Gebakken lucht

Om de oren worden geslagen, door een constante stroom van onzin, het is momenteel een dagelijks terugkerend dingetje. En helaas is er nu ook echt geen ontkomen aan. Ik betrap mezelf er steeds vaker op, dat ik terug ga zitten praten of commentaar zit te leveren. Tijdens zo’n hele irritante reclame, ingesproken met een stemmetje dat acuut voor vlagen van kippenvel zorgt. Zit ik uitgebreid terug te bitchen, als een rasechte malloot, in mijn eentje in de auto.

En dan zijn er nog Deejays ,die meer onzin uitbraken dan ik aan wil horen. Zeker ’s morgens vroeg. Die ouwehoeren meer, dan dat er plaatjes worden gedraaid. Gezwets over truttig gedoe, en dat duurt en duurt maar, ze horen vooral zichzelf graag praten denk ik weleens. Ik heb een heel oud karretje, daar zit geen hipperdepip installatie of hypermodern gedoe in. Daar zit alleen een radio in, die momenteel dus altijd op dezelfde zender staat. Helaas wel met reclame, maar zonder al het oeverloze gezwets.

Afgelopen week merkte ik eigenlijk pas, hoe sommigen medemensen in deze maffe wereld een beeld schetsen dat volledig gefabriceerd wordt. Om de massa een plaatje voor te schotelen, stemmingmakerij optima forma, en blijkbaar slikken heel veel het als zoete koek. Zoals het Trump-filmpje van zijn thuiskomst uit het ziekenhuis. Wat een gruwelijk gedoe, al die propaganda.

Nep

De wereld is één groot en vooral nep reclameblok geworden, zo voelt het voor mij, want veel wat er gezegd en getoond wordt is maar deels waar. Ik ben op een punt beland, waarbij ik regelmatig oprecht twijfel aan wat ik nog kan geloven. Ik tracht vooral uit te filteren, en lees vooral selectief, gebruik mijn logische verstand. Wie is nog oprecht objectief, en niet nep. Zoals alles wat er rondom de covid wordt geroepen en geschreven, en vooral wat er allemaal van wordt gevonden. Door iedereen en op elk moment.

Vanmorgen stond er een stukje in de krant, dat de komende lange coronawinter, taai zou worden. Als je gevoelig bent voor dat soort stemmingmakerij, ben je toch al acuut aan het somberen? En dan moet die winter nog beginnen, jemig.

Beste krant, lieve reclamemaker en enthousiaste radiodeejay. Ik weet het: ellende verkoopt. Alle narigheid van tegenwoordig, vooral lekker dramatisch aandikken met een sausje. Dat is natuurlijk vele malen spannender dan positieve dingen delen, of een peptalk in de ether gooien.

Maar we worden momenteel al echt heel erg doodgegooid, met vooral heel veel van hetzelfde. Dus wil je boven de menigte uitstijgen, doe dan eens origineel en ga het over iets anders hebben. Ik ben vast niet de enige, die je eeuwig dankbaar zou zijn!

Gastblogger

Sinds vorig jaar schrijf ik regelmatig een blog voor baby en kind. Voor mij echt een enorme eer, om voor iemand anders te mogen schrijven. Dat ze mijn schrijfkunsten goed genoeg vind om op haar site te plaatsen, bedoel ik. Want elke schrijver wil gelezen worden, er is voor mij weinig leuker dan dat.

Dat het daarnaast ook gewoon heel heerlijk is om in mijn herinneringen te duiken, omdat dit voor mijn blogs echt van pas komt, is een hele fijne bijkomstigheid. Oktober 2019 werd mijn eerste stukje geplaatst, en wat was ik trots! En dat ben ik echt nog steeds. Die eerste ging over fietsen door de regen met mijn meisjes, omdat ik nog geen rijbewijs had toen. Met twee van die wurmen op de fiets, ploeterend door al dat water. Om daarna thuis, in ons warme huis, en samen onder dat knusse dekentje te kruipen, voelde dan altijd extra fijn. Die allereerste blog was voor mij zo bijzonder.

