Eeuwige verbouwing, the final chapter?

Ik dwaal wat door mijn huis en dat is momenteel echt genieten. De afgelopen maanden waren van het tropenjaren-genre, voor ons voelde dat zo tenminste. Voor wie heeft meegelezen snapt wat ik bedoel. Voor de nieuwe lezers: we verbouwden niet alleen ons eigen huis, maar deden er nog een appartementje bij van onze jongste. En ik startte in twee nieuwe functies, ook geen sinecure.

puin

Maar ineens zijn er dingen af, struikel ik niet meer om de haverklap over verdwaalde emmers verf en rondslingerend gereedschap. En in plaats van die eeuwige klusoutfit, loop ik weer in gezellige kleedjes in de rondte. De laatste klus staat voor over een paar weken gepland, onze enorme achtertuin gaat volledig op de schop. Met een kangoo sloopte ik een paar weken geleden eigenhandig onze oude stenen schuur, samen met de liefste natuurlijk, en liepen we al dat puin weer om met onze trouwe kruiwagens. Die gaan binnenkort ritueel naar de sloop maar dat terzijde 🙂

Weer twee overvolle container rijker waren we het meer dan zat.

puin

Puin

Maar wat wordt het prachtig, van binnen en van buiten, nu ook de voorkant van ons paleisje weer als nieuw is.

puin

We kijken uit naar juli, dan zou alles af moeten zijn. Ondanks het feit dat onze prachtige houten schuur in plaats van in april, pas in augustus wordt geleverd. De frustratie daarover heb ik maar op een zijspoor geparkeerd, ik knapte niet op van het gezeur en de oeverloze stroom aan onbeantwoorde mailtjes. In onze huidige wereld, waar heftiger zaken spelen, zijn dat soort zaken nogal onbelangrijk zeg ik.

De laatste foto’s volgen volgende maand en daar verheug ik me enorm op, om die vol trots te mogen delen. De hangmat ligt al klaar om te worden opgehangen en in mijn hoofd is het al af. Kan ik jullie daarna weer heerlijk gaan vervelen met mijn reisverhalen. Want als het meezit gaan we nog even, in september. We duimen dat het kan!

Diamantjes

Behoedzaam opent ze de voordeur, het is nog vroeg. De wind laat de bladeren op straat ruisen en blij wenkt ze me binnen. Ze is altijd opgewekt, deze oude dame en het is een cadeautje om haar in de ochtend te helpen.

Ik laat haar bad vollopen en in de tussentijd maken we samen haar ontbijt alvast klaar. Ze kan alles nog prima zelf, zegt ze altijd, maar toch laat ze zich gedwee helpen, veel overtuigingskracht hoef ik nooit te gebruiken.

Voorzichtig help ik haar in de badkuip en met een tevreden glimlach zakt ze in het warme schuimende water. Zorgen voor een ander mens tijdens een kwetsbare fase van hun leven, het is als diamantjes aan een ketting, een verzameling van stralende momentjes. Haar tevreden glimlach, terwijl ze in het warme water ontspant, is er een van veel karaat en mijn dag is alweer gemaakt.

Dementie

Een goed half uur later zit ze aan haar ontbijt, ik heb verse thee gezet en reik haar medicijnen aan. De vuile was wordt door de familie gedaan en ik verzamel alvast alles in één wasmand, haar vuile kleding ligt soms wat verspreid door het huis. Dat vergeet ze en dat geeft niet. Dat stukje waar ze niet meer voor kan zorgen, verzorgen wij.

Meermaals kijkt ze in haar agenda en meermaals vertel ik haar hoe laat ze wordt opgehaald. Drie dagen in de week gaat ze naar de dagbesteding. En daar geniet ze altijd met volle teugen van. Ik ruim alles nog even op en stap op de fiets, hartelijk zwaait ze me uit tot ze me niet meer zien kan.

