Verslonden door mijn eigen moeten

Ik kon geen krant openslaan of site bezoeken zonder ze tegen te komen, die wegwijzers richting ultiem geluk. Voor een fijner en relaxter leven. Inspirerende nieuwe richtingen om het leven zin te geven, en lifecoaches die je ‘in je kracht zetten’, de mogelijkheden leken eindeloos. Ik was op dat moment zoekende en zocht door al die bomen het bos. Maar hoe meer ik las, hoe meer ik wankelde.

Want al die lessen onthouden was een dagtaak, en die dag was al zo vol. Met werk, studie, wederhelft, kinderen, vriendinnen, en stapels huishoudelijke klusjes. Ergens tussen die uitpuilende wasmand en het koken van mijn waanzinnige curry, probeerde ik al die levenslessen te onthouden. Het bleek al snel onbegonnen werk, en de nieuwgevonden moed zakte me in rap tempo in de schoenen. En dus liet ik alle lessen voor wat ze waren en richtte ik me op alles wat ik moest, van mezelf, dag gevuld. Weken werden maanden en ik worstelde overspannen verder.

Ik heb dat alsmaar doordraven heel erg lang volgehouden. Tot ik op een dag, volkomen moegestreden, weinig anders meer voelde dan paniek en angst. Ik wilde huilen, en alleen maar dat. Geen ballen meer hooghouden, niet meer de lat heel hoog leggen, niet meer voor anderen zorgen, niks meer.

Overbelast zijn

Ik kon niet anders dan vol overgave op de rem trappen. Mijn hectische leven werd ineens een stuk minder hectisch. Want ik wist dat ik ergens de plank missloeg, ik wist alleen niet waar dan precies.

Ik ben nogal een laatbloeier, ik ‘deed ‘altijd maar wat, stapte in kansen die voorbij kwamen, soms met mijn ogen dicht. Impulsief volgde ik mijn intuïtie. Dankzij mijn optimistische inslag geloofde ik altijd oprecht ’dat het wel goed zou komen’. Terugkijkend op al die jaren heb ik best wel wat hobbels genomen, en wellicht hadden sommige keuzes ook echt anders gekund. Ik heb niet over elke keuze even goed nagedacht, want soms heb ik me gewoon ergens ingestort. Ogen dicht en god zegene de greep. Verstandig? Nee niet echt. Hoop geleerd? Echt wel. En ik zit ook van sommige keuzes op hele pijnlijke blaren, en die helen niet na een nachtje slapen. Alle emotie die ik in die jaren tegenkwam, stopte ik heel diep weg. Ik wist eenvoudigweg niet hoe dat ‘een plekje geven’ in zijn werk ging, dus bleef ik maar gewoon doorstampen.

Het was voor mij een uitdaging om weer heel dicht bij mezelf te komen, na te zijn verslonden door de maalstroom van mijn eigen moeten. Maar ik heb die stip aan de horizon uitgegumd en een nieuwe stip gezet, en dat was zalig. De opluchting die me overviel toen ik eenmaal die knoop had doorgehakt was enorm. Dat ging niet ineens hoor, daar heb ik een hele tijd heel ernstig over na moeten denken. Over waar het nou precies schuurde, en waar dat overbelast zijn nou eigenlijk vandaan kwam.

Goed in evenwicht zijn is belangrijk, maar is nou eenmaal niet altijd te sturen. Het leven, dat overkomt je. In een vingerknip kan je met zorg opgebouwde leven overhoopliggen, als een koorddanser met evenwichtsstoornissen. Ik heb heel veel verdriet en oud zeer de ruimte gegeven, en daar kwam een lading rust voor in de plaats. Ineens stopte ik met al dat geren, en werd ik liever voor mezelf, zachter.

Ik maakte een weloverwogen keuze en nam vol overgave afscheid van een deel van mijn ambitie. Van alles waar ik zo overbelast van was geraakt, en maakte een verse start. Met meer ruimte en meer vrije tijd voor alles wat ook belangrijk voor me is. Want het leven is echt te kort voor een keurslijf dat schuurt en knelt.

Helder beeld

‘Jij laat zien hoe het voelt om in de ouderenzorg te werken’ zegt mijn dorpsslager ’want ik had werkelijk geen idee, tot ik jouw stukjes las. Het blijft door mijn hoofd zingen, die ene zin.

Als ik aan de zorg denk, dan denk ik vooral aan de kwetsbaarheid. Aan al die mensen, die ineens voor korte of langere tijd afhankelijk worden van iemand anders. Aan het feit dat er wildvreemde mensen over jouw drempel stappen, je huis en je leven in. Soms elke dag, soms meerdere malen per dag, zitten er ineens wildvreemden aan je lijf. 

Want dat je ineens afhankelijk bent van een ander en even niet meer voor jezelf kan zorgen, dat heeft enorm veel impact op jou als mens. Het is ontzettend heftig dat mensen ineens aan je zitten, wildvreemde mensen. Dat je, naast al je ellende, je daaraan over moet geven en die drempel over moet voor jezelf. 

