Waarom eigenlijk.

Vanmorgen vroeg ik me oprecht af, tijdens mijn vroege hardlooprondje, waarom ik dit nou zo graag wilde kunnen. Een rondje kunnen rennen, terwijl de zon de wereld langzaam wakker laat worden.

Dat is meteen de eerste reden. Met een muziekje op mijn hoofd, op het gemakje draven door de natuur, terwijl ik mijn gedachten lekker laat gaan. Richting een nieuw te schrijven blogje, langs rottigheid die ik moet verwerken of gewoon wat mooie ontroerende gebeurtenissen herbeleven.

Ik vind het wel ontzettend suf dat ik niet zo snel tevreden ben. Ik wil altijd verder, sneller en langer kunnen lopen. Op andere vlakken ben ik volgens mij helemaal niet zo fanatiek, dus waarom dan? Vind ik echt bijzonder, dat streberige gedoe. Dat is denk ik wel een overblijfsel uit mijn jeugd, ik heb vanaf mijn zesde op atletiek gezeten. Sporten deed ik heel veel jaren, een paar keer in de week. En daarbij heb ik ook nog eens een hele sportieve vader. Die liep halve en hele marathons, fietste meermaals luik-bastenaken-luik. En schaatste, naast heel veel toertochtjes, ook twee keer de elfstedentocht. Diepe buiging voor mijn paps.

Ochtend

Een jaar of zes terug liep ik nog met gemak een ruime tien kilometer, en dat vond ik al razend dapper van mezelf. Met mijn aandoening, moet je niet willen hardlopen, zei de specialist. Maar ik kan het, en het gaat weer, dus blijf ik gaan zolang ik het kan.

Want de belangrijkste reden waarom ik blijf hardlopen? Het is zo lekker om die nieuwe dag te begroeten, als de meeste mensen nog slapen, dat rondje voor ik naar mijn werk moet. Winterdag is dat vaak onder een prachtige sterrenhemel, terwijl ik langs met rijp bedekte velden draaf. Of ik loop mijn rondje in het voorjaar, terwijl de zon zijn prachtige kleuren de ochtend instrooit. Het is schitterend buiten, zo heel erg vroeg, en lekker rustig nog. En dan is er ook nog dat gevoel erna, als je geweest bent. Dat zalige, overheersende gevoel dat het lukte, dat ik het kon, dat ik in een vast tempo die kilometers heb gelopen. Daar heb ik de rest van de dag zo’n zalige energie van.

Dat zijn dus zomaar een hele hoop redenen om vroeg mijn voordeur uit te stappen. Weet ik ook meteen wat ik moet doen, als ik even geen zin heb. Dit stukje nog eens nalezen 🙂

Flash back

Onze oudste kampeert weer even bij ons in huis, uit nood, omdat er van alles mis was in haar huurhuisje. Het is grappig hoe snel dat went, om je kind weer in huis te hebben, ook al woonde ze al een jaar of vijf niet meer bij ons.

De eerste dagen was het wat onwennig, al die eigen ritmes moesten nog even gesynchroniseerd worden. We waren inmiddels allemaal vooral gewend aan onze eigen ruimte zonder elkaar. Maar het verliep wonderwel in een rap tempo, dat wennen.

Aan het eind van die eerste week zat ik weer aan haar voeteneind, middenin de nacht, om met argusogen in de gaten te houden of het allemaal wel goed ging. Ik zal niet nader omschrijven wat er precies loos was, maar dit soort nachten had ik in het verleden ook weleens. Voor haar was zo’n nacht alweer heel wat jaren geleden, en ook ik had ze absoluut niet gemist, die doorwaakte onrustige nachten. Ik zat daar bij dat kind van ons wat treurig te zitten, met mijn flash back, ‘daar gaan we weer’ dacht ik bij mezelf. Zit ik weer braaf de boel in de gaten te houden. Ook gewoon bezorgde moeder natuurlijk, zo ben ik nou eenmaal.

Nacht

De volgende dag konden we er alweer smakelijk om lachen, nadat ik hier en daar nog wat extra zout in de wonden had gewreven natuurlijk. Die kans liet ik mooi niet aan me voorbijgaan 🙂 En we lagen heel erg vroeg in bed, dat vooral.

