Overspoelt

Ik ben een tikkie overprikkeld, soms heb ik dat weleens. Dan gebeurd er teveel in de wereld, teveel tegelijk. Of er gebeurd teveel in ons eigen lieve landje, dat op dit moment niet meer als een lief landje aanvoelt. Oprecht niet.

Ik ben een dorpskind, en dat bevalt me helemaal prima. Klein en kneuterig vind ik nou eenmaal fijner dan groots en overweldigend. Nooit behoefte aan gehad ook, om in de stad te wonen, niet constant tenminste. En zeker nu, is de behoefte aan rust groter dan ooit, aan minder prikkels, aan ruimte om me heen.

Want die verkiezingen, jeetje mina, het is als een vloedgolf aan toneelstukjes en er is bijna geen ontkomen aan. En ik vind het bijzonder, dat campagne voeren, ik verbaas me gewoon. Zo kijk ik tenminste naar dat hele politieke gebeuren, als ingestudeerde praatjes. Ik houd nou eenmaal niet van spelletjes spelen. Behalve yahtzee dan, of Mexican train, en zo zijn er nog een paar 😉

Het komt over als slinks gedoe, en ‘kijk mij eens mooie plannen hebben, beter dan wie dan ook’. Glad glimlachend, en ik geloof er geen snars van. En ik ben oprecht verbaasd, ook dat, wat een circus is de politiek geworden in de loop der jaren. Al die minuscule partijtjes die mee willen doen, volgens mij zijn het er nog nooit zoveel geweest. Zou iemand ’s morgens wakker worden en denken’ wat zal ik vandaag eens gaan doen, weet je wat, ik richt een partijtje op en ga zoete broodjes bakken of gebakken lucht proberen te verkopen. Ik wil gehoord worden, en ook van alles roepen.

Politiek

In een scala praatprogramma’s, en zogeheten amusementshows, wordt alles uitentreuren uitgekauwd. Wat ik niet echt kan staven met bewijs hoor, want ik kijk er nooit naar, ik roep dus ook maar wat. Maar je hoort weleens een fragment op de radio of leest iets in de krant. Die tegenwoordig ook eenzijdig gevuld wordt, die krant, maar dat ligt ook echt aan het soort krant dat je leest. Als ik hem überhaupt lees, want bijblijven is tegenwoordig een dingetje geworden wat mezelf betreft. Soms is het echt teveel, alle prikkels, schreeuwerige koppen en stemmingmakerij.

Wat ik moet stemmen, geen idee eigenlijk, het wordt een beetje kiezen tussen heel veel kwaden, zo ervaar ik dat tenminste. Enthousiast en overtuigend vind ik ze geen van allen, ze zijn vooral heel erg vol van zichzelf en hun partij programma. Maar goed, zo interpreteer ik het. ‘Voor de burger’, jemig, mag ik een spuugemmertje? De jaren dat ik nog oprecht enthousiast werd van een politicus, liggen ver achter me.

Ik ging er maar lekker op uit vanmorgen, naar het gekwetter van de vogeltjes luisteren, dat soort kwetteren vind ik aangenamer dan politiek gekwetter. Maar ik voel me elke dag een beetje meer vervreemd, van deze rare wereld, waarin alles wat normaal wordt gevonden, in mijn ogen heel erg gek is. Bovenstaande foto maakte ik tijdens die wandeling van vanmorgen, beter toch? Weet ik meteen ook weer waarom ik steeds zo vroeg buitenloop. En waarom ik ’s avonds, als de wereld met al zijn negativiteit op volle toeren draait, heerlijk vroeg in mijn bed lig, knus onder de wol. Naar die stilte te luisteren.

Mits de liefste wel zijn stealth-modus aan heeft staan natuurlijk 🙂

Corona

Die doodgewone donderdag begon stormachtig, door die storm die buiten woedde maar die zich ook in mijn binnenste roerde. Want ik voelde me verre van fit, het voelde als een opkomende verkoudheid eigenlijk. Maar gezien de huidige tijd, kon dat gevoel ook op iets anders duiden, ik hoor het om de haverklap.

