Een leven van liefde en verdriet

Inspiratie voor mijn blogjes, ik vind ze echt overal. Midden in de nacht als ik even wakker ben of onderweg naar mijn werk, met niks anders dan muziek om me heen. Op de een of andere manier kan ik dan het beste mijn hoofd leeg krijgen, zodat die zich kan vullen met ideeën of herinneringen.

Zoals gistermorgen toen ik richting mijn werk reed. Ze hadden het op de radio over de ‘nineties’ en poëzie albums kwamen ter sprake. De desbetreffende dame was ze allemaal kwijt en dat vond ze eeuwig zonde. Ik heb ze allemaal nog en ik weet ook exact waar ze liggen.

Toen ik die middag thuis kwam, zocht ik ze even op. Achter alle fotoboeken liggen mijn twee albums. Een ouderwetse rode met een eenvoudige tekening op de voorkant. Met daarin alle versjes van opa’s en oma’s, ooms en tantes, mijn ouders en mijn zus. De herkenbare handschriften maakten een hoop los, zoveel lieverds die inmiddels niet meer in leven zijn, dat riep zoveel warme herinneringen op. Mijn tweede album was van spijkerstof met slotje, en het heeft een klein zakje voorop de kaft. Daar bewaarde ik het sleuteltje in. Ik weet nog hoe gek ik daarop was, zo blij met zo iets eenvoudigs. Hierin staan de versjes van klasgenootjes, buurmeisjes, nichtjes en vriendinnetjes.

Poëzie albums

En weer ben ik dankbaar, dat ik van sommige dingen maar moeizaam afscheid kan nemen. Ik heb ook mijn lagere schoolrapporten nog, en heel veel werkjes van onze kinderen. Vanaf het moment dat ze zelf konden tekenen en knutselen. Moederdag, vaderdag, verjaardagen. Al die tekeningen die onze oudste maakte, toen haar vader in het ziekenhuis lag en ze uit machteloosheid hele stapels produceerde.

Al die werkjes vertegenwoordigen een heel leven van liefde en verdriet. En met die rijkdom van gistermiddag in mijn handen, weet ik dat het helemaal niet erg is dat ik er geen afscheid van kan nemen. Veel van die herinneringen leven grotendeels in mijn hart en in mijn hoofd, heerlijk door elkaar heen als een onmeetbare rijkdom. Maar ze leven ook op zolder, op die hele grote stapel bijzonder papier, achter mijn prachtig gevulde fotoboeken.

En daar mogen ze van mij heerlijk blijven liggen.

Dat ene moment…

Heel voorzichtig sluipt het ouder worden op je af, tot je ineens merkt dat je er echt niet meer om heen kan. Het belang van goedwerkende zintuigen merk je pas echt op, als ze minder goed hun werk gaan doen.

Het begon met kleine stapjes, toen ik ineens een leesbril nodig had om de medicatie lijsten juist af te kunnen tekenen. Zeker in de winter, vroeg in de ochtend, als er nog niet voldoende licht is, werd het moeizaam. Dus kocht ik een leesbril van plus één, was dat probleem mooi opgelost. Alles ging verder nog prima, lezen zonder bril of de kleine lettertjes op verpakkingen, mijn ogen waren nog lekker jong. Ouder worden, dat ging mooi aan mij voorbij.

Tot ik ineens in de supermarkt de verpakkingen niet meer kon lezen. Die lettertjes maken ze ook onmogelijk klein dacht ik, het ligt niet aan mijn ogen. Bij tijd en wijle griste ik dus maar gewoon iets op de gok mee. En door de bank genomen kwam ik er nog best goed mee weg. De overduidelijke ontkenningsfase was in volle gang.

Leesbril

Lastiger werd het als er iets onverwachts gebeurde, iets wat mijn vaste routine onderbrak. Als ik op een pinapparaat eerst een keuze moest maken, in plaats van gewoon mijn pincode in te toetsen. Mijn oudste dochter stond op zo’n moment eens naast me. Ze was oprecht geschokt dat ik het echt niet meer kon lezen, en dus maar ‘ gewoon wat deed’. En ze lachte me vierkant uit, om dat suffe ontkennings-gedrag, dat ook. Ik moest aan een bril, zei ze, maar ik vond het echt nog te vroeg. Dat kan nog jaren door zo, dacht ik bij mezelf.