Waar ik ook een flash back van kreeg was die wasmand, die vulde zich welhaast weer als vanzelf. Ook iets dat ik echt niet had gemist, volle wasmanden, en ook daar moest ik weer aan wennen, aan dat vaker wassen. Maar stiekem is het ook hartstikke gezellig natuurlijk, onze oudste gup weer huppelend door het huis. Ook weer zo’n flash back, mijn meiden dichtbij vond ik altijd fijn. Meidenavondjes, uitgebreid bijkletsen en samen tutten. Dat gaat toch anders als je niet meer onder hetzelfde dak woont.

Maar we zijn het er met elkaar wel over eens dat een paar weken echt lang zat is. En zo hoort het ook.

Nog even en dan kan ze weer fijn terug naar haar eigen plekje, en haar eigen leventje weer oppakken, alhoewel dat in deze tijd even niet zo goed kan. En ook dat is best even fijn. Zij laaft zich weer aan de gezelligheid van dat samen zijn, en aan de volle koelkast, samen een spelletje doen en dat heerlijke bad van ons. Aan dat gezonde ‘mama’ eten, en aan het even wentelen in al die goede zorgen. Zodat ze weer opgeladen naar haar eigen paleis terug kan.

Als dat geen win win is, dan weet ik het ook niet meer.

Onverwacht

Er gebeurde altijd wel iets, tijdens al die jaren dat ik bij mensen thuis waakte. Niet alleen de nacht zorgde soms voor een extra dimensie aan dat stervensproces, soms ging ineens toch de angst overheersen, was thuis blijven toch te spannend. Of er waren complicaties waardoor er op het laatste moment nog gekozen werd voor opname.

Heel veel jaren geleden waakte ik bij een echtpaar in Santpoort. Ik had toen nog geen rijbewijs, dus was ik laat op de avond met mijn fiets op de pont gestapt en naar hun huis gefietst. Ze waren altijd met zijn tweetjes geweest, kinderen hadden ze nooit gekregen, en veel familie was er niet meer over. Ergens was er nog een achternichtje, en helaas leefden veel van hun vrienden ook niet meer. En nu bleef zij ook nog eens alleen achter, want hij was ernstig ziek.

Ze woonden samen in een statig pand, en ik was diep onder de indruk. Prominent in de woonkamer stond een prachtige vleugel, notenhouten meubels glommen je tegemoet, en in een antiek theekastje stond een prachtig servies te stralen. Dat huis van ons, waarin volop geleefd, gespeeld en gerend werd. Dat stond vooral vol met speelgoed, en een wat goedkoop allegaartje aan meubels, dat was het complete tegenovergestelde van deze pracht.

Op de fiets

Ik maakte kennis met dit liefdevolle echtpaar, en de eerste uren verliepen in volkomen rust. Rond een uur of twee veranderde de situatie ineens toen meneer een bloeding kreeg, zijn lichaam gaf het steeds wat meer op. Dit was echter wel een angstige complicatie, als je oud en kwetsbaar bent. Thuis was ineens niet fijn meer, thuis werd te spannend. Want wat lag er nog meer aan akeligheid op ze te wachten.

Niet veel later lag hij in de ambulance, en werd hij opgenomen in het ziekenhuis. Zij mocht fijn mee, om bij hem te zijn, en ik bleef alleen achter in hun prachtige huis.

Ik ruimde wat op, om te zorgen dat ze niet in die chaos van bebloed beddengoed thuis hoefde te komen. Uiteindelijk trok ik de deur achter me dicht, en stapte op de fiets. Fietsend door die donkere nacht liet ik alle gebeurtenissen nog eens passeren. Helemaal alleen op de fiets, door de donkere nacht, voegde nog wat extra spanning toe. Bovenop het rotgevoel dat ik al had. Zoiets heftigs gaat je nou eenmaal niet in je koude kleren zitten, want ik was wel altijd alleen in mijn werk. Heftige situaties nog even met een collega van je af praten, was nooit aan de orde. Dat vond ik soms best lastig, om alles alleen te moeten dragen, niet even te kunnen delen.

De pont stond net op het punt om weg te varen, en die ging in de nacht maar heel af en toe. Maar die lieve meneer de pontwachter liet de laaddeur een stukje zakken, en tilde mijn fiets met kinderzitje zo de pont op. En ook ik moest aan boord klimmen. Jonge en lenig nog toen he?! Toen kon ik dat nog 🙂 Maar ik weet het nog zo goed, hoe fijn dat voelde. Dat hij op me wachtte, en me aan boord hielp. Zijn zorgzaamheid was alles wat ik op dat moment nodig had.