Dat je afhankelijk wordt is al ellendig genoeg, maar dan is het toch niet meer dan logisch dat er voldoende tijd voor je verzorging genomen kan en mag worden. En ik begrijp heus dat de betaalbaarheid van de gezondheidszorg zwaarwegend is, maar laten we vooral de menselijkheid niet uit het oog verliezen. Momenteel voltrekken er zich al zoveel drama’s in onze zorg.

Een wildvreemde

Ik heb heel veel mensen dood zien gaan, heb heel veel verdriet, ellende en eenzaamheid gezien. Ik hou van mijn vak, en ik ben er razend trots op. Maar al die mensen, en al dat gevoel, gaan langzaam maar zeker onder je huid zitten. Ook omdat het jaar na jaar, steeds schrijnender wordt, steeds eenzamer, steeds ellendiger. Andermans verdriet en de toenemende werkdruk, het vreet geregeld aan me. 

Afgelopen week stond ik in de rij bij de supermarkt, en twee vrouwen voor mij spraken over de zorg. Eén van de twee vertelde dat thuiszorgmedewerkers soms koffiedrinken, bij haar oude buurvrouw. Ze schudde meewarig haar hoofd en begreep niet dat er steeds gesproken wordt over hoge werkdruk. 
Haar oude buurvrouw, die waarschijnlijk net in haar blootje voor die medewerker heeft gestaan, die zeer waarschijnlijk eenzaam is. En die na die zorg even tien minuten koffiedrinkt met iemand. Om wat te praten, zoals elk mens soms doet met een ander mens. Een klein stukje waardigheid, in een soms onwaardige situatie. 

Die thuiszorgmedewerker moest zichzelf vast bedwingen om niet op haar horloge te kijken, maar besloot om op dat moment aandacht te schenken aan een ander mens, omdat die daar behoefte aan heeft. Die thuiszorgmedewerker die elke dag al haar menselijkheid in dat ‘zorgen voor’ stopt.

Werken in, of afhankelijk zijn van de zorg, het is voor een buitenstaander lastig te snappen hoe kwetsbaar en persoonlijk dat is. In alle discussies over het geld voor de zorg, zou ik wensen dat daar meer aandacht voor zou zijn.

Ik schreef een boek over heel veel thuiszorgjaren en over nog veel meer van mijn zorgervaringen.

https://www.uitjeervaring.nl/zorgliefde.html

De ouderenzorg uit het verdomhoekje

Ze zit al voor het raam als ik aan kom lopen. Kwiek veert ze overeind en opent de deur.  ‘Kom binnen’, zegt ze, ‘ik zat al op je te wachten’. Ik ben aanbeland bij de laatste cliënt uit een lange ochtendroute, inmiddels is het ruim na enen. Na een ochtend voornamelijk praktisch zorgen voor is dit bezoekje van een ander kaliber. Lachend stap ik de drempel over en zet mijn tas neer, kritisch kijkt ze naar me door de dikke glazen van haar bril. Ik weet dat ze medewerkers vooral herkend aan hun stem, zien doet ze heel slecht, alle medewerkers zijn voor mw. niet meer dan een schim dus luistert ze heel goed naar je stem. 

‘Je bent al een tijd niet geweest’ zegt ze terwijl we samen de keuken inlopen. Ik beaam dat want ze heeft helemaal gelijk, het is door omstandigheden alweer een poos geleden. Wel leuk dat ze dat nog weet. ‘Ik zat op je te wachten omdat ik even naar buiten wilde, hoe is het weer’?  Ik schiet in de lach: ‘het waait zalig hard, waaien de muizenissen lekker uit het hoofd’  Mw. lacht mee;’ Wat heerlijk, ik hou erg van buiten zijn zegt ze,’ een beetje wind is helemaal niet erg’.  ‘Elk mens heeft zo zijn muizenissen ’zegt ze’ maar wel fijn dat de wind ze laat verwaaien vandaag’.

Zorgen

Al voort kletsend staan we samen voor het aanrecht, alles is al klaargezet. Ik schil een appel en pers twee sinaasappeltjes uit terwijl ze naast me staat, leunend met haar ellebogen op het aanrecht. Haar gezicht dichtbij zodat ze mijn verrichtingen zo goed mogelijk kan volgen. Zoals altijd drinkt ze het versgeperste sinaasappelsap direct op en ik zie haar genieten. De appel dekt ze af voor later, ‘dan heeft ze nog iets als ze terugkomt van haar wandeling’ zegt ze. Tijdens het schoonmaken van het fruit praten we altijd over van alles. Over haar zoon die ver weg woont, over de kunst die ze vroeger maakte en nu niet meer kan omdat ze eenvoudigweg te weinig ziet. We praten wat over haar gezondheid, de mogelijkheden en onmogelijkheden. Ik ruim op wat ik gebruikt heb en gezamenlijk lopen we naar de voordeur, ze zwaait graag iedereen even uit.