Ik voelde vooral weerstand, diep van binnen, want nu moest ik ook in die achtbaan stappen. Voor mezelf welteverstaan, door mijn werk zit ik al veel te lang in dat coronacircus. Maar toch maar laten testen dus, binnen blijven en wachten op die uitslag. Ik had het gepresteerd om daar een heel jaar uit weten te blijven, ik was nog nooit getest en ben ook een heel jaar klachtenvrij geweest. Geen verkoudheid, geen koorts of ander lamlendig gedoe, best bijzonder vind ik dat.

Ik voelde me helemaal niet ziek die ochtend, hoogstens wat rammelig, maar ik had onmiskenbaar verhoging. En een ander in gevaar brengen omdat ik er geen zin in had, tja dat past niet natuurlijk. Als ik de rest van mijn omgeving voor het gemak even buiten beschouwing laat, zijn daar nog steeds wel mijn ouders die op leeftijd zijn en waar ik wel heen wil. Better safe then sorry.

testuitslag

Dus inloggen en een afspraak maken, wat echt geen sinecure bleek, door die storm waren veel van de teststraten in de buurt gesloten. En om vier dagen te wachten leek me toch ook niet oke, plus om zolang binnen te moeten blijven is niks voor mij. Watje he?! Dus dan maar iets verder rijden, ook prima. Een tikkie ongemakkelijk reed ik de teststraat in, volgde braaf de aanwijzingen en vervolgens kreeg ik dat stokje in neus en keel. De tranen liepen over mijn wangen, wauw. ‘Dat is goed hoor, zei die lieverd van de teststraat, dan zit ik diep genoeg. Onder de indruk van dat hele gebeuren reed ik terug naar huis. Hopend dat het met die welbekende sisser af zou lopen, wat ik absoluut verwachtte hoor, maar toch.

De dag na dat testen, begon ik in de middag steeds opnieuw mijn mail te checken, of die testuitslag al binnen was, gek werd ik van mezelf. En ik kon het ook gewoon niet laten he?! Alsof dat steeds opnieuw kijken het proces versneld, niet natuurlijk. Maar goed, soms is de drang sterker dan het meisje zeg maar. Midden in de nacht werd ik wakker van de liefste, die de roep der natuur even moest volgen. Snel pakte ik mijn mobiel, en ja hoor, daar blonk een mailtje, testuitslag, eindelijk.

Half slaperig klikte ik ongeduldig op alle linkjes, inlogjes en doorklikkers. Negatief stond er met dikke letters, lekker! Toch echt een tikkie opgelucht kroop ik knus weer lekker onder mijn dikke donzen. Kon ik die ochtend fijn weer naar buiten, heerlijk door die woeste wind lopend naar de bakker, fijn toch naar de kapper en gezellig bij die vrienden op visite die middag. Joe! 🙂

Geluksvogel

Ik voel het constant, en spreek het heel regelmatig ook uit, hoe dankbaar ik me voel voor mijn mooie leven. Ik ben een geluksvogel. Dat je niet kan vergelijken weten we allemaal, en dat zou ook serieus onbegonnen werk zijn natuurlijk, en toch roep ik het af en toe. Juist omdat ik er soms vanuit mijn voegen barst, en ik ook een wat positiever geluid wil laten horen.

Want het gemopper is zo overduidelijk aanwezig, en neemt soms een oorverdovende hoeveelheid ruimte in. Haat reactie’s, cynisch gezeik, ladingen ongelofelijk geneuzel, kinderachtig vingergewijs, vanaf allerlei kanten, wat een vermoeiend gedoe. Dat heeft weinig met kritisch zijn te maken, of vraagtekens zetten bij. Dat ik me daardoor weiger mee te laten slepen is geen geheim, en ondanks dat ik ook best eens een donkere dag beleef, stap ik nog elke dag blij mijn bed uit. Zelfs na een jaar corona gedoe.