Het laatste dieptepunt deed zich gisteravond voor, toen ik me eindelijk realiseerde dat ik het echt niet meer kan ontkennen. Gisteravond waren we heerlijk lui, dus had ik patat gehaald. Ik zat daar heerlijk ontspannen op de bank met die bak patat voor me. Zonder erg pakte ik een paar frietjes en stak ze in mijn mond. Tijdens die eerste kauwbeweging wist ik direct dat er mis was gegaan. Ik had niet alleen een patatje in mijn mond gestopt, maar dus ook het houten vorkje, dat half verstopt zat in de saus. Gierend van de lach en ook een tikkie geschokt van deze suffe blunder, haalde ik het houten stokje uit mijn mond. Toegegeven, nu kan ik er serieus niet meer omheen.

Komende woensdag ben ik vrij. Ik denk dat ik eerst maar eens langs de opticien ga, voor er nog meer vreemde voorwerpen in mijn mond belanden 🙂

Diep verstopte herinneringen

Diep verstopt in mijn herinneringen wonen heldere beelden die ik voor mezelf liever verborgen houd. Zoals die glasheldere foto die in mijn brein leeft van die oudere meneer die naast zijn vrouw op de grond knielt. Zijn lieve vrouw, in die enorme plas bloed.

Ik had die avond invaldienst bij een, voor mij onbekende, organisatie/afdeling waar mensen met een dementie woonden. En ik bleek in mijn eentje te moeten werken, absoluut onverantwoord. Ik had moeten weigeren, natuurlijk, maar ik bleef. Uit een misplaatst soort plichtsgevoel gok ik, ik was 22 en verre van stoer. Ik schopte wel voldoende stennis om er voor te zorgen dat de voedingsassistente nog even achterbleef, tot ik alle medicatie had gedeeld. Want op mijn vraag:’ hoe kan ik zorgen voor, als ik niet weet wie iedereen is’. Kreeg ik als antwoord: ‘kijk maar naar het namen labeltje achter in de kleding als je wil weten wie wie is’. Het was exact het antwoord dat ik kreeg, geschokt sloeg ik volkomen dicht.

De oudere meneer was die avond op bezoek bij zijn vrouw. Ze kon niet meer alleen lopen, maar arm in arm ging nog wel en samen liepen ze een rondje over de afdeling. Het was wat kil die avond, dus liet hij haar heel even alleen op de gang om een vestje uit de kast te pakken. Hij was misschien maar twee minuten weg, maar dat was voldoende voor haar om alleen aan de loop te gaan. Ze struikelde, en viel vol met haar hoofd op een metalen tillift die nog in de gang stond.

Groot verdriet

Ik was in de huiskamer toen ik zijn geschreeuw hoorde, geschreeuw van iemand met diep en groot verdriet, dat voel je direct. De paniek in zijn ogen toen ik de hoek om kwam rennen zie ik zo nog voor me. Het enorme gat aan de voorkant van haar hoofd en de plas bloed waar ze in lag waren weerzinwekkend. Ook al is het inmiddels alweer dertig jaar geleden, het is als een helder beeld in mijn brein.

Er was niets meer wat ik kon doen, behalve heel veel mensen bellen. Ik zat op mijn knieën bij die arme dode vrouw in die enorme plas bloed. Naast mij op die kille grond, zat haar man intens verdrietig te jammeren. In diepe rouw gedompeld en ellendig tot in zijn botten. Langs ons drietjes, daar op die grond, liepen onrustige bewoners zoekend in de rondte. Wat een bizarre scene moet dat zijn geweest.

Gevoelsmatig heb ik daar uren gezeten, wachtend tot iemand me kwam helpen, en de rest van de avond zijn niet meer dan een verzameling losse beelden. Het verdriet van hun dochter, die in allerijl in de auto was gestapt na het nieuws, en nu haar moeder zo moest zien. De officier van justitie die mij uitgebreid ondervroeg, in het aparte kamertje waar zij inmiddels lag. Dat aparte kamertje waar alles van die ellendige avond nog ruimschoots aanwezig was, want haar verzorgen mochten we nog niet. Pure horror.