De liefste schrok zich gek toen ik midden in de nacht thuis kwam. Die drukte me op het hart om de volgende keer een taxi te bellen, in plaats van alleen op de fiets naar huis te komen. Niet aan gedacht om eerlijk te zijn, ik wilde alleen maar naar mijn gezin. En als jonge moeder, zonder rijbewijs, kon ik mijn fiets echt geen dag missen. Die liet ik daar dus mooi niet staan.

Die lieve oude man kwam nooit meer naar huis, ik belde die dag erna nog even om te horen hoe het met ze afgelopen was. Maar diezelfde dag overleed hij, in dat ziekenhuis. De afgelopen jaren, dacht ik nog best vaak aan ze, en aan de de gebeurtenissen van die onverwachte nacht. Want sommige belevenissen schud je nou eenmaal nooit meer helemaal van je af.

Ontspanning

Op zondagochtend, vult ons huis zich bijna wekelijks met een scala aan geuren, en dat voelt altijd zo warm en knus. Voorkoken is een fijn klusje op die lome luie zondag. Juist omdat ik zo razend dol ben op curry’s en andersoortige stoofpotjes, maak ik dat in alle rust op een vrije dag. Dan is er tijd zat om alles een uur of wat in de oven te laten sudderen. Al die kruiden die heerlijk op hun gemak die diversiteit aan rijke smaken afgeven, aan dat lekkere gerecht. Voor deze zondag staat er pastinaaksoep en een grote pan chili op het menu. Terwijl de chili staat te pruttelen, een vers soepje verorberen op de zondagmiddag, met wat uitgebakken spekjes en een bruschetta met een beetje zout, echt jummie.

Maar ook mijn favoriete curry, of dat Italiaanse stoofgerecht dat een uur of vier in de oven moet, laten het huis altijd zalig ruiken. En het verveelt nooit, ook niet onbelangrijk.

Tijdens het koken staat er meestal een kookprogramma aan, zo’n ongecompliceerd ‘zachtjes op de achtergrond’ vermaak. Lof it. In de huidige waanzin van de wereld, is het belangrijker dan ooit om af en toe te ontsnappen aan dat dagelijkse drama. Om me daar soms even voor af te sluiten, want momenteel heb ik er meer dan ooit behoefte aan.

Ik ga niet voor elk kookprogramma hoor, daarin ben ik best kieskeurig, het moet vooral relaxed zijn. Geen omhoog gevallen dames die kirrend in de keuken staan, bleh, daar krijg ik pas echt de kriebels van. Maar sommige pannenroerders zijn oprecht zalig om naar te luisteren. Er was een poosje een Ierse jongeman die, ogenschijnlijk zonder enige inspanning, allerlei lekkers tevoorschijn toverde. Ik genoot vooral van dat geweldige accent, Iers of Schots horen spreken vind ik zalig. Waarom ik dat vind, ik heb echt geen idee, maar het klinkt gewoon gezellig.

Masterchef Australie, ook favoriet. De andere versies, de Nederlandse of de Amerikaanse, brrrrr, daar gril ik van. Maar de Australische, daar ga ik echt voor zitten. Prachtige televisie vol hartstocht, emotie en warme vriendschappen. Dat spat echt van dat scherm en dat vind ik machtig mooi. Oprechtheid in optima forma, zo zie ik dat tenminste. Natuurlijk blijft het televisie, maar het komt op mij ongekunsteld over, en vooral dat is van belang om me in een programma te kunnen vangen.

Televisie

Project Rembrandt, ook zo fijn. Het is mooie oprechte televisie, en ook heel ontspannend om daarin onder te duiken. Kunst zien ontstaan, voor je ogen gemaakt zien worden, prachtig. Schoonheid kunnen creëren vanuit jezelf, een leeg canvas tot leven brengen, ik heb er een enorme bewondering voor.

Daarnaast steek ik er ook nog iets van op. Over compositie bijvoorbeeld, wat in het programma geleerd wordt aan de aspirant schilders, ik let er zelf nu ook op als ik tijdens het wandelen een foto maak. Zelfs met mijn mobieltje lukken die foto’s dan soms best aardig. En af en toe schrijf ik eens mee tijdens een kookprogramma, ook al moet dat qua hoeveelheden vaak op de gok. Dat wordt dan een beetje van dit en ongeveer zoveel van dat. Maar het lukt vaak redelijk wel, en ik heb er zowaar wat lekkere recepten aan overgehouden. De kick als iets dan zalig smaakt, met dat op de gok en alleen mijn herinneringen voor het daadwerkelijk koken ervan, is zo leuk.