Ik weet het, er zijn mensen die oprecht de kriebels van me krijgen, die vinden al mijn stukjes gewoon een tikkie te enthousiast, en een tikkie te blij. Snap ik volledig hoor, ik vind mezelf met regelmaat ook ‘ to much’, maar zo voel ik het nou eenmaal. Dat blij zit ingebakken, juist omdat het niet altijd zo was, en juist daarom geniet ik er zo ontzettend van.

Luxe

Jaren geleden werkte ik een poosje in een revalidatiecentrum, en dat maakte me razend nederig, dat blije zaadje is daar geplant. Tijdens al die jaren zorgen, waarbij ik veel verdriet en ziek met eigen ogen aanschouwde, is dat zaadje uitgegroeid tot een stevige boom. Want ik ben elke dag opnieuw dankbaar dat ik zelf mijn bed uit kan stappen. Dat ik mijn rondje kan rennen in de vroege ochtend, ook al heb ik heus niet altijd zin.

Als ik daarna onder die zalige hete douche sta, die geduldig al dat warme water over mijn hoofd laat lopen, voelt dat zo zalig. Ik hoef alleen maar die kraan open te draaien. Wat een absolute luxe.Een volle koelkast, een warm en fijn huis, een fijne baan. Al die lieverds om me heen, ook al zien we elkaar nu minder en anders, dat ze er zijn voelt fijn. Zoveel luxe bovenop mijn eigen gezondheid, die nu al een poos in balans is, het voelt als een ongelofelijke lading aan genot en cadeautjes. Het is waanzinnig genieten, als je zonder nadenken de deur uit kan stappen.

Dat de huidige tijd niet simpel is, dat is absoluut zo. En leuk is ook ver te zoeken, sommige ontwikkelingen en plannen zie ik met lede ogen aan. Ik leef oprecht mee met al die mensen die het nu beroerd hebben, en probeer mijn steentje bij te dragen. Oog hebben voor hun ellende, want die zie ik echt ook heus, past echt naast dankbaar zijn voor wat er wel is. En dus hang ik die slingers nog steeds op, alleen een tikkie anders, en ik wens en hoop dat het over een poosje weer anders wordt, meer zoals het was. Want wat moet een mens zonder hoop tenslotte. En ik blijf stug die zegeningen tellen, dat ook.

Sportfrustratie

Ik heb niet veel frustraties, de meeste zaken die niet helemaal gaan zoals ik wil leg ik schouderophalend naast me neer. Behalve dat ene dingetje waar ik steeds opnieuw tegenaan loop, en waar ik vloekend op de vroege ochtend mee worstel. Mijn fijne #sportbh.

Want als je net als ik wat meer hout voor de deur hebt, moet dat ook lekker stevig ondersteunt worden. Dus kocht ik een goed sportbh, voor tijdens dat fijne vroege rondje hardlopen.

Maar dat vastmaken van dat ding is steeds opnieuw gedoe. Bij deze zitten er nota bene twee keer twee haakjes. En dat is fijn natuurlijk, dat extra bandje op je rug. Maar die bovenste, daar kan je zelf dus niet bij hè. ‘Wie verzint dit soort martelapparaten’ verzucht ik regelmatig. Want je hebt er dus iemand bij nodig, als je wil gaan sporten, voor dat los en vast maken. Raar toch? Die bovenste haakjes heb ik dus professioneel vastgezet. Maar het maakt het in en uit dat ding wurmen er niet eenvoudiger op. Het ziet er spectaculair uit, dat dan weer wel, om mij te zien worstelen. Soort slangenmens act, maar dan anders 🙂 Maar ik heb nu tenminste niemand meer nodig om me vast te haken.

Haakjes

Oprecht gek wordt ik van die rottige haakjes op je rug. Binnen no time zijn ze verbogen, blijven ze tijdens het aantrekken van die bh overal aan haken, behalve waar ze aan moeten blijven haken, en sta ik vloekend en ziedend dat ding in onmogelijke houdingen te ontkoppelen van al waar het aan blijft hangen. Zie je het voor je? Kansloze missie, natuurlijk. lekker relaxt hoor, de start van mijn vroege hardlooprondje, not. Voorsluiting zeg je. Helemaal eens, maar tot nu toe heb ik nog geen fijne stevige kunnen vinden.