Als ik naar de auto loop realiseer ik me weer eens hoe dol ik op mijn werk ben, hoe waardevol mijn baan is en dat het beeld dat veel mensen hebben van de ouderenzorg zo vertekend is. Want dat lees ik bijna dagelijks. Vanmorgen nog las ik over iemand die weer aan het werk moest op 54-jarige leeftijd en besloten had om dan maar als herintreder in de zorg te gaan werken omdat ze daar ooit een diploma voor behaald had. Niet omdat ze graag in de ouderenzorg wilde werken maar omdat ze dacht geen andere optie te hebben.

Hopelijk komt de (ouderen)zorg ooit nog eens in een wat positiever licht te staan. Dan kunnen we met zijn allen laten zien wat een prachtig beroep we hebben. Want ooit behoren we allemaal tot die groep ouderen en dan hoop ik vooral hele betrokken, professionele en vriendelijke mensen over de vloer te krijgen om voor mij te zorgen.

Over mijn werk in de ouderenzorg en over nog veel meer zorgervaringen schreef ik een boek.

https://www.uitjeervaring.nl/zorgliefde.html

Loslaten

Het is een doorsnee donderdagmiddag, en ik ben bij de introductie van het nieuwe huidcentrum in het plaatselijke ziekenhuis. In de pauze kijk ik op mijn mobiel en zie een appje van onze jongste dochter. ‘Mam, ik ben gebeld’, staat er, inclusief uitroeptekens en emoticons. Ik voel onmiddellijk een knoop in mijn onderbuik, want ik weet wat dat betekend. Ze heeft eindelijk haar eigen huisje gekregen, en ook zij gaat dus het ouderlijk huis verlaten. Mijn jongste, mijn baby.

Nog maar gister was het een klein, verkreukeld hoopje, en paste ze heerlijk knus precies in de kromming van mijn armen. Veel te snel groeide ze op. Van die eerste wankele stapjes, waarbij ze enthousiast mijn warme armen inliep, tot de zelfverzekerde stappen waarmee ze nu haar eigen weg vervolgt. En ik ben beretrots op haar, want ze heeft al het nodige voor haar kiezen gekregen. Maar ze heeft zichzelf opgeraapt, haar rug gerecht en haar leven weer opgepakt. Ik heb enorm veel bewondering voor de veerkracht die ze vertoond.

Loslaten, ik blijf het een dingetje vinden. Ik weet dat het moet maar god wat vind ik het lastig. Elke stap vooruit vergt weer een aanpassing en flexibiliteit van mij als ouder. Ruimte geven en zelf laten ontdekken. Dat is echt niet altijd zo eenvoudig geweest. Maar ik was er altijd van overtuigd dat het goed zou komen met onze twee dochters. Ze zijn opgegroeid tot prachtige mensen en ik heb het volste vertrouwen in hun gezonde verstand. 

Dicht bij

Als we een dag later als gezin het heugelijke feit vieren dat ook de jongste een eigen plekje heeft veroverd, haalt onze oudste herinneringen op van het moment dat zij op zichzelf ging wonen. Ik schijn haar op heel veel momenten te hebben geappt om te vragen hoe het ging. De eerste acht weken schijnt het volledig ‘over de top’ te zijn geweest. Grappig maar daar heb ik geen herinnering meer aan, voor mij voelde dat vast niet zo toen. Maar het zegt wel iets over mij. Ik heb mijn kinderen het liefst lekker dicht bij me. Ik doe het niet maar ik wil het wel.

In mijn werk kom ik ook veel ‘loslaten’ tegen. Kinderen die hun ouders los moeten laten en daar heel veel moeite mee hebben. Die graag elke behandeling uit de kast willen trekken om hun zieke ouder op de been te houden. Een ouder die al op hoge leeftijd is, en worstelt met het leven van alledag, soms al diep weggezakt als gevolg van hun dementie.

Het einde van het leven, ik heb daar met mijn eigen ouders al diverse malen een goed gesprek over gehad. Ik reken erop dat ik, als het moment daar is, mijn ouders los kan laten. Omdat dat hun wens is. Ze niet willen dat hun leven gerekt wordt als die kwaliteit van leven, in hun ogen, niet meer aanwezig is. Uit respect voor de mensen die me leven hebben geschonken, en er altijd voor me zijn op de momenten dat ik ze nodig heb. Maar ik hoop dat dat moment nog heel ver weg is.

Want net als mijn kinderen hou ik mijn ouders ook graag dichtbij. En als het moment daar is wil ik het wel, ze dicht bij me houden…..maar doe ik het hopelijk niet. Loslaten, ik geef het je te doen.

Moe


Het lijkt een beetje een hippe term te worden, moe, want ik hoor hem echt te pas en te onpas.Moe dekt zoveel ladingen en iedereen snapt moe, ook zonder al te veel uitleg. Vorige week zag ik nog een filmpje over moe zijn voorbij komen op social media. De tekst in het filmpje was vooral veel van hetzelfde, maar er zat een harde kern van waarheid in. Want hoezo ben je altijd moe?