Dat houd me mooi bezig deze winter, foto’s maken tijdens mijn wandelingen en gezellige potjes koken op de zondag. Onderwijl tel ik de dagen tot we komend voorjaar hopelijk weer met ons schatje op pad mogen. Want dan gaat de vlag uit!

Lifestyle

Ik ben een echte Bourgondiër, dol op lekker eten, een fijn rood slobberwijntje, stukje franse kaas erbij, jummie. Ijdel, dat ben ik ook, ik vind het fijn om nog een beetje leuk oud te worden, voor zover ik dat in de hand heb natuurlijk. Maar ik vind het vooral belangrijk om goed in mijn vel te zitten. En Bourgondiër zijn en dat fijne lijfgevoel, dat gaat niet altijd samen. Niet volkomen geruisloos tenminste.

Soms laat ik die balans weleens een tikkie naar de verkeerde kant doorslaan, door wat dan ook. Afgeleid door allerlei randgebeuren, sluipen die kilo’s er zomaar ongemerkt aan. Dan vergeet ik dus even om goed voor mezelf te zorgen, of ik zorg te goed voor mezelf, zo kan je het ook bekijken 🙂

Ziek of ellende overkomt je, dat heeft niet altijd met die extra kilo’s te maken, of met goed voor jezelf zorgen. Maar blijven bewegen en in balans blijven is ook voor mijn brein heel erg zalig, zeker nu de wereld zo op zijn kop staat. belangrijk om juist dat vast te houden.

Bourgondiër

Ik heb in mijn leven best wat ziek gekend, meermaals was ik pittig en langdurig ziek, waardoor ik heel veel prednison moest gebruiken. Van een heel schriel kippie werd ik enorm, want prednison veroorzaakt nogal wat, ook in je hoofd. Dat ik mezelf niet meer herkende in de spiegel, door dat opgeblazen hoofd, vond ik gruwelijk. Maar dat mijn brein een loopje met me nam, vond ik nog vele malen lastiger, ik voelde niet meer als mezelf.

Mijn gezondheid is altijd een groot bezit geweest, en de jaren dat ik me gezond voelde, zijn me dan ook heel dierbaar. Maar vol overgave dat leven vieren, gaat wel op mijn heupen zitten, want die rondingen krijg je echt niet van bleekselderij en water 🙂 Ik moet oprecht grijnzen om al die berichtgeving over extra coronakilo’s, die zoveel mensen zouden hebben gefabriceerd de afgelopen maanden. Ik kan het ook moeiteloos aan de corona ophangen hoor, maar bij mij had het daar echt niks mee te maken, bij mij waren het echte ‘ik hang elke dag de slingers op’ kilo’s. Want ook voor die covid, genoot ik al razend veel van al het moois dat me steeds weer ten deel valt.

Eind september besloot ik dat ik het leven graag nog net zo enthousiast wilde blijven vieren, maar dan graag wat kilo’s lichter. Dus pakte ik, stapje voor stapje, het hardlopen weer op, kijken of mijn krakende lijf dat nog pikte. Ik had het niet verwacht maar het gaat echt wonderwel fijn, en daar ben ik razend trots op. Intussen geniet ik dus van mijn hele vroege hardlooprondjes en van dat Bourgondiër zijn. Alleen wel tien kilo lichter 🙂

Onbegrepen

Haar immense woede tekent een grimas op haar gezicht, wild klauwt ze lukraak om zich heen, en haar nagels zijn gruwelijk en vlijmscherp. Als ik eraan terugdenk krijg ik nog steeds kippenvel, want ik was zeer regelmatig slachtoffer. Tot het moment dat ze bij ons kwam wonen woonde ze nog zelfstandig, zo goed en zo kwaad als dat ging.

Al een hele poos verwaarloosde ze zichzelf, door dat complete onvermogen dat zich in haar hoofd had genesteld. Ze wist eenvoudigweg niet meer hoe dat ook alweer moest. Het beetje familie dat ze nog had, kwam uit moedeloosheid niet meer langs, ze waren niet bij machte om te zien wat er eigenlijk gaande was.