Baby en kind

De coronatijd kwam er tussendoor, en ineens werd alles anders. Moesten we binnenblijven, afstand houden, thuiswerken. Het was even wennen maar saai bleek bij nader inzien best lekker. Alle kindjes bleven ineens verplicht thuis van school, hoe heftig moet dat zijn geweest. Om zomaar ineens uit je routine te worden gehaald, als je nog zo jong bent en niet kan bevatten wat er in de wereld gebeurd. Zelfs ik vond de heftigheid ervan heel lastig te behappen. Je bent toch ineens meer op jezelf teruggeworpen. Ik voelde mee met iedereen die belangrijke fases moest missen.

Maar door het schrijven kwamen er ook herinneringen aan mijn zwangerschap naar boven, en over jong moeder worden. De onzekerheid uit die jaren is welhaast vergeten, wat overblijft zijn mooie dierbare herinneringen. Mezelf daarin af en toe onderdompelen, is als opnieuw zwanger zijn en moeder worden, zonder de pijn en de ongemakken. En hoe anders was het, toen ik 51 jaar geleden op de wereld kwam.

Ik blijf vol enthousiasme doorschrijven en ik hoop vooral dat jullie allemaal vol enthousiasme mee blijven lezen! Laat eens een comment achter, ik vind maar weinig leuker dan dat, echt 🙂

Mijn dorp

Ik vind het zalig om mijn boodschappen lopend te doen. En dan met name op de vroege zaterdagochtend. Die bijna totale stilte, die er dan nog in ons dorp rondhangt, terwijl dat hele vrije weekeind nog voor me ligt. Vol mogelijkheden om al die lege uren te vullen, met wat dan ook.

Ik vind het echt razend gezellig om gewoon in mijn eigen buurtje een tas vol verse spullen halen. Nog een voordeel van midden in het centrum van Heemskerk wonen. Ik verkeer in een luxe positie, en dat weet ik oprecht.

Ik ga altijd eerst naar mijn favoriete bakker. Er is weinig fijner dan de geur van vers gebakken brood vroeg in de ochtend. Om te kiezen uit dat enorme aanbod van prachtige verse broden en broodjes is elke week wel een dingetje hoor. In de winkel klets ik wat uit de losse pols, terwijl ik mijn keuze maak. Met een tas vol krakend vers brood, loop ik langs de groenteboer. Ook altijd even bijkletsen, het is inmiddels wekelijks een vast dingetje geworden en ik vind het enig. Soms loop ik aansluitend meteen langs de dorpsslager, soms ga ik eerst lekker thuis koffie drinken.

Heemskerk

Nog meer dan anders, wil ik nu mijn boodschappen doen bij onze lokale winkels, zodat dat straks ook nog kan. Als eindelijk die covid-rem eraf gaat. Bij dat fijne winkeltje, voor die heerlijke verse thee of koffie. En die geweldige bonbons natuurlijk. Dat zorgt er ook meteen voor, dat ik er niet te vaak kom, anders groei ik echt dicht.

Sportspullen en nieuwe wandelschoenen, ook bij die lokale winkelier, natuurlijk. Want nu veel winkeliers worstelen om het hoofd boven water te houden, is elk steentje een fijne bijdrage. Ons heerlijke dorp heeft een keur aan leuke winkels, zoals die zalige platenwinkel waar we graag onze nieuwe aanwinsten scoren, en dat wil ik graag zo houden. Die verscheidenheid maakt dat dorp van ons nog weer een tandje fijner.

Ik hoop met heel mijn hart dat ons mooie dorp binnenkort weer bruist en sprankelt, al onze terrassen weer vol zitten, en we weer mogen proosten met elkaar. Mogen feesten met elkaar. Ik kijk er waanzinnig naar uit!

Donderwolk boven mijn hoofd

‘Hoe voel ik me nou vandaag, dacht ik vanmorgen, voel ik me leuk, gestrest, smachtend of heel erg ongelukkig’. Vanmorgen was niet mijn meest memorabele moment. Ik ben voornamelijk heel erg chagrijnig, dacht ik bij mezelf. En dat is best bijzonder, want ik ben zelden een negatieve Nelly. Maar vanmorgen werd ik zo wakker. Na een nacht slecht slapen, en volop malen in mijn hoofd, ontwaakte ik met die donderwolk. Kreunend wilde ik me het liefst verstoppen onder die dikke donzen.

