Ontdekkingsreis

Het liefst schreeuw ik het van de daken, zo bijzonder vind ik het zelf. Want pasgeleden was het zover, eindelijk begon mijn ontdekkingsreis. Heel veel van wat ik heb geschreven wordt een boek, een hele echte 🙂 Na contact zoeken, een datum prikken voor een belafspraak waar ik nog maanden op moest wachten en heel veel schaven aan mijn manuscript ging mijn telefoon. Na een supergezellig gesprek met een onvervalste uitgever hield ik mijn vingers gekruist en hoopte uit alle macht dat het goed zou komen.

Het kriebelt en het knaagt al heel erg lang. Dat hele ‘mijn boek uitgeven’ scenario is al meermaals door mijn hoofd gevlogen, als een stoomtrein op snelheid, zo werkt dat bij mij nou eenmaal. Bij het teruglezen van alles wat ik schreef ben ik het ene moment onzeker, dan vind ik alles wat ik heb geschreven raar en onnozel. Het volgende moment ben ik weer ontroerd en raakt het me, dat wat ik aan het papier toevertrouwde. ‘Wat in der kop zit, zit niet in der kont’ zegt mijn vader altijd 😉 Waarom het voelt als het ultieme haalbare, een echt boek met mijn naam erop, ik heb geen idee, maar het is zo.

Bundel

In gedachte had ik die bundel al in handen, als een tastbare bevestiging dat ik meer ben geworden dan ik was. Ik wapen me ook voor kritiek, eventuele harde woorden laat ik de waarde van wat ik heb gedaan niet beïnvloeden. Voor mij is het waardevol.

Het grootste deel van mijn leven had ik niet zo’n hoge pet op van mezelf, en dat zeg ik niet om zielig te zijn maar zo was het nou eenmaal. Kwetsbaar en klein was ik, ondanks mijn lengte 😉 Ik zag mezelf heel lang zoals anderen me zagen, hun waarheid was mijn waarheid en veel te lang was ik nogal een schaap. Tot het moment dat ik begon met schrijven, toen gooide ik dat steeds meer van me af, tot er weinig meer van overbleef. Het schrijven heelde me in zoveel opzichten, eindelijk vond ik mijn eigen stem.

Nadat ik mijn hart naar hem had gemaild( lees mijn manuscript) zat ik met een knoop in mijn buik te wachten, want wat ging ik doen als hij het waardeloos vond. Ontzettend beeldend, warm en persoonlijk geschreven, kreeg ik van hem terug, en erg plezierig om te lezen. Ik gloeide ervan, van die mooie woorden. Tuttebel, ik weet het, maar toch voelt de waardering van een onbekende als erkenning.

Die bundel wordt mijn cadeautje en een prestatie waar ik enorm trots op ben. Ik heb het geflikt dacht ik vannacht, het is me gewoon gelukt. Ik heb iets gedaan waar ik vroeger alleen maar van durfde te dromen. Waar een tikkie doorzettingsvermogen al niet goed voor is 🙂

Onveilig

Stiekem ben ik best een angsthaas en sommige situaties ontloop ik daarom. Laat in de avond in mijn uppie over straat gaan, ik ben geen fan. Dat roept een automatische reactie op dat ik dan eerder gevaar loop. Vroeg in de ochtend op straat zijn boeit me dan weer helemaal niks. Gek natuurlijk, het donker is precies eender, alleen maakt het tijdstip een andere sensatie in mij wakker.

Tijdens mijn thuiszorg jaren stond ik daar regelmatig bij stil, dat gevoel van angst dat sommige situaties oproepen. Ik was met enige regelmaat laat op straat en niet altijd in de meest fijne buurten. En bij meerdere cliënten moesten we onszelf binnenlaten, ook niet altijd een feest. Voordat de sleutelkluis gemeen goed werd liepen wij als een soort malle pietjes met een flinke bos sleutels in de rondte.