Deze nieuwe omgeving zorgde voor nog meer verwarring, het enige dat haar soms rust bracht was diep onder de dekens liggen, in een donkere kamer. Zo was het voor haar net alsof ze nog in haar vertrouwde omgeving was, in dat fijne huis waar ze zolang woonde. Zodra het licht aanging, nam de verwarring het over, en herkende ze niets. Haar onrust en de woede namen immense vormen aan, want deze onherkenbare plek was beangstigend voor haar. Het wende nooit, al dat gevoel dat bij veel mensen met een dementie zo puur en ongefilterd naar buiten stroomde. Ik werd er wat droevig van, want die oneerlijke strijd raakte me. Het vroeg om creatief troosten, en communiceren op een totaal ander vlak.

Verwarring

Zorgen voor haar was ingewikkeld, en soms welhaast onmogelijk, want er was maar weinig waar we ruimte voor kregen. Ze begreep helemaal niets meer van de gewone dagelijkse dingen. Soms deed ze niets anders dan krijsen en schreeuwen, en nog geen minuut later was ik ineens de liefste zuster op aarde. Haar stemmingen wisselden met de minuut, en wij waren soms verbijsterd. Het allerliefste wilde ze dat je naast haar zat, met jou hand in de hare, om samen een gesprek te voeren dat vaak kant nog wal raakte. Soms stelde het haar gerust, die aanraking, ook al bleef ik op mijn hoede. Want zomaar ineens konden die nagels weer diep in dat zachte vlees van mijn handen grijpen. Maar we bleven het onvermoeibaar proberen, om te ontdekken wat voor haar fijn was en wat vooral niet.

Ze overleed niet lang daarna, want naast die voortwoekerende dementie bleek er nog meer in haar lijf te woekeren. Wellicht kwamen daar die enorme angst of die onvoorspelbare stemmingswisselingen vandaan, ik weet het niet. Mensen met dementie kunnen niet altijd duidelijk aangeven wat ze graag willen of bedoelen. Ik vond het treurig, het niet zeker weten wat ik precies kon doen, niet echt in ieder geval.

Die laatste dagen zat de familie, die ze die laatste jaren van dat verwarrende leven nog wel had behouden, naast haar bed. In het donker, met haar hand vastgeklemd in die van hen. Ik was blij voor haar, dat ze haar ogen uiteindelijk definitief kon sluiten. Want na heel veel jaren vechten, kreeg ze eindelijk rust.

Uitvergroot

De laatste weken lijkt het of alles wat scheef is in de wereld wordt uitvergroot door de covid. Tegenstellingen worden scherper en harder, ook naar elkaar.

Vooral naar elkaar. Tegenstanders en medestanders.

Steeds opnieuw neem ik me voor om eraan voorbij te gaan, hoe zwaar het me ook valt, maar het leed van de wereld op je schouders te nemen gaat eenvoudigweg niet. En ook een oordeel vellen is onmogelijk, de snippers aan informatie zijn te eenzijdig. Ik leef nou eenmaal in mijn eigen wereld, en die wereld omvat maar een klein deel van alles wat er momenteel gebeurd.

Gelukkig maar.

In de kranten lees ik over alle operaties die uitgesteld moesten worden. Het is keihard en intens verdrietig, Vreselijk dat eenzijdig uitlichten van verdriet en tegenslag, zonder te ontkennen hoe ernstig ik dat vind. Ik lees over de enorme druk op de geestelijke gezondheidszorg, en over al die mensen die nog verder naar de afgrond kruipen. Mijn hart krimpt ervan samen, want die tak van de zorg stond al zo onder druk. En die wordt nu extra verzwaard als gevolg van de covid.

Net als de hele gezondheidszorg zo enorm onder druk staat.

Ik lees over ouders die thuis les moeten geven, over de stress die het oplevert en de angst voor achterstanden. Maar zoals ik een juf terecht hoorde zeggen: school is heus niet de enige leerschool, dat is het leven. Maar als je nu thuis moet werken, en ook je kinderen aan hun huiswerk moet krijgen, maak je je heus zorgen hoe dit af zal lopen. Als je op dit moment weet, dat je kids over twintig jaar een fantastisch leven hebben, dan valt er een hoop druk weg. Maar ja, dat weet je niet.

Dat weten we geen van allen, hoe ons leven er over een poosje uit ziet.