Toch stapte ik zuchtend uit mijn warme bed om mijn hardloop outfit aan te trekken. De enige oplossing voor die slechte bui, is iets doen waardoor ik me beter ga voelen. Ondanks de enorme tegenzin die ik voelde, ben ik toch gegaan. Argwanend keek ik naar mezelf in de spiegel, naar die hele donkere blik. Soms verbaas ik me echt over mezelf, over dat zelfkastijdende wat ik soms heb. ‘Was in je nest blijven liggen’ denk ik dan. Maar nee hoor, ik moet zo nodig weer een rondje rennen.

Zwarte koffie

Vijf minuten later stapte ik de voordeur uit zonder die kop zwarte koffie, zonder wat dan ook. Ik start mijn dag altijd met een bakkie, omdat ik dat nou eenmaal lekker vind. Zonder iets in dat lijf gaan hardlopen voelde net zo fijn als die hele slechte bui. Verre van soepel ging het dus, dat rondje.

Een half uur later kwam ik, na grotendeels tegen de wind in te hebben gedraafd, met een knalrooie kop en volkomen buiten adem thuis. Een half uur rennen, ik weet het, het is bijna niks. Maar na een douche, en die hete kop zwarte koffie, zat ik niet veel later helemaal content te zijn over dat stukkie rennen. De hele dag lag nog maagdelijk voor me, want het was pas half acht.

Vandaag ga ik fijn herschrijven aan dat boek, en vooral ook alleen maar doen waar ik zin in heb. En die slechte bui, die ben ik al lang en breed vergeten 🙂

Besef

Zo’n zondagochtend, waarbij het besef ineens land als een baksteen, dat besef van die veranderende wereld. Die was er vanmorgen, in volle hevigheid. En dan vooral de realisatie dat ik een enorme bofkont ben. Want ik heb een fijn huis, een superleuke baan, en het enige dat ik in heb moeten leveren, was heel veel plezier en al mijn fijne feestjes. Er zijn zoveel mensen die veel meer kwijt zijn of raken, hun wereld is vele malen onzekerder geworden. Onzekerder dan die van mij is momenteel. Dus blijf ik positief, ik weiger mijn kop te laten hangen, en vul mijn dagen bewust zoveel mogelijk met heerlijkheid.

Verheugen

Dus ben ik lekker aan het voorkoken geslagen, die vriezer van ons weet niet wat hij meemaakt. Die begint zowaar heerlijk gevuld te raken. Als ik moe uit het werk kom, eten we alsnog vers, maar hoef ik niet meer uitgebreid te koken. En Cynt is een stekkies project begonnen, alvast voor het voorjaar. Want die nieuwe tuin van ons, kan nog vele malen voller, dus ik probeer gewoon maar wat. Rode pepers, twee soorten tomaatjes, stokrozen, tijm, rozemarijn, bieslook en alliumknoflook. Alles is gezaaid en al die zaadjes staan in kweekbakjes, op zolder, geduldig plantjes te worden.

Me ergens op verheugen, ik ben er, volgens mij, een meester in geworden. Of meesteres :-), wat je wil. Ik zit me dus op van alles te verheugen, en of het zover komt zien we dan wel weer, maar die voorpret heb ik wel mooi te pakken. Negatieve emotie nu niet toelaten, het is als een soort vangnet, en op sommige dagen moet dat gewoon, kies ik er bewust voor. Ik schiet er namelijk geen fluit mee op, om te gaan somberen, en het kost me ook veel teveel energie. Ik schrijf elke dag, al is het maar tien minuten, omdat het zo fijn is, en omdat ik praktisch fulltime werk, vliegen de dagen voorbij.

Nu ik toch tijd over heb, heb ik het hardlopen weer opgepakt, heel langzaam, stukje bij beetje. Lekker veel buiten zijn, vooral niet inkakken nu, en die conditie een beetje opkrikken. Dus ik ga ook maar squashen. Lekker individueel, ik kan mijn agressie afreageren, en het vervangt al dat gedans. Hopelijk nog maar voor heel even, alleen nog tijdens de wintermaanden, had ik bedacht, dan kunnen we vanaf april weer los. Een stip aan de horizon om me aan vast te houden.