En wat voor soort moe dan? De burn-out verhalen vliegen je tegenwoordig om de oren, vroeger heette dat overspannen las ik ergens en nog verder terug zenuwziek. Oorzaak? Stress en overbelasting.

En ik snap het volledig want ja ik ben ook moe… van het moeten en van alle prikkels en drukte om ons heen. Van het altijd maar ‘aan’ staan en van alle ongevraagde informatie die me bij tijd en wijle overspoeld. 

Mijn man is ook moe, net zo moe als ik eigenlijk. Dus als het even kan zoeken we rust en stilte samen met ons busje. Een volkswagenbusje, de eenvoud zelve. Met een vouwdak en een bed, veel meer is het niet. Maar meer dan dat hebben we ook eigenlijk niet nodig. Zodra de gelegenheid zich voordoet gaan we er vandoor. Weekenden zonder afspraken? Lekker op pad. Vakantiedagen? Als het even kan maken we ze allemaal op, ik kan wel dood en begraven zijn volgend jaar. Heb ik wel mooi dit jaar alvast al mijn verlof opgemaakt, meenemen kan ik ze toch niet.

Vorig jaar zijn we een maand op pad geweest, dat had nog wel wat voeten in de aarde maar het was geweldig. Prachtige ‘weg van de snelweg ‘wegen. Niks geen gejaag op de drukke snelweg, waar bumperklevers je het leven zuur maken en zich gehaast een weg banen naar hun bestemming. Camperleven in optima forma.

Uren niemand tegenkomen, zalig, ik kan het iedereen aanraden. Ongerepte natuur, een pot koffie en onderweg verse broodjes scoren bij een klein bakkertje waar je toevallig langs rijdt. Wat wil een mens nog meer? We hebben met ons busje op prachtige plekken gestaan, aan waanzinnig mooie meertjes, met zijn tweetjes, het ultieme onthaasten.

Camperleven

Maar ja om te onthaasten zal er ook gewerkt moeten worden, de diesel voor ons schatje en die zalige broodjes moeten tenslotte ergens van betaald worden. Dat camperleven van ons komt niet uit de lucht vallen. En dus keren we bruinverbrand en volledig zen weer terug naar de drukte. Heerlijk om onze kinderen en al onze vrienden en familie weer te omhelzen. En proberen we uit alle macht de ontspanning vast te houden, en dat is soms best lastig.

Want zelfs televisie kijken is niet te doen. Elke spannende film of serie wordt zo vaak onderbroken door reclame dat ik het eind echt zelden haal. En ik hou er zo van….een goede film of een fijne serie.

Tijdens het eerste reclameblok doe ik even de afwas, de tweede is net lang genoeg om alvast de koffiepot te vullen en wat klaar te zetten voor de volgende ochtend. Vlak voor de ontknoping van de film is het reclameblok het langst dus kan ik met gemak nog een was ophangen of wegvouwen. Maar draagt dat bij aan het gevoel ’heerlijk in een film te zitten’? Lang leve kijken on demand!

Heerlijk is dat, geen onderbrekingen (alhoewel ik aan de plaspauze tussendoor ook een soort van gewend ben geraakt inmiddels).

Alleen Masterchef of 24 kitchen staan bij ons nog aan tussen het dagelijks ritueel van koken, eten, afwassen en uitzakken. De rest van onze favoriete films en programma’s staan rustig te wachten op de harde schijf. Tot we met een geleegde blaas en hapjes binnen handbereik, in een vrij weekend paraat zitten voor de hele film.

En zo komen we de wintermaanden net aan door tot het voorjaar weer aanbreekt en we weer op pad ‘mogen’, dat camperleven tegemoet. Om ons ’moe’ weer van ons af te schudden, dat redden we precies. Tegenwoordig wel coronaproof natuurlijk 🙂

Overgeleverd aan willekeur.

Petrus Schol, roepnaam Piet, werd op vierentwintig september 1944 gefusilleerd in Leusden. Piet mocht maar achtentwintig jaar worden.

Elk jaar sta ik op 4 mei stil bij de herdenking van de oorlogsslachtoffers, voel ik het belang om stil te zijn. Sinds een paar jaar voelt het persoonlijker, door het verhaal van de jongere broer van mijn oma. Het verhaal dat we leerden kennen door een mailtje van de stichting oorlogsslachtoffers.

In 2019, vijfenzeventig jaar nadat hij was omgekomen, werd er een herdenking georganiseerd voor nabestaanden op de Leusderheide. Op die akelige plek waar hij en velen met hem zijn gefusilleerd en waar hun graven zijn gevonden.(in de zomer van 1944 zijn daar in totaal tweeëndertig #verzetsmensen omgebracht)

Geboren in een eenvoudig arbeidersgezin koos Piet voor het bakkersvak. Hij kwam terug naar Nederland toen de oorlog was uitgebroken, hij was toen inmiddels twee jaar aangemonsterd geweest als bakker/kok bij de Nederlandse Stoombootmaatschappij. Hoe bizar moet dat geweest zijn om in die totaal andere wereld thuis te komen.