Tegenstanders

Kindermishandeling, drankmisbruik en faillisementen. Werkeloosheid, ziekte en verlies, covid vergroot alles uit en zorgt voor een toename van heel veel ellende. Ik wilde dat ik er iemand de schuld van kon geven, in plaats van het met lede ogen aan te zien. Beleid, politiek, bezuinigingen, noem maar een kapstok, dan hang ik de hele boel eraan op. Maar dat kan ik niet, want wat is wijsheid als een hele wereld in het ongeluk wordt gestort?

Dat covid een allesomvattende invloed heeft op ons leven voelen we allemaal. Al het diepe verdriet, en de enorme schade die het op zoveel vlakken veroorzaakt, is keihard. Zouden andere keuzes deze ellende hebben voorkomen? Als ik een bepaalde groep mensen zou geloven, dan is dat zo. Maar elk mens heeft andere belangen, andere inzichten en andere overtuigingen. Die andere keuzes zouden weer een ander soort ellende veroorzaken, zou weer andere groepen raken.

Kon je maar even droog oefenen, van tevoren, dan was elke keuze altijd de juiste. In plaats daarvan zijn we mensen, en moeten we het doen met het voortschrijdend inzicht van een doemscenario.

Niet één bepaalde beslissing is de juiste, dat geloof ik, en er zitten ook twijfelachtige tussen, geloof ik ook. Maar toch geef ik die covid de schuld, van alle ellende, en vervloek ik dat virus. Dagelijks vullen de tranen van een ander ook mijn hart. En wacht ik, vol hoop en liefde, tot de wereld weer een beetje mooier wordt.

Vrienden van Amstel

Wat was het genieten, die Lifestream van gisteravond, het was als een lawine aan gezelligheid, fijne muziek en het gevoel van samen. Maar ik vond het ook confronterend, dat deze covid wereld al zo snel ‘gewoon’ was geworden. In tien maanden tijd is bizar, zo ongelofelijk snel normaal geworden. Al is normaal niet echt het juiste woord, misschien is het meer ‘de nieuwe standaard’, die we nu even moeten tolereren. Want het verlangen naar hoe het eerst was, roert zich in mijn lijf.

Het voelt voor mij als een winterslaap, deze tijd, een periode waar we doorheen moeten met zijn allen. Om straks weer de draad op te pakken, met alle geleerde lessen en ervaringen van dat vreselijke covidjaar. Als een groot verdriet, een zware tijd die we na een poosje achter ons kunnen laten, zo zie ik het. Het is de ondoofbare hoop die diep van binnen leeft, en die uitkijkt naar straks.

Samen

Opgewonden als een kind, zaten we gisteravond naar het aftellen te kijken, slurpten we de voorpret naar binnen, samen met Coen en Sander. Met een biertje, een lekker warm vuur en een winterbarbeque, vermaakten we ons opperbest. Er was verbinding, door de muziek, op afstand weer met heel veel samen. Want hoe zalig was het altijd, al die mooie feestjes, en hoe ontzettend zalig zal het straks weer zijn, als het weer voor de deur staat. Want het komt weer, daar ben ik van overtuigd, ik weet alleen nog niet wanneer.

Tot het zover is hou ik nog even vol, zolang als het nodig is, ben ik dankbaar voor mijn werk, voor mijn gezondheid en voor alle liefde om me heen. Ik ben waanzinnig gelukkig, met alles wat mijn leven nu met zoveel rijkdom vult, er zijn er zoveel die heel veel slechter af zijn. Dus veel meer dan dat, valt er eigenlijk voor mij nu niet te wensen.

Doorgaan

Heel vaak voel ik zijn hand even op mijn rug, midden in de nacht, als ik weer eens een opvlieger heb of gewoon niet kan slapen. Een liefdevolle aai, en de vraag of het wel gaat. Of als ik thuis kom uit mijn werk, en de kaarsjes branden al, omdat ik dat altijd zo gezellig vind. Die fijne brede schouder, als ik gewoon een potje wil janken, ook al zie ik het ongemak in zijn ogen. Dertig jaar al, hoe bizar, het grootste deel van mijn leven deelde we samen. Als iemand mij en mijn bijzondere gekkigheidjes kent, is hij het wel.