Dus daarom deze boodschap voor de ontwikkelaars van bh’s, en met name die voor sportende dames met een grotere bos hout: verzin eens een fijne stevige zonder die rottige haakjes. Je zou deze vrouw er razend gelukkig mee maken!

Juiste doelgroep

‘Het is te versnipperd, zegt ze, je schrijft veel te versnipperd. Je moet eerst bepalen wie je doelgroep is, wat wil je schrijven en vooral voor wie’. Moedeloos kijk ik terug, ‘dat betekent een keurslijf toch? Ik moet mezelf beperken in wat ik wil gaan schrijven, en voor wie. Die specifieke doelgroep zoeken en alleen nog voor hen schrijven. En als ik dat nou niet wil’? Ze haalt onverschillig haar schouders op. ‘Zelf weten, dat spreekt voor zich, maar op deze manier wordt het nooit wat met je’.

Mijn doelgroep, wat is in vredesnaam mijn doelgroep. Ik schrijf voor iedereen die zich laaft aan mijn stukjes, want ze beschrijven stuk voor stuk de worstelingen in het leven. Soms luchtig, soms zwaar, precies zoals het leven is, geen dag is eender. Dus wat is dan mijn doelgroep? Mensen? Want ik wil niet alleen maar voor kampeerliefhebbers schrijven, gezondheidszorgcollega’s of voor vrouwen in de overgang. Ik wil schrijven wat ik wil, en vooral hoe ik dat wil. Dat doelgroep gedoe stuit me enorm tegen de borst. Eigengereid, ik weet het, en toch gooide ik vol enthousiasme die doelgroep het raam uit, dan wordt het maar niks met die schrijfcarrière.

Schrijver

Ik ben een dwarsligger, ik weet het, en die eigenwijsheid is misschien niet heel erg slim. Maar mezelf beperken, of me alleen richten tot een bepaalde doelgroep, voelt als een keurslijf. Dat keurslijf waar ik mezelf, met heel veel spul en moeite, net aan had ontworsteld. Want we zijn zo heel veel facetten, zo heel erg een verzameling van allerlei verschillende kanten. Mezelf beperken en een bepaalde kant op moeten schrijven, het zou voelen alsof ik een deel van mezelf zou verloochenen. Eigenlijk ben ik wel vijf doelgroepen, of nog meer zelfs:-) Lekker multifunctioneel, that’s me.

Niet zakelijk, absoluut waar, ik ben verre van zakelijk. Schrijver zijn en schrijven vanuit de krochten van mijn ziel, ik ben vooral dat. Ik heb niks met commercie of slimme marketing, mijn stukjes vertellen hun eigen verhaal. Heel naïef, absoluut, maar dat is wie ik wil zijn. Ik heb er plezier in, in dat schrijven van mij. En als iemand zich herkent in mijn blogs, er inspiratie of troost uithaalt, is dat al heel erg prachtig. In een wereld van toneelspel, machtspelletjes en uitgekookte slimmigheidjes, geef ik met liefde een tegengeluid 🙂

Verloren

Ooit liep ik stage in een bejaardentehuis, ik zal zestien geweest zijn, en ik voelde me vooral voor de leeuwen gegooid. Ik wilde niets liever dan de kraamzorg in, maar werd helaas ingedeeld voor een stage in de ouderenzorg, en vol weerzin stapte ik er naar binnen. Jannie kreeg mij toebedeeld, en gaf me lukraak wat taken. Zonder enige zorgervaring kreeg ik van Jannie de opdracht een oude dame uit bed te helpen. Wat omzichtig klopte ik op de deur, en voorzichtig liep ik de schemerige kamer in. Het was warm in de kamer, muffig, en schoorvoetend maakte ik de dame in kwestie voorzichtig wakker. Ze vroeg me de dekens open te slaan, en ik kreeg de schrik van mijn leven. Deze oude dame had geen onderbenen meer, voor mij nogal onverwacht. Haar beide been protheses stonden uit het zicht, achter de nog gesloten gordijnen.