Elke dag lees ik schrijnende, heftige en droevige verhalen in de media, verhalen die je wereld even doen schudden. En soms sla ik ze bewust over, teveel prikkels, teveel excessen. Liever denk ik terug aan deze oude dame en aan al die gouden momenten toen ik voor haar mocht zorgen. Dat is voor mij wat werken in de zorg betekend, elke dag opnieuw. Niet spectaculair of mediawaardig, wel enorm waardevol.

Mijn eerste dag

Ik ben vroeg, te vroeg. Onrustig ga ik op de houten bank zitten die naast de voordeur staat. Het is heerlijk buiten en de zon verwarmd mijn gezicht. Ik voel de enorme kluwen aan emotie die zich roeren in mijn lijf. Het is een mengeling van mijn verstopte angsten en ik besluit angstvallig de deur dicht te laten. Hoe hard al dat gevoel ook op de deur klopt. Ik kan het niet toelaten, nog niet.

Een goed half uur later gaan we op lopend pad. Het dorp waar ik die dag wordt ingewerkt als wijkverpleegkundige is klein. Na een heftige traumatische gebeurtenis, had ik het zorgen in de kast gezet. Ik kon het niet meer, verpleegkundige zijn. Wilde mezelf niet meer blootstellen aan de druk, de verantwoordelijkheid maar vooral aan al het gevoel. Want zo is het vooral voor mij, zorgen voor een ander mens is emotie.

Inmiddels is het een jaar geleden dat ik voor het laatst zorgde en ik ben benieuwd hoe het zal voelen om er weer in te stappen. Kan ik het nog? Gaat het weer net zo natuurlijk als het voorheen altijd ging? Ik zucht diep om mijn eigen onzekerheid en schud het van me af.

Werken als verpleegkundige

Samen met mijn collega zorgen we die ochtend voor heel veel lieve mensen en mijn jarenlange ervaring steekt enthousiast haar hoofd om de deur. Ik geniet me te pletter.

Aan het eind van de ochtend voel ik opluchting. Want naast alle spanning was er die ochtend ook volop herkenning. En blijheid. Ik voelde weer hoe fijn ik het vind om te zorgen en hoe goed het bij me past. Eenmaal thuis kwam onherroepelijk het onder ogen zien van wat ik die ochtend had gedaan. De rest van de middag ploeter ik achter de kruiwagen en sjouw verbouwingspuin in de container, om dat hoofd van mij maar weer leeg te krijgen. Want angst was er ook, angst om weer bedolven te raken in mezelf.

Die eerste stap was ongelofelijk moeilijk en hoe graag ik ook door wil zetten, bij twijfel stop ik. Zorgen voor een ander mens is ontzettend mooi, waardevol en bijzonder. Maar het vraagt 150% van mij als professional. De komende weken ga ik ontdekken of ik dat weer teruggevonden heb.

Ik hoop het zo……

Jaloers op Bruce Springsteen

De fles is bijna leeg. Ik nip aan mijn laatste glas rode wijn en zing vals mee met de muziek. Het is een typische vrijdagmiddag, plaatjes draaien onder het genot van een welverdiend rood wijntje luid het eind van onze werkweek in. De live versie van Jersey girl schalt uit de speakers, Bruce Springsteen vult mijn woonkamer en ik geniet.

Gek is dat toch, mijn hele leven heb ik ernaar verlangd om andere talenten te hebben. Om te kunnen zingen en dansen zoals ik op tv zag. Maar met mijn één meter vierentachtig ben ik niet bepaald gebouwd om elegant te kunnen dansen en mijn zangstem is niks bijzonders. Er gaat geen dag voorbij zonder muziek en ik heb serieus mijn hele leven gewenst dat ik kon zingen.