Om in het donker een onbekend huis binnen te stappen was soms best een ding, maar ik heb me ook altijd afgevraagd hoe dat voor die zorgvrager moest voelen. Terwijl je kwetsbaar in je bed ligt af te wachten wie er nu weer je huis binnen loopt, ik moet er oprecht niet aan denken. Wat een enorme drempel moet dat zijn, om je daaraan over te geven.

#Metoo

Onveiligheid is van alle tijden maar het neemt een vlucht, zo ervaar ik dat tenminste. Niet alleen op straat hoor, het is momenteel overal. De #Metoo schandalen vliegen je om de oren en de rel rondom de TVOH ligt nog vers in het geheugen.

Ik vind het vooral heel erg pijnlijk, die onveiligheid die steeds dichterbij kruipt, in bijna alles. Zoveel mensen die zich op straat of hun werkplek niet veilig voelen door wat dan ook. Omdat er een aantal zijn die met bralgedrag en spierballen hun zogenaamde macht laten zien. Waarom zou je een ander mens schade willen berokkenen. Dat vind ik onbegrijpelijk.

Het is tijd voor een omslag, dat vind ik oprecht. Laten we elkaar weer met respect behandelen, omarmen en liefhebben zoals het hoort. Terug naar de eenvoud, naar liefde en je gedragen zoals het hoort. Vroeger was echt niet alles beter, verre van, maar sommige zaken mogen van mij best weer ‘ouderwets’ worden.

Imperfectie

Afgelopen week was ik op zoek naar een knappe foto van mezelf, de foto komt op de omslag van een boek, mijn boek ( jaaaaaa het gaat echt gebeuren :-)). Nogal een ding dus. Ik ben overkritisch op mezelf wat dat betreft, dus was een keuze maken weer een ouderwets gevecht. De liefste koos vol overtuiging voor de zwart-witte foto maar ik was er niet heel zeker van. In een opwelling besloot ik het aan mijn zakelijke netwerk te vragen. Niks te verliezen tenslotte, die post kon ik zo weer verwijderen als ik het toch te spannend zou vinden.

Ik verbaasde me oprecht over alle reactie’s. Buiten het feit dat het er echt heel veel waren, ook van mensen die mij niet kennen, kozen ze bijna allemaal voor de foto die in mijn ogen het minst ‘perfect’ was. Scheve lach, een lok haar die half over een oog valt en zwart-wit. En toch werd dat plaatje vol overtuiging door bijna iedereen gekozen.

Het maakte dat ik meermaals naar die foto keek, om te zien wat anderen erin zien. Onmogelijk natuurlijk, ik zie mezelf, objectief naar dat ding kijken lukt me niet. Een aantal jaren terug zou ik absoluut voor de kleurenfoto gekozen hebben, ‘mooier’ plaatje.

Glimlach

Ik heb altijd een hekel gehad aan mijn eigen glimlach. Vraag me niet waarom maar een groot deel van mijn leven heb ik dat zo gevoeld. ‘Ik sta nooit leuk op foto’s’, was mijn standaard antwoord als er een foto moest worden genomen. Enthousiast was ik nooit, en ik vond ze ook onveranderd lelijk, die plaatjes van mezelf. Als jonge vrouw droomde ik ervan om een mooie van mezelf te hebben, zonder scheve grijns of verwrongen gezicht. Als ik naar de foto’s kijk die er van mij door de jaren heen zijn gemaakt probeer ik altijd niet te lachen, dichthouden die mond zie ik mezelf bijna denken.

Waarom ik zo enorm kritisch op mezelf was weet ik oprecht niet, maar het was er altijd. Mijn glimlach is groot en niet helemaal symmetrisch dus het liefst gumde ik hem uit. Ik vond die lach veel te overheersend in het totale plaatje, op elke foto zag ik alleen maar dat. Gelukkig heb ik het in de loop der jaren afgeleerd, bijna tenminste, want heel af en toe bekruipt het me nog weleens.