Na zijn terugkomst ging hij aan de slag bij een Duitse bakker in Beverwijk. Na een vervelende woordenwisseling over een vrije dag nam Piet ontslag en ging de volgende dag bij een andere bakkerij in Heiloo werken. Tot op de dag van vandaag denken wij als familie dat de ruzie met de Duitse bakker de aanleiding is geweest voor zijn wrede lot.

Niet lang na die dag kwam, zonder aanwijsbare reden, de grüne polizei bij Piet zijn ouders aan de deur. Vader Cor stuurde ze in zijn onschuld door naar de bakkerij waar zijn zoon aan het werk was. Daar werd Piet gearresteerd en overgebracht naar kamp Amersfoort.

Oorlogsslachtoffer

Op elf september 1944 arriveerde Piet in Kamp Amersfoort, waar hij zijn gevangen nummer kreeg (7029) Ineens was hij een cijfer geworden, van het ene op het andere moment bepalen onbekenden zijn leven. Hoe gruwelijk moet dat zijn geweest om overgeleverd te zijn aan die willekeur.

Piet werd bestempeld als vluchtgevaarlijk. Hij was, volgens de gegevens, al een aantal maal aan de Arbeidseinsatz ontsnapt en kreeg daarom een zware aanduiding. Hij maakte deel uit van een groep van negen mensen die gezamenlijk moesten worden omgebracht. Naar alle waarschijnlijkheid naar aanleiding van verzetsacties rondom Zwolle.

Deze lijst van negen mensen was door hogerhand opgesteld. Om precies te zijn door obersturmführer Eric Aloysius Lütkenhus van de Sicherheitsdienst te Zwolle. (Ik vind het onverteerbaar day hij na de oorlog maar vijftien jaar gevonnist kreeg, hij kwam al in 1954 vrij) Na de #oorlog werd tijdens het proces van kampcommandant Peter Berg duidelijk dat deze groep van negen mensen verteld werd dat ze zouden worden vrijgelaten. Ze kregen hun burgerkleding terug, en liepen door de poort van kamp Amersfoort richting de vrijheid. Daar werden ze vervolgens opgewacht door de nazi’s en gefusilleerd.

Gruwelijke feiten, ijskoud gedocumenteerd.

Op die ene dag, op vierentwintig september 1944, wordt in Leusden in eerste instantie ene Willem Schol gefusilleerd. Willem was, net als Piet, ook in 1916 geboren. Na het fusilleren van Willem wordt ontdekt dat Piet eigenlijk gefusilleerd had moeten worden, zijn naam staat op die weerzinwekkende lijst. Daarom wordt ook Piet op vierentwintig september vanuit Kamp Amersfoort naar de grote schietbaan van de Leusderheide gebracht en gefusilleerd.

Gefusilleerd

Na de oorlog wachtten Piet zijn ouders tevergeefs op zijn terugkomst. Ten einde raad zetten zij een advertentie in het Noord-Hollands dagblad, wanhopig geworden door het uitblijven van een levensteken. Op aanwijzing van de man die hem geëxecuteerd had wordt Piet zijn graf (nummer 69) op vijftien februari 1946 aangetroffen. Zijn ouders wordt gevraagd om hem te komen identificeren, aan de hand van zijn gebit en zijn Amerikaanse schoenen. Hun verdriet moet overweldigend zijn geweest.

Na de oorlog wordt kampbeul Joseph Kotälla verhoord over de persoonsverwisseling van Willem en Piet, net als kampcommandant Peter Berg. Maar beide konden, of wilden, verder geen nadere informatie verstrekken.

Het schetst een schokkend beeld van de dagelijkse wreedheid van de oorlog. Ontelbare levens voor altijd verloren.

Oorlog

Ik kijk naar zijn foto, het was een knappe vent, in de bloei van zijn leven. Trekjes van hem zie ik terug in onze familie. Bij mijn vader, bij mijn neven en nichten. Een deel van zijn genen leeft voort in ons allemaal. Doorgegeven door zijn zus, mijn oma, door de genen die zij deelden. Hij heeft zijn stempel achtergelaten op deze wereld. Niet door zijn nazaten, maar wel door zijn wrange lot. Door dat verhaal te blijven vertellen wordt hij niet vergeten. Ik herdenk hem en al die andere slachtoffers. Elk jaar weer op vier mei, als dank voor mijn vrijheid. 

Dit ben ik, op papier

Schrijver zijn, en om vanuit gevoel te durven schrijven, is een enorme stap geweest. Want het is spannend om kwetsbaar te zijn, en ik blijf het een uitdaging vinden om mijn zielenroerselen te delen met de wereld. Op deze plek vind je een bonte verzameling verhalen. Geschreven met een knipoog of een traan. Blogs over de zwerftochten met onze buscamper, over mijn mooie werk als verpleegkundige, en over de dagelijkse realiteit van het leven.

Dit ben ik, op papier.