Accepteren

Een gemiste kans eigenlijk dat ik niet zag waar ik wel goed in was. Het is als verlangen naar krullen, als je steil haar hebt. Wensen dat je iets kan waar je absoluut geen aanleg voor hebt. Accepteren wie je bent zonder constant te verlangen wat buiten je macht ligt. Dat is ook een talent tenslotte 🙂

Ik drink mijn glas leeg en zet Bruce nog maar een keertje op. Ik kan het nummer wel honderd keer horen en het verveeld nooit. Luidkeels zing ik mee, rete-vals maar wat maakt het uit. Hoog tijd om los te laten wat nooit binnen mijn bereik komt. Gelukkig heb ik Bruce nog.

De wreedheid van het leven

Die ene dag begon als elke gewone dag, simpel en kabbelend. Dat eenvoudige leven, dat steeds maar wat door rommelde. Dat werd gevuld met ‘wat eten we vandaag’, gemopper om dat kilootje teveel en om dat salaris dat steeds maar veel te snel wegsijpelde. Nieuwe rimpels, huishoudelijke klusjes en meer van dat soort onnozels. Dat leven dat zonder nadenken steeds weer gevuld werd met een nieuwe ochtend. Tot die ene dag, waarbij dat onbezorgde leven ineens met bruut geweld tot stilstand kwam.

Licht en luchtig, hoe fijn zou het zijn als het leven wat vaker zo was. Maar die dag realiseerde ik me eens temeer dat licht en luchtig vooral momenten zijn in het leven. Als je daar een poosje van mag proeven, is dat pure rijkdom. Want het leven bestaat ook uit overweldigend verdriet, en uit afscheid nemen. Het is continue balanceren tussen grote hoogtes en een diep ravijn.

Leven

Dat intense liefdesverdriet om die eerste liefste, die je hart heeft gestolen. Die je niet los wil laten, ook al weet je dat het moet. En in de loop van dat leven bouwt dat op, naar steeds groter verdriet. Afscheid nemen van vriendschappen die niet meer fijn voelen, van dromen die je al zo lang koesterde, van die fijne baan, of dat uitgebloeide huwelijk. En naarmate je zelf ouder wordt, is daar steeds vaker dat definitieve afscheid nemen, van mensen die heel erg dicht bij je staan. Dat is de natuurlijke loop van het leven, met kleine stapjes loslaten en afscheid nemen. Alleen die natuurlijke loop, die zie ik maar zelden.

Niets bereid een mens voor op een afscheid dat veel te vroeg komt, van een leven dat nog lang niet ten volle geleefd is. Dat van de ene op de andere dag, bol staat van een onvervuld verlangen naar meer dagen samen. De gruwel van die ene boodschap, die hardvochtig en onomkeerbaar wordt uitgesproken, dat die dagen samen op zijn.

Pure, prachtige liefde, in al zijn rijkdom verstoord door de wreedheid van ongeneeslijkheid. Het maakt dat mijn enthousiaste ‘pluk de dag’ ineens een nare bijsmaak krijgt, want was het maar zo simpel. Het genot van steeds weer een nieuwe dag, is simpelweg niet voor ons allemaal weggelegd. En dat vind ik onverteerbaar.

Mijn hart verpand.

Ik heb mijn hart verpand aan de thuiszorg. Voor een ander mens zorgen, in zijn of haar eigen omgeving, vind ik onveranderd leuk. Zien hoe ze wonen en leven leert me direct een hoop over de persoon waar ik voor kom zorgen. En helaas niet altijd in positieve zin, ik kom nog veel ellende en vervuiling achter sommige voordeuren tegen.

Die dag stond ik aan het eind van mijn ochtendroute, voor de deur bij een jonge vent. Dieter woont zelfstandig in een beschermd wonen complex.

Dat leven van Dieter startte voorspoedig, hij ging het leger in, vond de liefde en werd vader. Alles kabbelde voort. Maar ergens tijdens dat leven ontstond er kortsluiting in zijn hoofd, manifesteerden zich allerlei mentale ziektes zich in hem. Zijn verhaal leest als een slecht boek, en ik kan alleen maar verwonderd zijn over hoe hij uiteindelijk zijn rust en die fijne plek voor hemzelf vond, met een beetje hulp van de mensen om hem heen.