Mijn eerste kennismaking met de zorg was niet echt een fijne, en toch was ik gefascineerd.

In dat kleine, ouderwetse bejaardentehuis regeerde Zuster Roodhart met strakke hand. Zij woonde in, ook zo bijzonder. Ik sidderde als ze in de buurt was, en liep altijd met een grote boog om haar heen. Als geboren katholiek meisje heb ik in mijn jeugd best wat nonnen meegemaakt, maar zo akelig als zij was, was er geen eentje.

Ik wende snel, en maakte elke ochtend pap voor de mensen die in het ziekenzaaltje verbleven. En dat was er in die periode maar eentje. Een lieve, oude, tandeloze dame die door iedereen liefdevol tante Coby werd genoemd. Tante Coby was het allerliefste in het ziekenzaaltje, zo vlak naast de zusterpost, zo voelde ze zich minder alleen.

Ik ging rond met een broodkar en met soep, en elke dag hielp ik mee met het jassen van een enorme lading piepers. Tussen de middag kreeg ik de vaste taak toebedeeld om de tafel te dekken voor zuster Roodhart, met het mooiste tafelzilver. Heel precies moest dat, en niemand was dol op dat klusje. Het was een apart wereldje, kneuterig en gemoedelijk.

Zuster

Jaren later werkte ik er nog een poosje. Toen onze kinderen klein waren, was ik er vaste avonddienst. Zuster Roodhart had inmiddels plaats gemaakt voor een nieuw aangetrokken hoofdzuster, de zorgzwaarte was minimaal en het ziekenzaaltje bestond ook nog. Een kostbare en dierbare tijd, ik sloot er bijzondere vriendschappen en luisterde naar prachtige verhalen over vroeger, en die fijne plek nestelde zich knus in mijn warme hart.

Inmiddels ben ik zorgbemiddelaar van deze locatie, een ruime twintig jaar later. Het ziekenzaaltje is allang verdwenen, en de zorgzwaarte is niet te vergelijken met toen. Alleen alle mooie herinneringen zijn er nog, nog steeds knus genesteld op die vaste plek. Het voelt echt razend bijzonder voor mij om weer betrokken te zijn bij de plek waar het voor mij ooit begon. Het verschil met toen is zo groot, maar inmiddels ben ik ook wel wat veranderd 🙂

Er is zoveel verloren gegaan, en sommige veranderingen betreur ik oprecht, er is een lading moois dat ik graag had willen behouden. Behalve zuster Roodhart, die kan ik missen als kiespijn 🙂

Jonge deerne

Dat steeds slechter kunnen zien, het neemt inmiddels illustere vormen aan, schele Hendrika noem ik mezelf regelmatig. Knijpend en starend sta ik soms naar die minuscule lettertjes te kijken. Alsof er, door er naar te blijven kijken, ineens iets veranderd. Ik haal de te lezen letters dichterbij, of houd ze iets verder weg, hoopvol wachtend tot ik er iets van kan ontcijferen. Zonder resultaat, vanzelfsprekend, maar ik blijf het wel proberen. Een tikkie eigenwijs, ik weet het 😉

Nog niet zo heel lang geleden was ik een jonge deerne, zo voelt het tenminste. Nu doen overgang, leesbrillen en krakende gewrichten hun intrede. Ik weiger er standvastig naar te luisteren, naar dat ouder worden. In mijn hart en hoofd ben ik namelijk nog steeds een jonge deerne, en dat hoop ik nog lang te blijven.

Op feestjes, als ze straks weer mogen tenminste, hoop ik echt weer vol verve uitgebreid op de dansvloer te staan. Dat ik daarbij niet iedereen meer scherp zie zal me echt een zorg zijn, het scheelt alvast een hoop rimpels en grijze haren spotten. Die van mezelf zie ik namelijk ook al minder scherp, en dat bevalt me helemaal prima. Wat je niet ziet, kan je tenslotte vol overgave negeren.