Inmiddels heb ik mijn foto gekozen, vol overtuiging is het de zwart-witte geworden. Want dit ben ik, met al mijn imperfecties.

Omdenken

Als ik tegen iemand zeg dat ik verpleegkundige ben, krijg ik bijna altijd de vraag in welk ziekenhuis ik werk. Ik moet er altijd een beetje om grinniken, maar het zegt alles over het beeld dat er heerst ten aanzien van de verpleegkundige, die werkt blijkbaar altijd in een ziekenhuis. Dat er ook heel veel keigoeie verpleegkundigen buiten het ziekenhuis werken ligt blijkbaar minder voor de hand. Dus schrijf ik er een stukje over 😉

Zelf werkte ik ook een poosje in het ziekenhuis, in de nachtdienst, toen onze meiden meisjes waren. Fijne werkomgeving, veel expertise lekker dichtbij en je staat er nooit alleen voor, ook prettig. Alle randvoorwaarden waren prima in orde en dat is nou eenmaal een pré als je werkt. Ik koesterde die fijne werkplek.

Toch koos ik voor een andere richting, dat andere ‘zorgen voor’, buiten het ziekenhuis. Waar je heel anders moet zorgen, thuis in iemands eigen omgeving. In soms krappe, warme kamertjes en vaak ook nog zonder hoog-laagbed of andere voorzieningen die het je makkelijker maken om die zorg te verlenen. En alleen, altijd alleen. Ik heb met enige regelmaat mijn eigen creativiteit aan moeten spreken.

Allemaal van belang

Dit stukje is vooral niet bedoeld als meetlat, welke functie zwaarder, moeilijker, belangrijker of interessanter is. Ze zijn vooral allemaal anders en allemaal van belang. Dit stukje is vooral om aan te geven hoe belangrijk het werk van die verpleegkundige is, ook buiten dat ziekenhuis. Ze is onmisbaar, met al haar kennis en kunde, op zo heel veel verschillende vlakken.

Bij al die zorgmijders die nog thuis wonen of bij al die ingewikkelde zorgvragen die elke dag wat zwaarder worden, complexer in elke leeftijdscategorie. Die vragen om intensief samenwerken en goed kijken naar een oplossing. Die maanden, jaren achter elkaar zorgen voor dezelfde mensen. In krappe huiskamers, op afgelegen plekjes en in flatjes driehoog achter. Of in verzorgingshuizen, verpleeghuizen of revalidatiecentra. En laten we de gehandicaptenzorg en de GGZ vooral ook niet vergeten.

Zorgen voor een ander is razend ingewikkeld soms en zoveel meer dan alleen dat praktische handelen, het is een mens tot in detail in beeld krijgen en het ondersteunen van elk facet van dat individu dat zorg behoeft. Dus een shout out naar alle verpleegkundigen, in welk werkveld je ook actief bent: diepe buiging voor jullie allemaal!

Lichtelijk beschaamd

Buiten zijn is mijn redding, oprecht, voor van alles. Soms ga ik naar buiten om mijn hoofd leeg te maken en soms ben ik zo blij als ik wakker wordt dat ik niet anders kan dan de frisse lucht in. Naar buiten, zomaar wat lopen en genieten van mooie luchten, mooie natuur of ons mooie duin. Weer of geen weer.

Buiten zijn verveeld me nooit, want er valt altijd wel iets te beleven. Een enorme bui die op het punt van losbarsten staat, harde wind of een kraakheldere ochtend. Als ik me naar buiten waag, is er altijd wel iets. Soms regen ik zeiknat, maar er gebeurd ook altijd wel iets gezelligs. Mafkees he?! I know hoor.

Afgelopen week liep ik ook weer vroeg buiten, fijn muziekje op mijn oren terwijl ik de zon op zag komen. Ik werd continu ingehaald door hordes tieners, joelend en klooiend zoals alleen jeugd dat al fietsend kan. Zware rugzakken en blije koppies, aanhangen aan de arm van je vriendje die een brommer heeft en dan samen met een bloedgang over dat fietspad razen. Ik moest erom grinniken, en vooral snel opzij springen, ze reageerden in koor al joelend op mijn sprintje. Voor heel even leek alles weer gewoon, voelde alles weer gewoon, zoals het moest zijn.