Aan het eind van de avond stapte ik daar de deur uit en ik ben nooit meer terug geweest. Van de lange fietstocht naar huis kan ik me niks meer herinneren. Dat daarna vervolgens ook niemand vroeg hoe het met mij ging deed wel pijn, het werd gewoon stil. Ik worstelde na die avond best nog een poosje in mezelf.

Alle ervaringen in mijn werk zijn vaak bijzonder, en meestal hartverwarmend mooi. Een verrijking en absoluut onvergetelijk. Maar deze ervaring spant, qua onvergetelijk zijn, met afstand wel de kroon.

Wrang beeld van verslaving

Hij is een alcoholist, al jaren. En hij ontkent het, al ongeveer net zolang. Elke dag zorgt ze voor hem, verdraagt ze hem om zich heen in ‘haar’ huis. Hun kinderen gingen al jong de deur uit en kregen hun eigen gezin. Ze kwamen nog maar af en toe op visite, en dan vooral op de speciale dagen. In de ochtend, als zijn verval nog niet zo zichtbaar was.

Het deed haar waanzinnig veel verdriet en toch bleef ze bij hem, in een situatie die onmogelijk was. Ruimde ze zijn rotzooi op en verdroeg ze hem, uit een plichtsgevoel dat ze niet van zich af kon schudden. ‘Ze voelde zich verantwoordelijk zei ze, zonder haar zou hij het niet redden, en zou hij zichzelf kapot drinken’.

Nu ligt ze op bed, en gaat ze sterven. Ze was al heel lang moe, grieperig en zonder energie. Ze weet het aan haar leven en aan dat uitzichtloze bestaan. Pas na heel veel maanden ging ze tegensputterend naar de dokter, meegesleept door haar dochter. Alle onderzoeken gaven een verpletterend oordeel, ze was ziek. En veel te ziek om er nog iets aan te kunnen doen.

Nog een poosje kon ze zich redden door wat langer uit te slapen en in de avond wat vroeger naar bed te gaan. Met middagslaapjes rommelde ze de dag door. Tot de middagslaapjes zich vermengden met het langer uitslapen en het vroeger naar bed gaan en ze haar bed niet meer uit kwam.

Alcoholist

Hij kon haar niet helpen, machteloos zat hij de hele dag op de bank voor zich uit te staren. Met de televisie aan, en die fles binnen handbereik onder de salontafel. Steeds vaker nam hij die stiekeme slok. Hij wilde het niet toegeven, dacht dat zij het niet zag. Machteloos lag ze in dat bed, beneden in die kamer. Zag ze hem zitten, de hele dag, met die fles dichtbij.

Haar dochter kwam steeds vaker en zorgde, voor haar en voor hem. Buren kwamen langs, brachten gevulde pannetjes, redderden voor haar en redderden voor hem.

Heel veel nachten zat ik naast haar bed en praten we. Vertelde ze haar levensverhaal. Was ze dankbaar voor haar gezin en berustend over haar verloren leven. Ze was het verdriet voorbij en gaf zich over aan het onvermijdelijke. Ik las haar voor, in die stille nachtelijke uren, zorgde voor haar die zelf al die jaren zo had gezorgd. Ik bewonderde haar kracht en de keuzes die ze gemaakt had, het leven was eenvoudigweg tussen haar vingers doorgeglipt.

Week na week duurde haar sterfbed. Elke dag ging ze een stapje verder achteruit, lag ze daar lijdzaam en afwachtend. Ze wentelde zich in de aandacht van haar dochter, die er elke dag was. Die haar moeders hand vasthield en haar vergiffenis schonk. Ze was er intens dankbaar voor.

En ineens kwam aan dat lange sterfbed toch nog onverwacht een einde. Stierf ze, met haar kinderen om zich heen, hun handen liefdevol in de hare. En hij zat daar, op die bank, overmand door verdriet, met die fles onder de salontafel, nog steeds binnen handbereik.