Als freelancer voor anderen schrijven is als een droom, en toen ik begon met schrijven had ik nooit gedacht dat ik dat ooit zou gaan doen. Mezelf schrijver noemen was al een stap 🙂

Op Babyenkind schrijfsels van mijn hand, a trip down memory lane voor mij want onze dochters zijn al volwassen. Voor de ontwikkelaars van Entrace schrijf ik over mijn zorgervaringen. Op natuurkampeerterreinen kom je me tegen, maar ik schreef over veel meer campings in binnen-en buitenland.

Schrijver

In oktober 2022 werd ik vaste columnist voor Carend. Ik werkte mee aan de campagne ‘ontdek de zorg‘, want ik laat graag zien hoe prachtig ons vak is. Daarom vind je in de metro ook een aantal columns van mijn hand. Vanaf augustus 2021 vonden twee korte verhalen en gedichten hun weg naar een bundel.

Het zorgt voor durf om steeds opnieuw mijn grenzen op te rekken, en om te blijven durven.

Op 5 mei 2022 zag mijn eerste boek het levenslicht. ‘Zorgliefde‘ is mijn grote trots en samen stonden we op de voorpagina van het Noord-Hollands Dagblad. Vanzelfsprekend is mijn bundel hier te bestellen( zie onderstaande link), via diverse webshops en ze is bij elke boekhandel te verkrijgen. Bij de plaatselijke boekhandel lag ik maandenlang in de etalage en tussen heel veel grote namen in de winkel. De recensies zijn lovend, en ik zweef nog steeds van alle mooie woorden die ik nog dagelijks krijg.

https://www.uitjeervaring.nl/zorgliefde.html

Zorgliefde
Zorgliefde

Sinds kort schrijf ik ook fictie, het is mijn meest recente project in wording. In juni 2023 had ik hem eindelijk in handen, zo tof! Van de recensie op vrouwenthrillers gingen mijn tenen krullen.

cover
verborgen verleden

Voor mij een mooi verlaat verjaardagscadeautje want in april ben ik 54 geworden 🙂

Januari 2023 stond ik in de #vriendin, mocht ik vertellen waarom ik schrijf over mijn vak.

zorgblogger

In Februari van dit jaar signeerde ik samen met een dierbare vriendin van de middelbare school onze boeken voor elkaar. Ook weer een pracht van een mijlpaal!

Veel leesplezier en laat vooral een comment achter! Daar doe je mij dan weer een groot plezier mee 🙂

De weg terug bleek onvindbaar.

Hij is de grote broer van mijn lagere schoolvriendinnetje. Indrukwekkend, zoals alleen grote broers dat kunnen zijn. Lang, sportief en prachtige bruine krullen. Zachtaardig en een toonbeeld van een lieverd. Dat zag ik toen nog niet zo duidelijk, ik kijk in dat stadium van mijn leven vooral met bewondering naar hem, zoals dat gaat met grote broers van vriendinnetjes. Naarmate ik ouder word, neemt het gegiechel toe als ik bij hem in de buurt ben. Grote broers zijn onbereikbaar en ik bewonder vooral vanuit de verte.

We worden ouder, stichten allemaal een gezin en groeien in het leven. Die van hem lijkt volmaakt en gevuld met voorspoed, en toch worstelt Ruud met zijn ongrijpbare demonen. Na een lang gevecht, en ondanks de hulp die iedereen hem probeerde te geven, maakt hij op die ene dag een onmogelijke keuze. Hij beëindigt zijn eigen leven.

Die innig geliefde man, door zovelen op handen gedragen, was volledig gevangen in zijn eigen eenzaamheid. Week na week nam het donker steeds meer bezit van hem, hij kon de uitgang naar het licht niet vinden en tijdens zijn zoektocht raakte hij steeds verder verwijderd van wie hij ooit was.

De zon schijnt uitbundig, die dag van zijn uitvaart, alsof die speciaal door hem voor ons is aangezet. Hij wordt letterlijk door onmeetbaar veel liefde op handen gedragen. Langs al die mensen die zo van hem houden, tot vlakbij zijn mooie gezin. Ik luister naar de woorden die vol liefde worden uitgesproken. Ze zijn vol wanhoop en verlangen, verlangen naar ‘konden we nog maar even’. De liefde voor Ruud golft als een warme energie voelbaar door de ruimte en samen vergieten we liters zoute tranen.

Mental health

Ruud wilde niet dood, maar wist eenvoudigweg niet meer hoe hij moest leven. Hij was ziek, heel erg ziek

In deze maatschappij hoeven we fysiek ziek niet uit te leggen. Psychisch ziek is net zo ernstig en ook heel erg verdrietig. Wat meer begrip voor de ongrijpbaarheid ervan zou prachtig zijn. Gezond zijn of blijven, je hebt er niet altijd invloed op. Ruud hield vol overgave van zijn gezin, van zijn familie en vrienden. Maar bovenal hield hij van het leven. Dus vragen waarom hij deze keuze maakte zou een belediging zijn, want het antwoord is zo helder. Hij werd ziek, buiten zijn schuld om.