Ouder worden

Alleen voor mijn werk moest ik er serieus aan geloven, die beeldschermbril is inmiddels aangeschaft. ‘Een damesachtig modelletje’ zei de liefste, waar ik spontaan opstandig van werd natuurlijk. Damesachtig, WTF, ik ben geen oude vrouw 🙂

Het mag duidelijk zijn dat ik er soms niet echt aan wil dat ik drieënvijftig wordt, heel binnenkort. En waar de jaren tot aan die vijftig eeuwig leken te duren, beginnen de jaren na die vijftig wel twee keer zo snel te gaan. Zo voelt het oprecht. De jaren glippen me veel te snel tussen die spreekwoordelijke vingers door.

Tijd om in het kwadraat te genieten, tot nu toe lukt het glansrijk!

Uitje

Een dag op een andere werkplek werken, op een andere plek dan thuis of op kantoor, ik keek er oprecht naar uit. ‘Hoe kan het dat dit als een uitje voelt’ dacht ik nog, en wat is er toch bizar veel veranderd het afgelopen jaar. En dan ben ik nog op vakantie geweest, kan ik vaak naar buiten en heb ik mijn werk.

Maar die bewuste ochtend zat ik vol enthousiasme, bruisend en sprankelend op mijn fiets, de zon kwam net op en knipoogde naar me. Blij knipoogde ik terug. Ik vloog langs heiige velden, met een muziekje op mijn hoofd, genietend van alle uitgestrekte schoonheid om me heen.

Mijn werkplek voor een dag, was gevestigd in een prachtig oud gebouw. Ooit was het een ziekenhuis voor mentaal zieken, inmiddels heeft het heel veel nevenfuncties waaronder kantoorruimte. Tijdens de lunch kon ik buiten eten, zat ik zalig uit de wind in de ommuurde binnentuin, volop genietend van die prachtige bouw. Ik liep een rondje over het enorme terrein en keek mijn ogen uit. Zoveel historie, zoveel bijzondere plekjes, het maakte mijn werkdag een hele bijzondere en vooral een hele aangename.

Historie

historie

Het helpt vanzelfsprekend dat het prachtig mooi weer was, dat de poké bowl, die daar vers gemaakt werd, bijzonder zalig smaakte, en dat ik met hele gezellige mensen werkte. Maar toch, al die historie waar ik op uit keek, het schitterende glas in lood, de indrukwekkende trappenhuizen en prachtige boogdeuren. Die enorme lading aan details, zoals de oude tegeltjes, de bewerkte oude handvatten en alle hoekjes en plekjes en bochtjes, ik ben er dol op, oprecht.

Diezelfde middag zat ik stralend op de fiets naar huis, met een hoofd vol nieuwe indrukken. Die dag had ik voor de eerste keer met stokjes gegeten, voor de eerste keer in dat waanzinnige mooi gebouw gewerkt, voelde ik wat die nieuwe ervaringen met mijn humeur deden, met mijn gemoed. Overweldigende, intense blijheid, echt.

Het wordt hoog tijd dat de wereld weer een beetje open gaat, dat we allemaal weer wat nieuwe ervaringen op kunnen doen, en allemaal weer volop kunnen gaan genieten van elke nieuwe dag. Hoe? Ik heb werkelijk geen idee, maar dat we daar allemaal ongetwijfeld van op zullen knappen, dat is wel zeker.

Genieten

Soms valt er zomaar onverwacht een hele berg positiviteit in je schoot, vanuit het niets. In deze tijd van afstand, voelde ik me razend verbonden met al die mensen. Dwars door die telefoon. De kracht van #socialmedia op een fijne manier.

Ik schreef spontaan iets over mijn vroege ochtendrondje, met de vers gemaakte foto van een mooie zonsopkomst. Het rondje was niet bijster rap, of bijster lang, het was gewoon een fijn rondje voor de start van mijn werkdag. Leuk om te delen met andere enthousiastelingen, en ik werd blij van alle reacties.