Hoe kan je doorgaan, denk ik dan weleens, als je ineens alleen komt te staan. Als het verlies van een geliefde, die stabiele poten in dat leven met grof geweld onder je vandaan mept. De afgelopen jaren zag ik zoveel verlies, waren er zoveel jonge mensen waar het leven abrupt van eindigde. En dit jaar begon ook al met een groot verlies, onverwacht en keihard. Hoe pak je de draad dan weer op, als er zoveel verdriet is.

Leeg

Leeg lijkt het me, vooral heel erg leeg. Leeg en koud. En juist de kleine dingen, benadrukken dan ineens dat grote verlies. Zo is het in mijn hoofd tenminste, ik kan me er absoluut geen voorstelling van maken, en ik hoop van harte dat ik nooit achter kom. In je uppie eten, nooit meer geïrriteerd mopperen op slingerende sokken of lege wc-rollen. Alles wat zo bij dat samen hoort, zoals de geboorte van je kinderen, die ene grappige gebeurtenis of een groot verdriet dat je samen deelde. Ruzies of gesmijt met de deuren, en het vervolgens weer liefdevol goedmaken. Giechelen samen in het holst van de nacht. Alle hartstocht vervlogen, meegenomen door de wind en de dood.

Dat huis dat steeds weer hetzelfde voelt, met dat koffiekopje dat altijd maar leeg blijft. Dat favoriete kostje, dat ineens veel minder fijn voelt om te koken, omdat de liefde die erin gestopt wordt, alleen nog door anderen wordt geproefd. Want die liefde is zo vaak niet groots of meeslepend, maar zit in intiem en klein, in warm, knus en vertrouwd.

Ik heb bewondering, voor de kracht die ontwaakt, bij allen die alleen achterblijven. Al is er geen keuze, toch zie ik dapperheid, strijdbaarheid en een overweldigende levenskracht. Voor al die dappere achterblijvers, maak ik een diepe buiging.

Luxe

Luxe of dure spullen, ik geef er weinig om, en verlang ook maar zelden naar nieuw of anders. Ik ben al heel erg razend tevreden met alles wat er is. Blitse apparatuur, handige snufjes of een flitsende auto zijn aan mij niet besteed. Dat oude karretje, waar ik met heel veel plezier in rijd, is een oud beestje. Maar ze rijd nog als een zonnetje, brengt me warm en droog van A naar B, en tijdens onze verbouwingen ging er best veel puin in, in dat kleine koetsie. En ze bleef me er ook trouw heen brengen, naar die belt, compleet afgetopt met allerlei troep. Daar herkenden ze mij en mijn groene monster na een poosje zelfs. Wat op zich best treurig is natuurlijk, maar dat is weer een ander verhaal 🙂

Een vaatwasser heb ik niet, en ik heb ook geen droger. We wonen nog maar met zijn tweetjes in dit huis, dus ik vind het wel best zonder. Supergave geweldig handige apps of slimme elektronische oplossingen voor van alles, ik wil ze niet. Dat gestoei met die spullen voor het doet wat het moet, en als het niet werkt zit je mooi met de gebakken peren. Lekker truttig he?! Ik weet het hoor, maar als iets werkt dan werkt het. En dat heb ik dan gewoon het liefste, dat het lekker eenvoudig werkt.

Handdoeken

Maar goed, dat voer ik soms wel een tikkie te ver door, dat geen behoefte hebben aan luxe of nieuw. Onze handdoeken bijvoorbeeld, die heb ik al een hele tijd. Ze drogen wat ze drogen moeten, en door het gebrek aan een droger zijn ze ook niet echt zacht. Dat ze ook een tikkie beginnen te verslijten zie ik heus wel, maar ze functioneren nog prima dus waarom nieuwe kopen. Heeft niks met zuinigheid te maken hoor, ik vind ze gewoon nog goed, en ze doen ook waar ze voor bedacht zijn.

Een poosje terug moest de liefste naar de fysio, en grijnzend kwam hij terug na dat bezoekje. ‘De fysiotherapeute vond het verstandig dat ik een oude handdoek had meegenomen, vertelde hij vol leedvermaak, ik heb haar maar niet verteld dat ik de knapste handdoek uit die stapel had gevist’.

Waarschijnlijk onnodig te zeggen dat ik de volgende ochtend toch maar de slechtste en oudste naar de stapel ‘poetsdoek’ heb verwezen. En ook meteen maar bij mijn favoriete winkel een paar nieuwe heb gescoord 🙂 Met het schaamrood op de kaken, ook dat.