Het zijn de wrange en oneerlijke streken van het leven, de rauwe keerzijde van geluk. Ik huil met ze mee, met allemaal. En ik ben heel erg dankbaar voor het leven. Want sommigen mooie mensen willen zo graag maar kunnen niet meer…..en eigenlijk valt dat niet uit te leggen.

Dag lieverd…..

Groot gemis

Met mijn ogen dicht zie ik hem zo voor me, grote grijns, ondeugende ogen, alpinopet scheef op zijn hoofd. Mijn lieve oom, mijn vaders jongste broer Piet. Ze waren twee handen op een buik en super-sportief. Samen de Elfstedentocht schaatsen of Luik-Bastenaken-Luik fietsen. Meerdere marathons liepen ze samen. Een bijzondere man was hij, op een goede manier en ik was dol op hem. Ik koester de herinneringen.

Die zondagochtend dat ik een Engelssprekende klant van mijn vader aan de telefoon kreeg, vergeet ik nooit meer. Ik zal een jaar of dertien geweest zijn denk ik, en volledig struikelend over mijn woorden probeerde ik hem te woord te staan. Hakkelend in steenkolenengels, werd het geen normaal gesprek. Gierend van de lach biechtte mijn oom aan het eind van het gesprek op dat hij het was. Wat heb ik dat verhaal nog vaak aan moeten horen en wat is het inmiddels een dierbare herinnering.

Papa en ome Piet samen, het was gegarandeerde gekkigheid bij elke kermis en elk feestje. En de rest van de familie deed vol overgave mee. Ik herinner me nog een kermis in Limmen. We zaten met zijn allen aan de borrel, gek was niet gek genoeg. Boxen werden opgeblazen, schoenen vlogen in de rondte, midden in de kamer moest een fiets uit elkaar worden gehaald. Er was altijd wel iets waar ze de volgende ochtend een beetje spijt van hadden maar wij genoten van hun dwaasheid, het waren machtig mooie tijden.

Gezamenlijke vakanties, heel veel lol en heel veel liefde, ik kan niet uitleggen hoe dierbaar dat was. De herinneringen zijn ontelbaar en ik koester ze.

Net als die keer dat mijn grote zus en ik mee mochten toen de Elfstedentocht in 1986 werd geschaatst. Ze hadden hem in 1985 ook al samen gereden maar toen had de dooi ingezet, die eerste uren na de start. Mijn vader besloot daarom eerder te starten dan hij officieel mocht. Hij moest en zou hem een keer schaatsen. Maar zonder officiële start dus ook geen Elfstedenkruisje. Het boeide hem niks, hij had die monstertocht mooi wel volbracht. Wij mochten spijbelen van school en zaten de hele dag voor de tv, ingespannen te zoeken naar de gekleurde mutsen van mijn vader en mijn oom. De rest van het jaar genoten we van al hun sterke verhalen over die tocht der tochten.

Elfstedentocht

Gelukkig kreeg hij nog een kans op dat kruisje het jaar erna. Opgewonden spraken ze de tocht door in de file richting Friesland, wij zaten op de achterbank ademloos te luisteren.
Wij logeerden bij een vriendin die in Leeuwarden woonde. Papa en ome Piet konden bij haar ouders terecht. Heel veel friezen namen belangeloos wildvreemden in huis en zorgden onzelfzuchtig voor al die sportievelingen. In de stad zelf hing een geweldige, ongedwongen sfeer, alles ademde Elfstedentocht. Wij waren de hele nacht op stap, van kroeg naar kroeg. Vroeg in de ochtend keken we live naar de start, wat was dat betoverend en indrukwekkend. Al die spanning en al dat enthousiasme, de lucht zinderde ervan. Nog steeds ben ik blij, dat ik erbij mocht zijn.

Ze waren onze helden, die twee en we vertelden het aan iedereen die het horen wilden, dat zij die elfstedentocht schaatsten.

‘s Middags stonden we brak en verkleumd langs de Bonkevaart, met onze knalroze snowboots, te wachten tot ze finishten. Al die kanjers die zegevierend over de finish gingen.Het zijn onvergetelijke momenten, onvergetelijke herinneringen. Papa had ook dat tweede jaar, tot zijn grote spijt, noodgedwongen clandestien mee-geschaatst en ome Piet schonk daarom zijn tweede kruisje aan mijn vader.

Jaren later wordt oom ziek, net als mijn vader krijgt hij maagkanker. Mijn vader kreeg het jong en herstelde, wij mochten hem behouden. Ik was een meisje van een jaar of zes en weet daar nog maar weinig van. Ome piet is eind veertig als hij ziek wordt, en het vonnis is vernietigend. Hij gaat niet herstellen.