Thuiszorg

Ik help hem bij het katheteriseren en luister naar al zijn vragen. Hij verteld dat hij momenteel wat somber is en dat ze hem daarom goed in de gaten houden. Ik luister aandachtig en laat hem zijn verhaal doen, ook dat is zorgen voor.

Als ik diezelfde middag richting een andere client fiets, zit hij op zijn balkon. Hij springt direct op als hij me in het oog krijgt, om nog even verder te kletsen. Lachend neem ik na vijf minuten afscheid, Dieter zwaait me vol overgave na.

Na dat eerste bezoek hoef ik me nooit meer aan hem voor te stellen. Hij kent elk gezicht en elke naam van alle wijkverpleegkundigen die hem bezoeken. Hij onthoud de datum van je laatste bezoek, benoemd de bijzonderheden van je sterrenbeeld en is nieuwsgierig naar je leven. Veel van zijn verhalen zijn dezelfde. Gewoon, omdat dat is wat hem bezig houd. Als ik hem een paar weken later bij toeval op straat tegen kom, roept hij mijn naam en zwaait enthousiast vanuit de verte. Met die muts met kwastjes, die altijd scheef op zijn hoofd staat. Hij en die muts zijn een twee-eenheid.

Werken in de thuiszorg is bijzonder, afwisselend maar boven alles hartverwarmend.

Dat boek, deel twee

Vanmorgen heb ik rigoureus tienduizend woorden geschrapt. Mijn vinger zweefde een poosje boven die deleteknop, maar ik moest doorzetten en ik wist het. Dat ik het serieus moeilijk zou vinden, verbaasde me. Ik had er oprecht de pest over in.

Ooit was ik enthousiast begonnen met het schrijven van een boek, vanuit een idee dat zomaar ineens in mijn hoofd sprong. Heel stoer had ik bedacht dat ik dat gewoon ging doen, maar eigenlijk deed ik maar wat. Ik had werkelijk geen idee. Het was leuk en lastig tegelijk.

Het schoot ook niet echt op, dat boek, het voelde als los zand en ik was het spoor een beetje bijster. Het maalde maar door mijn hoofd dat het uiteindelijk heel erg slecht zou blijken te zijn. Een blog schrijven of een boek, het is onvergelijkbaar. Ook al wilde ik het ontzettend graag, het leek nog nergens naar.

Schrijven

Wat ik vooral was vergeten, was om er plezier aan te beleven. Aan het creëren van dat boek. Want tijdens het schrijven, deed ik weinig meer dan kijken naar de hoeveelheid woorden die ik ondertussen had geschreven. Ik vergat simpelweg om iets moois te maken. Alleen die zestigduizend woorden die ik minimaal moest schrijven, daar moest en zou ik heen.

Mezelf onder druk zetten, ik ben er een meester in. Maar eindelijk begin ik dat steeds meer af te leren.

Ik leer om lief te zijn voor mezelf.

Natuurlijk droom ik ervan dat ik het afschrijf. Iets goeds schrijven lijkt me fantastisch. Ik droomde daar als meisje al van, ik miste alleen het zelfvertrouwen om er daadwerkelijk aan te beginnen. Van heel veel woorden een samenhangend geheel maken is waanzinnig knap, en mijn bewondering voor elke schrijver groeit met de dag.

Ik heb de laatste tijd heel veel doelen losgelaten, en dat geeft ruimte. Ik ga het wel zien. Ik wil genieten van het proces, en als ik het af kan schrijven is dat al supermooi. Met mooie tips van een bestsellersschrijfster zit ik inmiddels weer op het juiste spoor, zij leert me kostbare lessen. Vol enthousiasme merk ik dat ik mijn stem weer heb gevonden. Soms lig ik wakker in de nacht omdat de spanning van mijn verhaal zich nog roert in mijn lijf, wat een watje ben ik toch.