Tijdens mijn hele leven was ik met wisselend succes, sportief. Soms gooide mijn lichaam zonder scrupules roet in het eten, en kon ik weer heel lang bijzonder weinig. Toen ik een aantal jaar geleden als vrijwilliger medailles stond uit te reiken na de Alkmaar City Run, begon het acuut weer te kriebelen. Ik wilde zelf ook zo’n ding om mijn nek 🙂 Heel rustig pakte ik het weer op, en liet ook zo af en toe de moed weer een poosje zakken.

Vroeg rondje

Inmiddels heb ik standje steady weer te pakken, en zeker nu die overgang ongenadig toeslaat, heeft dat hardlopen van mij meer dan één functie. Fit blijven, een beetje in shape waar mogelijk, en vooral op het mentale vlak dat frisse hoofd behouden. Dat hardlopen geeft me onveranderlijk een zalig gevoel. Af en toe schiet ik met mijn mobiel in die vroege ochtend zelfs prachtige plaatjes. Heerlijk functioneel, dat lopen, ik streep fijn een hele waslijst aan ‘mooi meegenomen’ af.

Spetterende doelen of snelheden heb ik inmiddels wel losgelaten, een rondje draven in de ochtend is inmiddels goed genoeg voor mij. Zoals iemand terecht opmerkte: ik heb me aangesloten bij ’team genieten’. Die lat te hoog leggen zorgt alleen maar voor frustratie, en die kan ik missen als kiespijn. Maar omdat de energie van dat vroege rondje echt onbetaalbaar is, blijf ik nu gewoon wel gaan. Op het gemakje, zonder mezelf onder druk te zetten, rommel ik een rondje langs heiige velden, onder stralende sterren door of genietend van een adembenemende zonsopkomst.

Team genieten is eindelijk verstandig geworden 🙂

Typisch frans

Ik ben oprecht dol op Frankrijk, en ik ben er ook nog lang niet op uitgekeken. Ik kan nog jaren vooruit met die verscheidenheid aan wonderschone natuur, er is nog zo ontzettend veel te zien en te ontdekken.

Nadelen zijn er niet eigenlijk, ik weet me inmiddels goed staande te houden in het frans. De liefste ook, die schuift mij gewoon standaard naar voren als er iets geregeld moet worden 🙂 Maar ik kom echt een heel eind met die paar jaar middelbare school frans (met dank aan meneer Timmer die in mij maar weinig brood zag. Meneer Timmer, het is goed gekomen met me!) Durven is al de helft, en een fijn geheugen, dat helpt ook.

Vanmiddag zat ik naar de radio te luisteren toen er een stukje cabaret voorbij kwam, over dat hele bijzondere van dat franse toilet, en ik voelde direct mijn giechelkriebel opborrelen. In hele uitzonderlijke gevallen moet je er onderweg soms gebruik van maken, als je echt niks anders tegenkomt, en steeds opnieuw is het een uitdaging. Die ervaringen probeerde ik allemaal te parkeren in het laatje ‘echt heel snel vergeten’, maar door dat hilarische stukje sprong dat laatje spontaan volledig open.

Toilet

Deze cabaretier wist echt precies die enorme worsteling van het gebruik van dat toilet te beschrijven, de ribbeltjes waar je voeten moeten staan, het gevecht met die balans en het precieze mikken. De tranen stroomden over mijn wangen, van herkenbaarheid. Smakelijk vertelde hij dat zijn vrouw haar onderbroek voor het gemak tijdelijk op haar hoofd parkeerde, om maar zo veilig mogelijk te plassen, niks ertussen is toch fijner. En ik heb daar direct beeld bij hè, daar kan ik oprecht niks aan doen, het was gewoon zo ontzettend grappig. Heerlijk is dat, om in je eentje volledig gevouwen te liggen. En lekker, dat was het ook vooral, ik ben dol op een uitgebreid potje slappe lach.

Zonder al teveel op de details in te gaan, kreeg ik wel weer wat flashback momentjes, die ik meteen ook weer terug stopte in dat speciale laatje. En ik zal ze jullie ook echt besparen, no worry’s. Maar dat ik het franse toilet op vakantie steeds minder vaak tegenkom, is een zegen, oprecht.