Opgetogen

Op de terugweg kreeg ik nog een spontane knuffel van een Huskey, die voelde mijn opgetogen stemming vast aan gok ik, en weer moest ik grijnzen. Met een opgeladen batterijtje schoof ik even later achter mijn laptop, mijn werkdag had al een zalig begin gehad.

Diezelfde middag had ik een oud-collega aan de telefoon. ‘Ik zag je nog lopen vanmorgen vroeg. Nou ja lopen, je liep swingend over de stoep volgens mij’. Lichtelijk beschaamd schoot ik in de lach, en ik verontschuldigde me voor mijn wat gekke afwijking. ‘Zit in mijn genen, kan ik niks aan doen, bij fijne muziek moet ik meebewegen’. ‘Ik vond het heerlijk juist, antwoordde hij enthousiast, ik werd er zelf helemaal blij van, om jou vrolijk over die stoep te zien schuiven. Daar heb ik de hele dag lol van gehad, van dat plaatje’. Hoe leuk is dat, een oprecht complimentje, en ik zit me alleen maar te schamen voor mezelf, tut.

Dat uurtje wandelen had me mooi weer voor een volle week aan blije momentjes opgeleverd. 🙂

Nutteloos

Ik had vorige week een onvervalste sombere ochtend te pakken, zo’n dag waarbij alles ineens heel erg nutteloos voelt. Geen dagen om een tikkie tegenop te zien, geen gezellig samenkomen met vrienden om me op te verheugen. En nog lang geen lente. Niks leuks of spannends in het vooruitzicht, er was gewoon even niets meer.

Zelden verlang ik zo naar dat nieuwe jaar als ik dit keer doe. En dat heeft absoluut helemaal geen fluit met wat dan ook te maken. De leegte strekt zich genadeloos voor me uit en ik twijfel overal aan. De wereld is nogal een depressieve bedoening momenteel. Om me heen gebeurd er te weinig moois en ook op het werk is het één grote treurnis. Ik word met enige regelmaat een beetje verdrietig van al dat verdriet.

Zo heel veel voelt ineens onbeduidend. Dat volgende boek wat ik zo graag wil uitgeven, mijn wilde vakantieplannen, alle stukjes die ik vol hartstocht schrijf, mijn dromen en ambities. Alles is in één klap een berg geneuzel en mijn onzekerheid knaagt vol overgave een genadeloos spoor. Waarom wil ik het überhaupt en wat is de zin van dat alles.

Verdrietig

Deprimerend he?! Vind ik zelf ook hoor, en gelukkig benoem ik het ook gewoon. Ik laat mezelf gewoon ontzettend razend somber zijn. De hele dag stort ik me er met kop en schouders in, even wentelen in dat zelfmedelijden. Het is het gemis aan blijheid waar ik op stukloop, aan opgetogen en vol overgave sprankelen. Dat denk ik tenminste. Ik kan niets anders bedenken, want alles gaat echt zijn normale kalme gangetje.

Maar voor heel even werd ik overspoelt door verdriet en somber.

Vannacht was ik wakker, lag ik wat te mijmeren over mijn stemming van de vorige dag en over al het moois wat er is of nog kan komen. Ik besloot me daaraan vast te houden. Niet aan ambitie maar aan mijn eigen nederige dromen, aan oprechte aandacht voor een ander en aan de verhalen die ik graag wil vertellen.

Vertellen aan één of vertellen aan velen, het maakt me oprecht niet uit. Opgelucht en gerustgesteld viel ik in slaap, ik had mijn pad weer gevonden.