Dat wrange beeld van een verslaving, staat voor altijd op mijn netvlies.

Sinterklaas tradities

Sommige tradities moet je in ere houden. Zoals het schoentje zetten, daar genoot ik altijd zo van. De dag van de intocht was de start van al dat heerlijke sintfeest, samen naar buiten om Sint en zijn pieten te verwelkomen. Ik was altijd ontroert als ik al die blije koppies zag. Hulde aan het enthousiasme van al die mensen die er samen een geweldig feest van maken voor die kleintjes.

Compleet gesloopt gingen we aan het eind van de middag richting huis. Om vervolgens rozig van een warme douche en van die spannende dag voor het eerst hun schoentje te zetten. Twee van die pukkies, met hun natte haartjes en gloeiende wangen, uit volle borst zingend voor die sint. Ik vond maar weinig mooier, dan die kostbare momenten.

Schoen zetten

Onze meiden kregen nooit grote cadeautjes in hun schoen. Meestal was het iets te snoepen op woensdag, en op zaterdag een kleinigheidje om mee te spelen. En alleen al bij het uitzoeken van die cadeautjes werd ik blij. Tijdens het schoen zetten zaten ze met zijn tweeën op hun knietjes te zingen bij de voordeur terwijl onze oudste de brievenbus open hield. Dat moest want anders hoorde Piet ze niet. Bij ons kwam piet niet binnen, dat vonden ze veel te eng, bij ons ging alles door de brievenbus. Ik stond er altijd smeltend bij te kijken, van zoveel schattigheid.

Dat schoen zetten is altijd gebleven. Ook toen onze meiden al groot waren mocht het. Het was mijn manier om ze iets leuks cadeau te geven in de sinterklaastijd. En nog steeds werd er met passie gezongen, vooral door de jongste. Die voegde Beyoncé-uithalen en een hip ritme toe. Gierend van de slappe lach maakten ze er een minishow van. Wij zaten samen grijnzend te kijken naar zoveel gekkigheid.

Ze wonen alletwee al jaren niet meer thuis en er worden dus ook al een poosje geen schoenen meer gezet. Ik denk dat ik mijn eigen schoen maar ga zetten. Je weet maar nooit tenslotte! #sinterklaas

Ga ik dat boek schrijven?

Elke nieuwe uitdaging waar ik blij van wordt grijp ik met twee handen aan. In mijn werk tenminste. Niemand kan me er van beschuldigen dat ik enthousiasme mis, als er iets nieuws uitgeprobeerd gaat worden. Op het persoonlijke vlak daarentegen ben ik wat terughoudender. Het schrijven is daar een mooi voorbeeld van. Iets met anderen delen wat je zelf gecreëerd hebt, is zo kwetsbaar. Het voelde voor mij alsof ik mijn hart op een dienblaadje aanbood, en ik kreeg het Spaans benauwd bij de gedachte dat iemand hem zou vermorzelen. Want wie zou nou willen lezen wat ik op papier had gezet. Laat staan het mooi zouden vinden. Niemand, daar was ik heilig van overtuigd.

Toen ik na een hele lange periode eindelijk voldoende moed had verzameld om mijn blogs te posten, bleken er meer mensen van te genieten dan ik ooit had gedacht. Het verbaasde me oprecht. Ik verschoof mijn grenzen en durfde na een poosje ook steeds persoonlijker te schrijven.

Uitdaging

Het voordeel van het schrijven, is dat ik heerlijk in mijn hoofd naar oude herinneringen kan spitten, en dankzij een goed geheugen is dat geen straf. De zorgblogs die ik schrijf liggen me na aan het hart. Al die zorgvragers waar ik over schrijf hebben bij mij een snaar geraakt, zij zitten voor altijd in mijn hoofd en in mijn hart. Door mijn columns voor baby en kind, kan ik zonder terughoudendheid over het moederschap schrijven. Nu onze meiden volwassen zijn, is het zalig om terug te gaan naar de tijd dat ze nog onder mijn vleugels schuilden.