Ik kom nergens, en dat voelt gek, maar ik heb wel net een zalige vakantie achter mijn kiezen. Er zijn een hoop mensen, die ook dat zijn misgelopen.

Het voelt alsof mijn leven doorkeutelt, terwijl de wereld om me heen langzaam afbrokkelt, elke dag een stukje meer. Weerzinwekkend is het, in het kwadraat.

Ik kan weinig meer dan afwachten, tot al deze waanzin langzaam verdwijnt, richting de geschiedenisboekjes. En dat kan me niet snel genoeg gaan. Kijken we volgend jaar samen terug, op dat gekke jaar. Afgesproken?

Dansen

Hoop, heel veel hoop!

Eergisteravond, in mijn knusse bed, lag ik lekker te dagdromen. Tijdens dat heerlijke zoete roesje, waarin je langzaam, richting die slaap gaat. Ik dagdroomde van een heerlijke avond dansen, zoals ik dat tot voor kort nog deed. Jeetje, daar verlang ik oprecht naar.

Zonder de ernst van de huidige situatie te onderkennen natuurlijk, dat vooropgesteld, maar een avond lekker swingen, zou me nu wel erg heerlijk uitkomen.

Als vanzelf kom ik dan uit op onze kermis. Voor iedereen in deze regio, een zeer bekend verschijnsel. Ik zag mezelf, dansend in die mensenmassa, vol enthousiasme iedereen omhelzend. Al die mensen, die ik normaal gesproken meestal alleen tijdens de kermis tegenkom, en die ik nu dus veel langer niet heb gezien. Een heel jaar langer, als ik mazzel heb tenminste, er vanuit gaand dat het volgend jaar weer kan! Wat zijn er een hoop lieverds, die ik al een hele poos niet heb gezien, of geknuffeld. Het is meteen een soort van reünie, die kermis, en het is zalig.

Hoop!

Heerlijk heb ik, in gedachten, drie volle dagen gesliert, gelachen, gefeest en gedanst. Zingend, lachend en dollend, heb ik me volledig in het feestgedruis gestort, met die glimlach vastgeplakt op mijn gezicht. En een koud biertje in mijn hand natuurlijk!

Het is misschien een tikkie vreemd, en ook dat is absoluut waar, maar dat feestje is elk jaar absoluut iets, waar ik me oprecht op verheug. En zonder dat, voelt mijn jaar toch een tikkie leeg. Zonder die bands die er elk jaar spelen, en zonder de gekkigheid en de saamhorigheid. Dat hele malle, gekke, geweldige, hartstochtelijk mooie feest, heb ik dus maar heerlijk in mijn hoofd afgespeeld. Eergisteravond, in mijn warme bed, ogen dicht en genieten maar.

Ik heb hoop, waanzinnig veel hoop op betere tijden, waarin we al onze mooie feestjes weer kunnen vieren. Waarbij we weer volop kunnen genieten van elkaar en met elkaar. Ik kijk er nu al naar uit en ik geloof erin, met heel mijn warme, liefdevolle feesthart!

Gisteravond moesten we, in de stromende regen, alle geleverde palen, daksingels, rabatdelen en nog heel veel meer stukjes van onze schuur, naar onze tuin sjouwen. Toen ik vier uur later in mijn bed lag, voelde het alsof ik drie dagen kermis had gevierd. Alleen zonder alle mooie herinneringen maar met hetzelfde pijnlijke lijf.

Vandaag ga ik, met dat hele pijnlijke lijf, maar gewoon alvast vrij vragen voor die kermis van volgend jaar 🙂 Een goede voorbereiding is alles tenslotte!

Volkomen ongemakkelijk

Ik voelde me volkomen ongemakkelijk vanmorgen. Om dat hele suffe, dat soms zo aan me kleeft. Oververhit kwam ik gister aan bij het ziekenhuis, omdat ik weer eens teveel activiteiten in die paar uur voor mijn werk had gepropt. Op zijn Cynts zeg maar, en zelfs ik moet er bij tijd en wijle van zuchten.