Oprecht geloof

Ik geloof niet in een god. Tijdens mijn dagelijks bestaan hang ik geen enkel geloof aan, ondanks die katholieke opvoeding. Dopen, eerste communie, ik heb het allemaal doorlopen, maar houvast gaf het me niet. Vroeger vond ik het vooral eng dat iemand me blijkbaar in de gaten hield 😉 Toch is er wel iets van al die kerkse jaren blijven hangen, en dat is de gedachte dat je weer ontmoet wat je ooit verloor. Dat heel veel liefde niet voor altijd is verdwenen.

Het zijn geen praktische gedachtes, het is een gevoel dat voor mij persoonlijk een troostend is. Dan vliegt dat allesverslindende verdriet over heel groot verlies niet uit de bocht. Ik kan het zelf niet verklaren, dat wil ik ook niet, maar zo is het.

De gedachte dat mijn moeder ooit haar gezonde voldragen zoon mag ontmoeten, vervuld me met warmte. Toen konden ze helaas nog niet wat ze nu wel kunnen. Er was voor mama geen ontmoeting, geen afscheid, geen aandenken. Voor mama was er niks. De gedachte dat zij hem ooit kan vasthouden en hem de liefde mag geven die wij ons hele leven van haar kregen troost me, hoe gek dat ook moge klinken. De wreedheid van dat nooit meer is simpelweg te gruwelijk.

Troost

Dat er ooit nog iets van troost komt voor de vader van dat meisje dat voor mij zat in de klas vind ik een wonderschone gedachte. Veertien was ze pas toen ze dat fatale ongeluk kreeg tijdens een turnles. Na haar overlijden was zijn haar in één enkele nacht grijs geworden. Ik zat daar in die kerk en staarde naar hem, en kon amper bevatten wat ik zag. Dat zoveel liefde elkaar ooit weer terugvind is troostend.

Moeders, vaders, geliefden. Zoveel gemis, zoveel pijn. Dat ze ergens herenigd worden, op wat voor manier dan ook, is een geruststelling. Lichtpuntjes in een donkere wereld. Hoe kwetsbaar of ongeloofwaardig ook, in mijn hart bestaat het.

Na dat brute, rauwe afscheid voelen dat de liefde die er voor ze gevoeld wordt nog ergens in het heelal voor een zee aan lichtpuntjes zorgt, leeft diep in mij. En dat de schoonheid van al die sprankelende zielen ergens samenkomt, op een warme fijne plek, bied mij iets van troost wanneer er geen woorden te vinden zijn.

Reuzenstappen

Als ik terugkijk op de laatste dertig jaar zie ik reuzenstappen tussen wie ik was en wie ik uiteindelijk ben geworden. Door alles wat het leven me voorschotelde.Toen ik moeder werd bijvoorbeeld, toen ontdekte ik ineens een hele nieuwe kant van mezelf. Dat hart van mij bleek oneindig groot en barstensvol liefde, ik stroomde er elke dag van over. Dat hummeltje werd het belangrijkste in mijn leven, en nog steeds is hun geluk mijn geluk.

Niet lang daarna bleek ik chronisch ziek te zijn en belandde ik in het ziekenhuis. En weer moest ik mezelf opnieuw uitvinden. Hoe stond ik in het leven en hoe ging ik dat leven opnieuw vormgeven na die waardeloze boodschap. Had ik een ziekte of was ik het( vooral het eerste, heel erg het eerste) Na dat rouwproces van aanvaarding besloot ik dat ik het mijn leven niet zou laten regeren. Ik schraapte mezelf van de grond en besloot er alleen mee bezig te zijn als het echt moest. Tijdens de prednison periodes bijvoorbeeld, dan herkende ik mezelf niet meer in de spiegel, heel angstig was dat. Ik ben trots op die fase als ik er nu op terugkijk. Toen zag ik dat niet heel duidelijk maar nu zie ik de kracht ervan, ik liet mijn kop niet hangen.

