets rondere rondingen. De kapper zorgt er inmiddels ook elke zes weken voor, dat ik de jaren dat ik rond die vijftig lijk, nog wat op kan rekken. Zij zwaait met haar toverstok en ik voel me weer fris en fruitig, no grey hair in sight.

Maar nu ik de laatste tijd zo worstel met dat tegenstribbelende lijf, werd het tijd om daar wat meer aandacht aan te schenken. Ik geef de corona daarvan de schuld, vanzelfsprekend. Dansen met achterlijke bewegingen, tot mijn voeten dode klompjes zijn, doe ik al maanden niet meer. En ook het gehuppel in de rij voor de wc-wagens, tot je eindelijk aan de beurt bent en die blaas welhaast op knappen staat, is geschiedenis. Jemig kon ik nog maar even! Maar die beweging mis ik natuurlijk, het is niet alleen de schuld van mijn nierstenen en mijn ouder wordende lijf, dat ik steeds meer pijntjes voel. Het is de schuld van de corona, zoveel is duidelijk 🙂

Corona

Om die spieren aan het werk te zetten had ik dus het geniale plan opgevat om thuis wat yoga te gaan beoefenen. Lekker in de woonkamer, geen mens die me ziet. Downward dog en dat soort zaken, moet goed komen toch? De liefste stond het grinnikend in de keuken te bekijken, en ik geef hem geen ongelijk. Om eerlijk te zijn waren sommige standjes een rasechte uitdaging, dus die smokkelde ik voorbij. Die meneer op dat yogafilmpje had gelukkig niks in de gaten 🙂

Inmiddels beginnen sommige oefeningen me al soepeltjes af te gaan, sommige. De meer uitdagende sla ik steeds stiekem over, of ik smokkel als een gek. Mocht je ergens volgende week tegelijk met mij op de camping staan….Ik heb besloten te blijven oefenen dus niet schrikken. Er is echt niks engs aan de hand, ik doe gewoon aan yoga.

Blote voeten in het zand

Mijn leven is een stuk saaier geworden, de laatste maanden kom ik op plekken die niet meer dan een paar kilometer van ons huis af liggen. Zelfs voor mijn werk niet want ook dat is heel dichtbij. Normaal gesproken gaan we er op al onze vrije dagen graag vandoor met dat busje van ons, nu geven we ruimte aan anderen. En dat miezerige steentje zit er ook nog steeds, die vind het blijkbaar leuk bij me. De pijn maakt me malloot soms, ik wil er graag afscheid van nemen.

Maar niet alles gaat nou eenmaal zoals ik wil.

Gelukkig kan ik mijn hoofd leeg maken in mijn directe woonomgeving. Strand, bos en duinen, you name it, wij hebben het. En door die prachtige, eindeloos warme dagen van de afgelopen periode was ik vooral veel op het strand te vinden. Fijn met mijn blote voeten in het zand. Vroeg in de ochtend of laat op de dag, dobberend op de golven van de zee. Dat lijf sputtert toch wel, dan maar liever sputteren op een lekker plekje.

Die liefde voor het strand voel ik bij elk weertype, misschien zelfs nog wel meer bij slechter weer. Bij barre ‘de wind doodlopen’ omstandigheden vind ik zalig. Alsof voor even alle narigheid uit je hoofd waait. Die enorme open vlakte voelt welhaast therapeutisch.

Strand

Dat hypnotiserende effect van die rollende golven die je zorgen meenemen, bijna wegwassen, al is het maar voor even. Alles in perpectief zien lukt het fijnste op die plek, ik vind er altijd nieuwe moed, als ik dat nodig heb. Stap voor stap voortploeteren of voortgeduwd worden door de wind, alsof iemand je een steuntje in de rug geeft. Met mijn haar wild door die zilte wind, is het zalig thuiskomen.

Voor nu geniet ik nog even van de warmte en de kalmte, voor mij mag de zomer best nog een poosje voortduren. Ook al was die enorme bui van gisteravond echt heel zalig, vandaag mag het wel weer mooi worden. En ik blijf hopen natuurlijk, op die kloink in de pot.

Dan hang ik de vlag uit 🙂

Onverwachte cadeautjes

Op de bonnefooi reizen blijft geweldig. Ook omdat de dingen die je tegenkomt volkomen onverwacht zalig kunnen zijn. Vooral de zeldzaam rustige plekjes die je dan weleens ontdekt.

Onderweg naar het meer van Annecy vonden we eens bovenop een berg een cadeautje. Onderweg, de berg op, liep er een ezel een hele poos voor ons midden op de weg. Toen wisten we al dat het leuk werd 🙂 Helaas was het ontzettend koud en regenachtig, maar dat mocht de pret niet drukken. We maakten een windscherm van een stoel, omdat we anders het vlees niet gebakken kregen met die ene pit in de buitenlucht. En elke avond lagen we toch wat vroeger in ons warme, droge bed. Maar jemig, wat hebben we gelachen. Koud en nat weer vergt absolute improvisatie, maar altijd alleen maar zon wordt ook saai toch?