Op een dag in april besluit ik langs te gaan, het gaat slecht en ik wil hem graag spreken. Mijn jongste is een maand of negen. We praten wat, veel valt er niet te zeggen, het verdriet hangt zwaar in de kamer. Ik verschoon die kleine op de vloer bij gebrek aan een betere plek. Oom zit naast me in een luie stoel en geniet van mijn kleine meid. ‘Ik had bedacht dat het grote genieten wel na mijn pensioen zou komen’ zegt hij ernstig. ‘Vooral niet wachten met genieten tot na je pensioen Cynt, leef nu want je weet nooit of dat pensioen wel komt voor je’. Ik knik en sla het moment op in mijn geheugen, stevig als een brandmerk. Want het is een gewichtig moment, dat voel ik. Met mijn ogen dicht zie ik die scene zo nog voor me, helder als glas.

Niet veel later kiest mijn oom voor een waardig einde, moet hij noodgedwongen achterlaten wat hem zo lief is en wordt hij niet ouder dan vijftig. Diep respect heb ik voor die welhaast onmogelijke keuze. 

Tijdens de uitvaart, legt mijn vader het van zijn broer gekregen Elfstedenkruisje op de kist, als eerbetoon aan hem en al hun mooie momenten samen. Dat beeld staat blijvend op mijn netvlies, en zijn gemis en pijn voel ik diep in mijn lijf.

Ik denk nog vaak aan hem en aan alle mooie herinneringen die ons zo verbonden als familie. Aan alle gekkigheid en alle feestjes, aan de lol die we hadden. En aan die ene belangrijke les die ik af en toe vergeet in de waan van de dag. Vorig jaar ben ik vijftig geworden, net zo oud als hij geworden is.

Lieve oom, ik denk nog vaak aan je, je wordt nog steeds enorm gemist. En ik blijf mijn stinkende best doen om elke dag te genieten!

Kamperen in je eigen dorp.

Kamperen in je eigen dorp. We willen het al jaren, maar vonden eenvoudigweg nooit het juiste moment. Altijd was er wel een plek waar we liever heen wilden, of het weer liet eenvoudigweg te wensen over. Tot dat paasweekeind. De weersvoorspellingen waren stralend, en ook de file voorspellingen beloofden drukte en chaos op de weg. Op de woensdagavond voor dat lange vrije weekeind keken we elkaar ernstig aan. Gingen we drukte en files riskeren, of gingen we op dat ene kleine snoezige kampeerterreintje in ons eigen dorp staan. De liefste hakte resoluut de knoop door, pak maar in de hele handel, ik bel wel even of ze nog een plekje voor ons hebben. En zo togen we de volgende dag met ons camperbusje, vers uit het werk, richting onze bestemming.

Ik moet mijn giechel onderdrukken

Het is hemelsbreed ongeveer een kilometer van ons huis, en toch presteren we het om een foute afslag te nemen. Gewend als we zijn om vooral op vakantie te gaan buiten ons dorp, vergaten we die middag om juist die neiging te onderdrukken. Automatisch reden we dus weg van ons dorp, richting die snelweg. Mopperend op zichzelf zit de liefste stuurs te kijken, wachtend op een gaatje in het drukke verkeer om weer om te keren. Ik zit vooral op mijn lip te bijten om mijn gegiechel te onderdrukken, dit is echt weer iets voor ons. Na vijf minuten kunnen we gelukkig omkeren, en na nog eens vijf minuten hebben we onze bestemming bereikt. 

Groen en rust

Verscholen in het groen, prachtig gelegen aan de rand van het duingebied, ligt natuurkampeerterrein Klein hemelrijk. Met ruime plaatsen langs breed bemeten grasveldjes, en wilde bramenstruiken die hier en daar het oude grillige groen onderbreken. Bij zonsopgang en zonsondergang doen de enorme hoeveelheid vogels hun stinkende best, en is het een gefluit van jewelste. Elke kampeerplek heeft een eigen houten picknicktafel en zijn eigen stroomaansluiting, een heerlijke onverwachte luxe.

Monter zoeken we ons plekje op, de camping is nog nagenoeg leeg. We parkeren ons busje en zetten de luifel op. Mijn roodgeruite tafelkleedje complementeert het pittoreske geheel, en tevreden zit ik om me heen te kijken. Er is echt helemaal niks mee, om hier te kamperen, en de tank diesel is nog lekker vol.

De laatste filemeldingen

De volgende ochtend zitten we heerlijk in de warme lentezon te wachten tot een stroom aan nieuwe campinggasten de velden om ons heen vol laat lopen. Voor ons geen files en geen drukte op de weg. Opgewekt lees ik tijdens het ontbijt de enorme hoeveelheid filemeldingen voor. Grijnzend kijken we elkaar aan boven onze koppen met dampend verse koffie. In volle tevredenheid zitten we te ontspannen in ons eigen lieve dorp.

En hoe maf ook, na 1,5 dag heb ik al het gevoel dat ik een week weg ben, ondanks het feit dat ik nog zo dicht bij huis ben. Het voelt echt volop als vakantie, zo midden in het groen en de rust. Soms is op ontdekkingsreis gaan naar een verre bestemming echt heel fijn, maar af en toe je ontspanning dichtbij zoeken is helemaal niet verkeerd.

Kamperen in je eigen dorp, ik kan het iedereen aanraden!