Fase

Toen onze kinderen groter werden besloot ik weer naar school te gaan, om dat ene papiertje binnen te harken waar ik al zo lang mijn zinnen op had gezet. Ineens liep ik weer op een middelbare school rond, tussen al die piepkuikens. Na die eerste schok bleek die omgeving enorm inspirerend, en ik verwerkte tussen neus en lippen door wat oude trauma’s. Mijn eigen schooltijd was geen fijne, ik voelde me een lelijk eendje en volledig misplaatst tijdens die puberjaren. Nu liep ik er met een heel ander gevoel in de rondte, werd ik vraagbaak voor anderen. Ik vond er een versie van mezelf uit waar ik razend trots op was.

Maar ook toen ik het allemaal even niet meer wist, nu alweer een paar jaar geleden, ontdekte ik nieuwe kanten van mezelf. Vond ik de moed om naar binnen te kijken en schreef ik alle narigheid van me af. Vond ik een stem die tot dan toe verstopt had gezeten. Die rottige tijd heeft geleid tot het ontstaan van mijn eigen website, tot een boek, tot Caat Kordaat en tot hopelijk nog veel meer.

Ik ben vooral dankbaar, voor al die, soms hele akelige, lessen, voor elke fase en voor alles wat mooi is in mijn leven. Ik voel me rijk omdat ik bleef zoeken naar lichtpuntjes, en omdat ik ze gelukkig altijd bleef zien. Ook toen het even heel donker voelde om me heen. Dat is zoveel rijker dan een volle spaarrekening.

Emotionele tuttebel

Onderhuids voel ik het stromen, als hete lava zoekt al mijn emotie een uitweg. Het is ongetwijfeld te wijten aan mijn onvoorspelbare hormonen, of aan de tijd van het jaar. Ik ben nogal gevoelig voor de weemoed van weer een jaar ten einde en die hormonen, don’t het me started 😉 Om de haverklap voel ik dat ze zich aan me opdringen, warme zoute tranen.

Mooie muziekfilmpjes, enthousiaste flashmobs of andersoortig gedoe dat vertedering oproept en ik zit geheid met een brok in mijn keel. Ontroerende beelden, dankbare woorden of ander feelgood gedoe en hete druppels gieren over mijn wangen. Geen idee wat het precies is dat die vloedgolf naar boven laat komen, maar het overkomt me momenteel continue.

Op mijn werk zijn er nogal veel verdrietige situaties. Het hoort erbij, ik weet het, maar het zijn er momenteel echt veel, schrijnende vreselijke. Onderhuids stapelt zich dat blijkbaar op. Gebrek aan geluk en gezondheid is tijdens deze dagen somberder dan anders. Ik had er niet veel erg in maar die tranen vertellen me wel wat.

Die laatste maand van het jaar maakt me altijd wat melancholiek. Dan kijk ik terug en sta ik stil, bij alles wat er is gebeurd. Mooi en minder mooi, zo doe ik dat elk jaar rond de jaarwisseling. Want dat jankerige komt ook voort uit dankbaarheid, ik voel het extra door al het wrange leed in de wereld.

Zegeningen

Ons fijne huis, ons mooie gezin, fijne familie, lieve vrienden en die zalige baan, ik heb tekort vingers om al die zegeningen te tellen. En laten we die gezondheid vooral niet vergeten. Ik mis een hoop, net als de meeste van jullie, maar er blijft ook nog zo ontzettend veel over. Gratis en voor niks.

Het feit dat ik huidkanker had was even schrikken, maar ik was er ook zo weer vanaf, supergrote zegening. Dat ons gezin en de familie gezond zijn, absoluut een zegening. De start van mijn eigen bedrijf en alle ontwikkelingen erom heen die ik nog niet allemaal uit de doeken kan doen ;-), twinkelende en razendspannende zegening. Dat mijn leven, ondanks al die beperkingen, nog zo vol, rijk en prachtig is, hartverwarmende zegening.