Campings in de bergen

Van onze maffe filmpjes, bovenop die koude en winderige berg, krijgen we tot de dag van vandaag nog steeds de slappe lach. Barre omstandigheden blijven je veel langer bij dan weken stralend weer. Overdag wandelden we tot we een ons wogen en aan het eind van de middag namen we een wijntje. Of twee. We voelden ons voor even helemaal alleen op de wereld. En de warmte van de zon voelde ook nog eens extra fijn, nadat we van die berg afgedaald waren. Dat we er nog eens teruggaan is een zekerheidje, en hopelijk is het dan een klein tikkie beter weer. Dat willen we daarboven ook graag meemaken.

Prachtige campings in de bergen, wij krijgen er zelden genoeg van. Ook al zijn ze niet allemaal favoriet, en keren we naar sommige niet meer terug, het uitzicht is vaak waanzinnig. Prachtige ansichtkaarten 🙂

Ik heb inmiddels een aftelkalender gemaakt (geintje, ik tel lekker in mijn hoofd af) maar wat hebben we zin om weer te gaan! Kom maar door met dat voorjaar!

Dansen in de regen

Warm he?! Die hittegolf begint behoorlijk zijn tol te eisen. Ik ben er al zo moe van en ik ben nog een jonkie. Een jonkie midden in die opvlieger-periode, dat dan weer wel, niet echt heel lekker tijdens zo’n hittegolf. Het is het welbekende schepje erbovenop.

Bij ons op kantoor ben ik niet de enige gelukkig, we zitten met vier collega’s in dat overgangsschuitje. Maar hoe warm wij het ook hebben, ik denk vooral aan mijn zorgcollega’s en iedereen die niet zelf de verkoeling kan opzoeken. Gister stond ik een dag in zorg, had ik een thuiszorgrondje in Wijk aan zee. Hele stoeten strandgangers trokken aan me voorbij, terwijl ik gezellig heel veel lieverds aan het verzorgen was. Met dikke vette zweetparels op mijn hoofd natuurlijk, dat ook. Die warme, veel te krappe douches, brrrrr, gelukkig maakt die dankbare glimlach naderhand een hoop goed.

Hittegolf

Vandaag op kantoor was het echt niet veel beter, we hadden alle ventilatoren zo tactisch mogelijk neergezet om elk windje te vangen. Stel je even die reclame voor van heel veel jaren terug. ‘Pam, je haar danst’? Ken je hem nog? Zo zaten wij er ongeveer bij vandaag, met wapperende haren recht voor die draaiende ventilatoren. Het hielp geen fluit natuurlijk, ik gok dat die temperatuur ruim boven de dertig graden kwam. We zwelden allemaal op als ballonnetjes.

Ik weet het, niet mopperen. Dat hele fijne, mooie weer, ik hou er echt heel erg verschrikkelijk van. Net als dansen in de regen trouwens, daar hou ik ook echt heel erg verschrikkelijk van. En dan het liefst vanavond nog 🙂

Een stammetje

Eigenwijs, zo zou ik mijn vader en zijn broers en zus absoluut noemen. En wijsneuzerig, eigengereid en dol op eenvoud. Luxe is niet erg aan ze besteed. Superlatieven genoeg om ze te omschrijven. Maar ze zijn ook altijd in voor een lolletje en niet vies van een feestje. Niet erg van de gevoelens tonen, die houden ze lekker verborgen, wel paraat als je ze nodig hebt. Altijd. Wij noemen dat het Stammen-gen, en ook al mijn neven en nichten herkennen het bij hun ouders.

Het duurde best wel even voor ik het in de gaten had, dat stammendingetje, maar zo rond mijn puberjaren begon ik het te zien. Mijn vader noemt die leeftijd altijd’ de leeftijd dat je kinderen leuk worden’. Lekker direct pap, ook zo’n herkenbare eigenschap. Gelukkig vond hij onze jongere jaren ook leuk. Maar de jaren dat we mooie gesprekken gingen voeren, en hij kon zien wie zijn dochters waren geworden, vond hij het interessantst gok ik.

Eigenwijs

Ik schreef er al eens eerder over, over mijn familie en hun bijzondere eigenschappen. De gezamenlijke kampeervakantie in Wateren bijvoorbeeld, waar we lek werden gestoken door muggen. Gingen ze binnen zitten? Echt niet, met vuilniszaken werden delen blote huid ingepakt, mutsen gingen over kale koppen heen en een scheutje drank zorgde voor de rest. Hilarische momenten en prachtige herinneringen zijn dat. Mijn omaatje deed om het hardst mee aan al die gekkigheid.

Zalige feestjes waarbij ineens spontaan optredens moesten worden verzorgd, kermissen en malligheid. Gek was niet gek genoeg. Zelfverzonnen woorden die iedereen in de familie meteen begrijpt, we hebben er een hele hoop. Maar ook die urenlange wandelingen alleen. Ik ben er net zo dol op als een groot deel van de familie.

Mijn zus tagde me toen ze bovenstaand shirt op social media tegenkwam. Ik moest er om grijnzen. Waarna ik hem besteld heb natuurlijk. Want ook al heet ik inmiddels al heel lang ook Poen, ik blijf voor altijd een rasecht stammetje 🙂