Als ik dit boek ooit voltooi, ga ik een kinderboek schrijven, dat heb ik me alvast voorgenomen. Wellicht ook beter voor mijn nachtrust 🙂

Op reis

De aflopen jaren waren er maar weinig plekken op de wereld die buiten het bereik van ons mensen bleven. Zelfs naar de meest afgelegen plekjes, waar bijna geen mens komt, zelfs daar bleven sommigen naar op zoek. En wellicht waren we allemaal ondertussen wel op zoek naar iets anders. Naar spanning en avontuur; naar rust en even helemaal niets. Of naar mooie plekken, andere culturen en mooie, kostbare herinneringen. Naar afleiding en een vlucht uit die dagelijkse hectiek. Iedereen reist om een andere reden maar nu reizen we allemaal even niet.

Vanmorgen zat ik naar een herhaling van ‘de Columbus’ te kijken. Samen in de zondagochtend-modus: koffie, ontbijtje en ons favoriete programma. En ook vandaag werden we niet teleurgesteld, het was weer een wonderschone aflevering. Warmte, liefde, openheid en kwetsbaarheid, ik zat met verwondering en ontroering te kijken. Voor hun onbevangenheid heb ik bewondering, daar kan ik nog veel van leren. In gedachten ga ik mee op reis.

De rest van de ochtend heb ik me ondergedompeld in onze eigen ‘vakantievlogs’. Suffe filmpjes die we maakten, onder het genot van een rood wijntje, als we weer eens in een bijzondere situatie waren beland. Wat zeer regelmatig gebeurde, omdat we maar weinig vooruit plannen. We gaan altijd gewoon op weg en zien dan wel waar we belanden. En in al die filmpjes heb ik steevast de slappe lach, hebben we zoveel lol. Die maffe filmpjes maken dat ik me realiseer, waarom ik ook alweer zo graag op reis ga. Zelfs als we alleen maar een weekeind kamperen in ons eigen dorp. Want op die momenten zien we weer, waar we soms vergeten oog voor te hebben. Voor elkaar en alle natuurpracht om ons heen. En dat is voor mij, met stip, het allerfijnste van dat reizen.

op reis

Welkom!

Als een nieuwe start, zo voelt het. En tegelijkertijd ook als thuiskomen. Ik vind het gevoel zelf ook dubieus maar zo voelt het. Ik keek ik ernaar uit en zag er ook een beetje tegenop. Maar na deze eerste week voel ik de rust, de overtuiging dat ik vanuit mijn onderbuik het juiste pad heb gekozen.

Een verse start

Deze nieuwe baan bij mijn oude werkgever; na een hele roerige periode voelt dat heel lekker, alsof er een lading zorgen van me afglijden. Ik kan weer fijn vooruit kijken op een plek waar ik voel dat ik pas en waar ik met warme en open armen ontvangen ben.

Meer dan werk

Want gezien worden als mens, als waardevol, op de plek waar je werkt bleek voor mij van groot belang. We zijn tenslotte allemaal veel meer dan een poppetje die eenvoudigweg zijn werk doet, ja toch? Ik wilde graag iets extra’s meebrengen in mijn werk. Ook een stuk van mezelf kunnen geven. Want alleen onderdeel zijn van een proces bleek voor mij niet voldoende, ik weet nu dat ik meer wil zijn dan dat.

Keuzes maken

Het duurde wel even voor ik aan mezelf durfde te erkennen dat ik niet op mijn plek zat, dat was ook weer een flinke stap om eerlijker te durven zijn naar mezelf. Het ongemak dat ik voelde, daar probeerde ik oprecht overheen te stappen. Want ik wilde zo graag op mijn plek zijn maar ik paste gewoon niet. En uiteindelijk besloot ik dat ik me niet altijd aan hoef te passen. Hoezeer ik ook mijn best deed, het wilde gewoon niet. En dat was ook goed.