Maar oververhit dus. Groen vinkje laten zien bij de ingang, covidvrij ( volgens het vinkje :-))en door. Nog steeds stomend warm vloog ik naar boven, de wachtkamer in.

Vervolgens moest ik me uitkleden en plaatsnemen op dat harde röntgenbed voor een foto. Nou wilde ik natuurlijk nog leuk een poosje een jurkje aan. Want dat bruine vakantievelletje van mij is er vast niet lang meer, dus die wilde ik graag showen. Leuke hakken eronder, helemaal enig. Voor op de fiets deed ik wel even die oude legging onder dat kleedje aan. Fietsen en een leuk jurkje gaan nooit zo lekker samen.

Zeker niet als rustig fietsen niet helemaal je ding is.

Maar daar lag ik dus, met mijn leuke rode hakken en die oude legging. En verder niks. Op die tafel. Ik was volledig met andere dingen bezig geweest die ochtend. Tijdens het uitkleden probeerde ik nog het een en ander te fatsoeneren, in een wanhopige poging om te ‘redden wat je redden kan’. En trok ik een gapend gat in dat oude ding, natuurlijk. How low can you go. En dat gat zat pontificaal in beeld, waar anders.

Oude legging

‘Ademt u maar diep in en houd even vast’. Braaf volgde ik alle instructies op van de verpleegkundige, die overduidelijk in opleiding was. Borstbeen, heupen en schaambeen werden professioneel nagevoeld, en nagevoeld, en nagevoeld. Shit, vergeten te plassen, in alle haast ook geen tijd voor gehad. En de lieverd maar drukken, op die veel te volle blaas.

Inwendig gierde de slappe lach door mijn lijf, want het is zo totaal ‘echt iets voor mij’.

‘Diep uitademen en dan even niet ademen ‘ zei de lieverd. Waarna ze vergat aan te geven wanneer het wel weer mocht. En ik hield braaf mijn adem in, tot ik echt niet meer kon. Hilarisch, echt. Ieder ander had daar keurig voorbereid in der mooiste gedoetje op die platte plaat gelegen. Bij mij leek het meer op ‘quelle une ravage’.

Grinnikend om mezelf lag ik op de volgende instructie te wachten. Een keer of vijf moest het over, schuivend met dat apparaat over mijn lange, halfnaakte lijf. En over die gruwelijke oude legging. Met gat.

Op de fiets, richting werk, heb ik mezelf ernstig toegesproken. Ooit ga ik het leren, heus 🙂

Fitgirl

Pas geleden had ik het geniale idee opgevat, om weer te gaan hardlopen. Nog niet zo heel erg lang geleden liep ik tien kilometer, dat kon ik gewoon. Niet in een razend tempo maar toch, ik deed het. Geniaal idee dus, om het weer op te pakken, vond ik zelf. Vantevoren tenminste.

Die hele zalige zomer met heel veel franse kaas, luiigheid en toch een tikkie teveel rode wijn, hadden niet echt mee geholpen aan het verbeteren van die conditie. En ik ben een rasechte koudweerloper, als de temperatuur buiten teveel stijgt, staat mijn eigen thermostaat al snel volop in standje loeiheet. En dan wil dat hardlopen dus gewoon niet lukken. Daarnaast gooide ook dat akelige steentje best wel wat roet in het eten. Die had een wat negatieve bijdrage, aan dat fit worden.

Doelen

Vroeg in de ochtend een rondje lopen dus, voor mijn werk en de controle in het ziekenhuis, om te kijken of die niersteen het nog steeds zo leuk heeft bij me. Ik had een strakke planning, en volgens mijn planning paste het allemaal net. Inclusief reistijd, ontbijten, een snelle douche, mijn stukkie meteen even opstarten en op tijd op mijn werk zijn natuurlijk.

doelen

Nu leg ik de lat altijd best wel hoog, want dat opstarten van dat lopen, dat heb ik eerder gedaan. En dan moet ik meteen een aantal kilometers kunnen rennen van mezelf. En ook nog eens op een bepaalde snelheid. Kansloos natuurlijk, want dat lukt niet zomaar, dat duurt even. Dus vervolgens gaf ik het al snel weer op. Onhaalbare doelen zorgen voor frustratie. Deze keer besloot ik het dus verstandig aan te pakken, ik begon gewoon met anderhalve kilometer rennen aan één stuk. Dat was dan mijn doel. De keer erna zou ik voor twee kilometer gaan. Kleine stapjes, stoer genoeg.