Ik wens jullie allemaal een prachtige jaarwisseling toe en hoop dat jullie ook heel veel lichtpuntjes zien. Dat jullie al die zegeningen tellen, en dat ze er hopelijk in overvloed zijn naast al dat akeligs. Dat geteut van mezelf omarm ik ook, en soms laat ik die tranen gewoon maar lekker stromen, lucht ook weer op.

Happy 2022!

Keuzestress

We kiezen elke dag wat af. Wat eten we vanavond, roze of groene sokken vandaag of toch maar met de auto in plaats van met de fiets. Tot het om levens-veranderende keuzes gaat. Dan begint het afwegen, lange voor-en tegenlijstjes, naar je hart luisteren of toch met dat hoofd kiezen? Wat laat ik zwaarder wegen en welke kant wil ik eigenlijk op? Een mens zou er wanhopig van worden. Te veel keuzes of juist te weinig. Overzie ik de gevolgen allemaal wel? 

In mijn geval volgen dan lange gesprekken aan de keukentafel met de liefste, meestal onder het genot van een wijntje. Waarna die fles na twee uur leeg is en ik licht beschonken zo mogelijk nog minder zeker weet welke kant ik op moet. Want wat is nou beter: Intuïtief kiezen of er toch een nachtje over slapen…of twee.

Wie zou niet een glimp van de toekomst willen zien, om te weten welke keuze de juiste blijkt te zijn. Weg met die lijstjes en onrustige nachten waarbij het hoofd zich een weg moet banen tussen al die toekomstbeelden. Knappe meid die dan aan haar nachtrust komt. Ik niet in ieder geval. Ik heb die nachtelijke pieker sessies tot een eenzame hoogte weten te brengen.

Hoe fijn zou het zijn als belangrijke keuzes tussen het koffie schenken door gemaakt kunnen worden. Even een bakkie doen en meteen het juiste huis uitzoeken of de ideale baan of de juiste carrière uitzoeken. Emigratieplannen worden bij het wolkje melk definitief gemaakt. ‘Ja hoor, we verkopen de boel en vertrekken toch naar dat kasteeltje in Zuid-Frankrijk. We gooien heerlijk het roer om. Genoeg melk zo schat?’ Waarna je volkomen content en ontspannen op de bank neerstrijkt, tevreden mijmerend over de gemaakte keuze, wetend dat het de juiste is. Wat een ontspannen leven zou dat zijn zonder ’foute’ keuzes. En ongelofelijk saai, dat dan weer wel.

Voorspelbaar

Zoveel mooie emotie zou wegkwijnen als het leven voorspelbaar zou zijn. Want weg is de spanning, de kriebel in je buik en het gevoel van hoop en verwachting als je eindelijk een keuze hebt gemaakt. Weg met avontuurlijke keuzes, en de opluchting, trots en blijdschap als de ‘ja maar’ stemmetjes eindelijk zwijgen. Tot de volgende bepalende keuze zich aandient en alles weer van vooraf aan begint. Voor het gemak laten we de ellendige gevolgen van de ‘foute’ keuzes maar even achterwege. Persoonlijke groei en ontwikkeling zouden abrupt tot stilstand komen als we ons nergens meer in durfden te storten. Voorspelbaar is duf.

Dus blijf ik gestaag doorploeteren. Keuzes maken is voor mij als optimist namelijk een geweldige uitdaging. Tel mijn enorme fantasie op bij mijn positiviteit en elk krot tover ik in een vingerknip om tot een blinkend paleis. Waar menigeen beren op de weg ziet, zie ik vooral mogelijkheden en uitdagingen. Elke keuze heeft zijn goede kanten en anders vind ik ze wel. Keuzes maken doe ik tegenwoordig dus maar door een scheutje realiteit te mengen met mijn gevoel. Hoe voelt die ene beslissing als ik spanning, angst en bladgoud even opzij zet? Denk ik dat ik het kan en dat het past en wordt ik er blij van? En wat is het ergste dat me kan gebeuren?

Door van dat slechtste scenario uit te gaan blijkt kiezen ineens veel eenvoudiger 🙂