Nieuwe kansen

Op het moment dat ik losliet, stopte met vechten voor een strijd die ik al verloren had. Op dat moment kwam die langgekoesterde wens voorbij, die ene job die ik zo graag zou willen vervullen en het voelde direct alsof het zo moest zijn. Die overtuiging diep van binnen, dat was geweldig.

Gelukszoeker

Dat ik zelf de touwtjes in handen genomen heb en mijn eigen geluk ben gaan zoeken, daar ben ik trots op. Want ik weet nu al dat ik heel erg blij wordt van deze baan. In het verleden mocht ik dat al meermaals ervaren op verschillende werkplekken en dan was mijn werk een absolute aanvulling op wie ik wil zijn. Het zorgde soms voor diepe dalen maar ook voor prachtige hoogtepunten.

Ik ben een zondagskind zegt mijn moeder vaak tegen me. En als ik kijk naar al mijn zegeningen denk ik absoluut dat ze gelijk heeft!

Die lockdown

Die leedlat, een van mijn medeschrijfsters voor baby en kind, had het gister over. En als die leedlat ergens in past, dan is het wel in het huidige tijdsbeeld. Met een heerlijke kop zwarte koffie zit ik vroeg in de ochtend wakker te worden. Ik ben een rasechte early bird. Scrollend door Linkedin, door de krantenberichten, en langs luchtigheid op Facebook, lees ik even bij. En eigenlijk kom ik vooral heel veel negativiteit tegen. Op een enkele positieve uitzondering na, en dat verbaasd me.

Mensen strijden momenteel om het hardst wie het slechtste af is binnen de huidige maatregelen. Maar volgens mij zijn we allemaal slecht af, op onze eigen manier. Alle strijders in de ziekenhuizen, in de verpleeghuizen, in de thuiszorg, absoluut moeilijk. De thuiszitters zonder baan, en teveel tijd om zichzelf gek te maken met de vraag hoe het nu verder moet, ook beroerd. De mensen die ” gewoon’ doorwerken en proberen die afstand te behouden. Die stuk voor stuk proberen niet te verzanden in gekift, om anderen op voldoende afstand te houden, net zo rot.

Leedlat

Regeringsleiders die onmogelijke keuzes moeten maken en pas achteraf zien of ze het ‘goed’ gedaan hebben, thuiswerkende vaders en moeders die in een spagaat zitten, iedereen die te maken krijgt met ziekte en verlies, die afscheid moeten nemen van geliefden op een soms onmogelijke en onmenselijke manier. Allemaal heel erg afschuwelijk en heel erg waardeloos.

Maar wat er nu om me heen gebeurd, voelt voor mij als onnodige stemmingmakerij en zinloos gezwets. Stop die energie lekker in een stuk oplossingsgerichtheid en meedenken, in plaats van alleen maar kritiek te leveren. Alsof er momenteel mensen op deze aarde zijn die de wijsheid in pacht hebben. Het is toch vooral voortschrijdend inzicht. Om te moeten beslissen voor heel veel anderen, midden in die spotlights, lijkt me een welhaast onmogelijke opgave. Ik kan alleen maar dankbaar zijn dat ik niet in die schoenen hoef te staan, want dat is echt geen sinecure met zoveel mensen die het ‘ beter weten’.

Maar mijn leven voelt momenteel niet als zwaar dus wellicht zit daar het verschil in gevoel in, ik heb geen idee.

Vandaag ben ik eenenvijftig geworden, en ik geniet volop van alle lieve felicitaties, digitaal of in mijn brievenbus. Bovenstaande foto maakt ik vanmorgen vroeg, dat was weer een mooi cadeautje. Laten we nu vooral nuffig gedrag loslaten, en elkaar een beetje ruimte geven. Kritisch zijn is prima. Maar te kritisch zijn zorgt voor nog meer angst, en volgens mij zitten we daar nou net niet op te wachten.