Die eerste passen waren best een beetje gek, want kon ik het nog wel? Maar het viel niet eens tegen. In slakkentempo natuurlijk maar toch, doel gehaald. Vervolgens moest ik me toch nog haasten richting het ziekenhuis, maar ik was weer begonnen. Wordt vervolgd 🙂

Dat wasgoed!

Dat wasgoed, na zo’n zalige vakantie, het valt me altijd een tikkie tegen. Vroeger, toen we als gezin kampeerden, vond ik die was altijd best een dingetje. Onze meiden waren nog jong en voor die twee wilde ik persé voldoende kleding mee. Nu denk ik weleens, waar maakte ik me in vredesnaam druk om. Maar goed, genoeg schone kleding mee vond ik belangrijk. Hoewel dat tot op heden toch wel een leermomentje blijft voor me 🙂 Na een heel leven kamperen, heb ik dat gedeelte nog steeds niet onder de knie.

Eenmaal thuis van die fijne gezinsvakantie, lag ik dus meteen weer werk op me te wachten. Beddengoed, een berg kleren, en vaak lag er ook nog wel een plukje dat thuis was achtergebleven. Die stapels vuile was staarden me altijd nog een tijdje boosaardig aan, zeker als je geen droger hebt en het altijd pijpenstelen regent als je thuis komt. En dan had ik op vakantie vaak ook nog een wasmachine opgezocht. Onze twee meiden trokken nou eenmaal graag iets anders aan, een keer of twee, drie per dag 🙂

Elke vakantie nam ik een pak biotex mee, voor de handwas. Want je weet maar nooit wanneer je erom verlegen zit tenslotte. Vroeger gebruikte ik het dus zelden, maar ik ga nog steeds de deur niet uit zonder. Dat pak biotex reist al heel wat jaren met ons mee. Datzelfde pak welteverstaan. Als een soort doorn in mijn oog was het altijd aanwezig. Stond het daar nodeloos in een kratje niks te doen.

Maar omdat ik tegenwoordig, tot mijn grote vreugde, maar zelden hoef te wassen op vakantie, wordt dat pak nu zowaar gebruikt. Zo af en toe wordt er eens een onderbroek of een shirtje gewassen. En bij uitzondering een handdoek, maar alleen als het echt moet. Inmiddels is het wasmiddel wat brokkelig geworden, en het pak wat verweerd, maar leegraken doet het tot op heden nog steeds niet.

Tijdens een warme dag vullen we eens op het gemak een teiltje met heet water, doen er een scheutje biotex in, en laten dat lekker inweken. Om vervolgens, ouderwets op het handje, dat kleine wasje te wassen en uit te spoelen. Et voilà, de geur van schone was aan je waslijn. Meestal draag ik, als ik mazzel heb, niet meer dan mijn bikini overdag en die sop ik ’s avonds onder de douche gewoon mee.

Tegenwoordig nemen mensen weleens een miniwasmachine mee op vakantie, ik kwam er een paar weken geleden eentje tegen. Hij paste net aan op een laag krukje. En gevuld met heet water en natuurlijk een scheutje wasmiddel, draaide hij urenlang geduldig rondjes. Tot die twee theedoeken en dat dweiltje schoon waren. Want veel meer dan dat, paste er echt niet in.

Biotex

Laat mij maar lekker ouderwets zijn, want ook dat vind ik romantiek, dat handwasje met die warme zon op mijn bol. Ik had tijdens die vakantie toch geen fluit te doen, en het scheelt ook weer een hoop nutteloos gesjouw van extra machinerie. Want dat huishouden, ook al ben ik er niet zo best in, dat komt thuis wel weer.

Van de afgelopen weken heb ik dus maar weinig was, toch weer een soort van hoera. Eenmaal thuis wachtte ons echter toch nog een wasmand die verre van leeg was, dat was ik voor het gemak vergeten. En tijdens onze afwezigheid was er ook een dochter uitgebreid in bad geweest, want dat heeft dat flatje van haar niet, zo’n bad. Dat leverde toch ook een slordig stapeltje handdoeken op, ik gok een stuk of vier. Ineens was het toch weer gewoon een bergje.