Maar het schrijven helpt me ook om mijn gedachten te ordenen, en soms zijn mijn blogs daarom bijna pijnlijk van eerlijkheid. Het is een deel van me geworden en soms stromen de woorden als vanzelf, tik ik vanuit mijn gevoel een stukje. Als ik dan teruglees wat ik heb geschreven, verbaas ik mezelf ook nog weleens. Al die woorden die recht uit mijn hart op dat papier belanden, zonder dat ik erover na hoef te denken, vind ik zelf ook bijzonder. Het zorgt voor een opgeruimd hoofd en een liefdevol hart dat ruimhartig wil geven.

Inmiddels heb ik mezelf een nieuw doel gesteld. Die ene grote uitdaging om dat boek af te schrijven. En dat is serieus hele andere koek dan wat gedachtes op papier te zetten. Ook omdat het fictie is. Ik kan niet in mijn geheugen graven naar mooie herinneringen, want hiervoor moet ik zelf al die woorden bedenken. En daarnaast ook in een mooie volgorde op papier zetten. Inmiddels heb ik vijfentwintig woorden, en staat het geraamte van het verhaal in grove lijnen op papier. Nu is het een kwestie van doorzetten. Wens me succes!

Mijn eigen ergste vijand

‘Wat zou je het liefste doen, als je echt mocht kiezen, zegt hij, zonder rekening te houden met al die praktische voorwaarden waar je je ongetwijfeld teveel op gaat richten’. Ik moet inwendig lachen, hij kent me zo goed. Schalks kijk ik hem aan, ‘het liefste, het aller-allerliefste’? Hij grijnst want hij kent mijn ongebreidelde fantasie, en hij weet dat er nu een scala aan dwazigheid door mijn hoofd dwarrelt. Ik moet diep nadenken want hier antwoord op geven valt echt niet mee.

Ik kan mezelf namelijk danig in de weg zitten. De diversiteit en onmogelijkheden van alle ideeën in mijn hoofd kan ik van krom naar recht praten, zonder enige moeite. Dat suikerlaagje moet ik dus weglaten, eerlijk en reëel zijn. Dat is op zich al een uitdaging, die berg aan positiviteit in mij is niet altijd een voordeel.

‘Je moet bij je kwaliteiten beginnen, zegt hij, bedenk waar je goed in bent en waar je blij van wordt’. Peinzend staar ik voor me uit, iets voor een ander kunnen betekenen, daar wordt ik blij van. Een dierbare collega van mij zei eens dat ik tussen de regels door kan luisteren, een prachtig compliment. Maar die drang om een ander te helpen is ook weleens een valkuil, want ik kan ook heel goed doordraven.

Ik functioneer niet op volle sterkte als ik teveel binnen vaste kaders en processen moet werken. Een beetje eigen inbreng vind ik zalig. Als mijn creativiteit zijn gang mag gaan, als ik verrassende oplossingen mag aandragen, zorgt dat voor energie. Dan ga ik ineens bruisen en sprankelen.

Keurslijf

Het laat me niet los dat ik wellicht meer als cement tussen verschillende rollen, als verbinder, op mijn plek ben. Ik wil in een functie excelleren, niet in meerdere half. Ik wil een bepaalde vrijheid hebben om een deel ervan zelf in te mogen kleuren. Niet schilderen op nummer, voorgedrukt en voorgekauwd.

Hij kijkt me wazig aan, verbijsterd bijna, ‘en dat moet een bestaande baan zijn, wat jij allemaal opnoemt’. Hij heeft gelijk want ik weet het zelf ook niet, in welke hoek ik het zou moeten zoeken.

Ik realiseerde me dat ik de voorgaande jaren veel was, maar niet mezelf. Ik heb me vooral in een keurslijf trachten te persen. Eén waarvan ik dacht hoe en wie ik moest zijn. Want die rol die ik moest vervullen, dat ben ik maar deels. Door te ontkennen wie ik echt ben, verloochende ik mezelf en al mijn andere kwaliteiten. Want ik ben veel meer dan wat ik toen kon zijn en die ontdekking voelde als enorm waardevol. Het is hoog tijd om het roer om te gooien, uit dat keurslijf, zodat ik weer kan stralen. Want dat, dat wil ik het aller-allerliefste.