Gelukkig scheen de zon vandaag (want nog steeds geen droger). En ik heb hier thuis een kingsize wasmachine waar lekker veel inpast. Dus bij uitzondering vandaag maar huisvrouwerig gedaan, bij gebrek aan die kabouters 🙂 Gelukkig ben ik Japie niet tegengekomen!

Wilde plannen

Wakker worden met wilde plannen, als ik in dat hoofd van mij, weer eens iets heb bedacht, het gebeurd mij heel regelmatig. Vol enthousiasme spring ik dan uit bed en trappelend van ongeduld begin ik aan mijn dag. Want er valt nog zo veel te beleven, nog zoveel te zien, er is nog zo waanzinnig veel te ontdekken.

Hoofdschuddend wordt ik dan weemoedig aangekeken door die man van mij, want die wordt oprecht weleens wanhopig van mijn malligheid! Dan heb ik die nacht ervoor besloten om onze woonkamer anders in te richten( ik ben nog weleens wakker ’s nachts) en zit ik al om half zes, tippend van ongeduld, te wachten tot hij de deur uit gaat. Zodat ik voor mijn werk nog even bank, stoel, tafel, en accessoires een andere plek kan geven. In mijn hoofd stond het al goed, nu in de praktijk nog even organiseren.

Want die wilde plannen van mij, heb ik echt niet alleen op mijn vrije dag, helaas mag ik wel zeggen. Dan moet ineens, vandaag nog, de wc een ander kleurtje krijgen, wil ik persé dat daar een fotowandje komt of moet er ineens heel veel zooi naar de belt. Nu, onmiddellijk.

Fantasie

Soms is hij slachtoffer, dan heb ik iets bedacht voor ons huis en vraag ik of hij dat dan ‘even’ kan doen. Meestal is die klus een stuk ingewikkelder dan ‘even’, want qua technisch inzicht, mis ik echt een gen. Daar zit gewoon een gat, waar dat inzicht hoort te zitten.

Na dertig jaar samen verbouwen, heb ik wel het één en ander opgepikt inmiddels, dus helemaal onnozel ben ik niet meer. Maar nog steeds kan ik wel eens iets roepen, wat totaal onpraktisch is maar o zo leuk. Het werkt ook heus weleens op een positieve manier door hoor, die fantasie van mij. Toen we onverwacht vorig jaar op snuffelstage gingen bijvoorbeeld. Of toen we ineens, op die ene dag, de knoop definitief doorhakten en ons buscampertje kochten.

Maar daar werd ik dus vanmorgen mee wakker, met een wild plan. Hoe gaaf zou het zijn als er een fijne live-band zou zijn die straatconcerten zou geven. Want ik mis het zo vreselijk, bandjes kijken en biertjes drinken. Onmogelijk natuurlijk, maar ik zag het al helemaal voor me. Al onze buren swingend in hun voortuin, de buurtkindjes vol enthousiasme rondrennend, opgewonden van zoveel gezelligheid. Terwijl de senioren glimlachend, achter een eventuele rollator, meegenieten van weer eens wat reuring. En als ze nou gewoon op een rijdend podium zouden staan, die fijne band, dan zouden nog veel meer nabijgelegen buurtjes kunnen genieten van die heerlijke muziek. Topidee zeg ik. Schier onmogelijk, maar in mijn hoofd was het mogelijk en vooral heel erg genieten vanmorgen.

Ik sprak mijn ouders gisterochtend, even bijkletsen na onze vakantie. ‘Het is saai’ zei mijn vader hartgrondig. ‘Het leven is gewoon echt heel erg saai op dit moment’. En zo is het maar net, absoluut totaal geen fluit aan. En wij boffen nog, want we hebben alletwee een baan en zijn ook nog eens net op vakantie geweest. Maar als nog, wel een tikkie saai. Gelukkig barst ik soms uit mijn voegen door die levendige fantasie van mij, heb ik toch nog wat vertier in mijn leven 🙂