Vier het leven!

Een goed feestje, ik ben er dol op. Een nacht doorhalen doe ik al jaren niet meer maar een optreden van een lekkere live-band sla ik niet snel over. Met een koud biertje in je hand genieten van muziek. Want hoe zalig is het als je dat kan, muziek maken. In mijn jonge jaren heb ik eens een paar jaar gitaarles gehad. Tot ik ging puberen en er acuut mee kapte. Twee jaar blokfluit en drie jaar gitaarles heeft onder aan de streep bedroevend weinig opgeleverd. Zingen kan ik wel, in mijn hoofd tenminste. In de echte wereld vind ik maar zelden de juiste toonhoogte. Mijn waardering voor echte muzikanten is dus groot.

Fijne feestjes

Ik kijk altijd uit naar die fijne optredens vooral die van dat ene bandje. En als ik dan op zo’n avond naar dat podium sta te kijken kan ik niet anders dan vol bewondering zijn. Je moet het maar kunnen en vooral ook durven. Een hele zaal mee kunnen slepen met al dat enthousiasme, dat kan heus niet iedereen en ik vind het fantastisch. Er zijn er zat die er iets van vinden hoor, ongetwijfeld, maar waarom zou je er ingewikkeld over doen? Mensen blij maken en een leuke avond bezorgen, daar kan je onmogelijk je neus voor ophalen.

Met mijn vriendinnen is het inmiddels een soort van traditie geworden om te gaan kijken als ze in de buurt optreden. En we hebben zonder uitzondering altijd een fantastische avond. Meeslepende muziek en een publiek dat op zijn kop staat. Veel leuker dan dat wordt het niet. Van een avondje swingen knap ik altijd op.

Binnenkort mogen we weer. Dan staan ze geheel belangeloos te spelen in ons eigen mooie dorp om geld op te halen. Geld voor de minder bedeelden van Heemskerk. Vanaf 11 december staat er een glazen keet in ons dorpscentrum en daarom heen wordt er door heel veel mensen weer van alles georganiseerd. Een prachtig initiatief zo in die knusse decembermaand. En met die jongens van Paper Plane op het podium wordt het gegarandeerd weer een feestje. Want dat leven, dat moet je blijven vieren tenslotte. Ik verheug me er nu al op!

Staken

Stakende leraren, stakende boeren, stakende bouwvakkers. En over een paar weken stakende verpleegkundigen. Ze luiden de noodklok. De werkdruk in de zorg en in het onderwijs is enorm, en de tekorten nemen toe, met rasse schreden. Onze basisbehoeften staan onder druk.

Er zijn geluiden dat leraren zoveel vrij zijn, dat ze niet moeten zeuren. Maar ik zou hun verantwoordelijkheid niet aan kunnen. Al die kinderen die je onder je hoede hebt, de kinderen van een ander welteverstaan. Ik zou er niet aan moeten denken, diepe buiging voor alle leraren. En een nog diepere voor al het personeel in het speciaal onderwijs. Zoveel kinderen met die enorme rugzak aan ellende. Wat ze daar elke dag zien en meemaken, is met geen pen te beschrijven. Die schoolvakanties hebben ze hard nodig om bij te tanken. En dan heb ik de drama’s rondom de jeugdzorg nog buiten beschouwing gelaten.

Onze basisbehoeftes lijken ondergeschikt gemaakt te worden in de huidige graaicultuur. Beperkende maatregelen krijgen de voorkeur boven ondersteunende maatregelen. Een goed en verantwoord bord eten, goed onderwijs voor de jeugd, een warm en fijn huis om in te wonen en goede zorg als je oud of ziek bent. Volgens mij is dat geen overbodige luxe toch? En toch schuurt het daar het meest. Kijk naar onze jongeren, die willen ook graag een betaalbare eigen plek maar die zijn er veel te weinig. Daarbij hebben ze vaak een studieschuld waar je u tegen zegt en dan moeten ze nog beginnen.

Maatregelen

Ik hoorde gister een minister zeggen dat de groep die wel een studieschuld heeft, maar niet kan meeprofiteren van de voordelen van het verbeterde onderwijs, een cheque krijgen van tweeduizend euro. Om te investeren in hun verdere ontwikkeling. En de genoemde verbeteringen van dat onderwijs waren o.a kleinere werkgroepjes, en langere openingstijden van de bibliotheek. Deze minister weet waarschijnlijk niet wat het is om geldzorgen te hebben, om met pijn in je buik tegen die enorme studieschuld aan te hikken.

Politici lijken te zijn verworden tot praatjesmakers en toneelspelers. Ogenschijnlijk zijn andere belangen vele malen belangrijker dan goede maatregelen, dan zorgen voor die stevige basis voor een fijn leven. Die hele stikstofcrisis, het is toch bizar dat het kon ontstaan en waardoor het is ontstaan. En ook de tekorten in de zorg zijn veroorzaakt door keuzes die door politici zijn gemaakt. Ik heb de wijsheid niet in pacht om het allemaal op te lossen, was het maar zo. Maar dit alles gebeurd wel allemaal in mijn wereld. Want ons gezin bestaat uit een loodgieter, een lerarenondersteuner in het speciaal onderwijs, een rechtenstudent en een verpleegkundige. En ik zie die neerwaartse spiraal met lede ogen aan. Succes voor alle stakers, ik duim voor jullie!

Het perfecte plaatje

‘Al die gelikte plaatjes en perfecte verhalen over hoe eenvoudig het dagelijks leven met een jong gezin is, vind ik zo onzinnig’ zegt ze, mijn collega. ‘Ik belicht daarom met liefde de keerzijde ervan’. Ik moet grijnzen want ik herken direct wat ze zegt. Een gezin met jonge kinderen afschilderen als iets wat je eenvoudig kan sturen, is een leugen lijkt me. Op sommige dagen is het niet meer dan een worsteling.

Ik kan me nog goed herinneren hoe dat bij ons was. Als ik vanuit de nachtdienst onze kinderen naar school bracht, kon ik alleen maar aan mijn bed denken. En bij het ophalen stond ik behoorlijk gekreukeld op dat schoolplein te wachten, tussen alle wel-gestileerde moeders op hoge hakken. Hoe dan? dacht ik altijd, ik voelde me altijd een verwaarloosd mormel. Om me heen zag ik vol nijd, gestroomlijnde gezinnen compleet gestreken rondlopen, die hadden ogenschijnlijk altijd alles keurig voor elkaar. Wij deden maar wat eigenlijk. Ons huis was regelmatig een chaos en ook wij waren niet altijd om door een ringetje te halen. Het duurde jaren voor ik eindelijk doorhad, dat een gestreken leven nou eenmaal niet bij me paste.

Jong gezin


‘En dan dat geknutsel met glitters’ zegt ze, ‘welke moeder wil dat nou’. ‘Complete horror toch’? Ik knik enthousiast mee uit medeleven, want ook bij ons waren glitters favoriet. Zeker rond de kerstdagen is menig kerstkaart volgegoten met overbodig veel glitters, in alle kleuren van de regenboog. Vooral onze jongste kon er geen genoeg van krijgen. Complete buisjes werden er over grote klodders lijm gestort. Niks geen bescheiden beetje op een keurig uitgestreken lijmstreepje, daar deed ze gewoon niet aan. Ik vond nog tot ver in de zomer glitters op de meest bizarre plekken in huis.

Perfecte moeder


Maar wat mij ook is bijgebleven uit die tijd was de twijfel. Doe ik het wel goed? Geef ik ze genoeg liefde of geef ik ze juist veel te veel? Geef ik mijn meiden voldoende ruimte om te worden wie ze van binnen eigenlijk al zijn? Ik ging in die jaren vooral op mijn intuïtie af en liet me leiden door mijn liefde. Heb ik fouten gemaakt? Pfff heel veel, ze zijn niet op een hand te tellen en ook niet op twee. Maar volgens mij is dat hartstikke menselijk. Want wie wordt er nou geboren als de perfecte moeder. Niemand toch?