Bodypositivity

Ik las gister een post op linkedin, en hij blijft maar door mijn hoofd zingen. Waar ik alleen maar de kern las, van haar dappere en kwetsbare verhaal, lazen heel veel mensen blijkbaar hele andere dingen. De hoeveelheid negatieve reacties waren voor haar ongetwijfeld overweldigend.

Net als alle negatieve reacties, op de foto van Linda op haar eigen voorpagina. Gevoelsmatig vond half Nederland er iets van, en daar zat een hoop vreemds tussen, en een hoop onbegrijpelijks. Ik vond het alleen maar een mooie foto. De verhalen dat ze zichzelf te dik vond, heb ik ook gelezen. Toen ik de foto zag dacht ik alleen maar: ‘niks mis mee, prachtige bikinifoto’. Twee mensen die beide hun innerlijke en uiterlijke kwetsbaarheid posten op social media, en een golf aan reacties ontketenen.

Kritisch

Toen ik jong was, lagen we topless te zonnen. Daar was niks mis mee, de meeste jonge meiden deden dat. We schaamden ons toen veel minder voor onze lijven, zo voelt het wel tenminste. Ik doe het nog steeds weleens, op een stil plekje, maar gebruikelijk is het niet meer. Mijn lijf is allang geen twintig meer, ik verstop het dus maar liever. Ik vind het truttig van mezelf, en toch doe ik het.

Blijkbaar ben ik er net zo gevoelig voor, want ik ben eenenvijftig inmiddels.

Laat staan hoe het voor dat jonge spul is. Die zitten tegenwoordig volop aan de #botox, en laten ook aan hun prachtige jonge gezonde lijven sleutelen. De reclames met fitnessprogramma’s en HET dieet om van die extra kilo’s af te komen, vliegen je om de oren. Het is een constant streven naar perfectie, maar naar welke perfectie eigenlijk? De gephotoshopte foto’s op social media? Ik vind het soms al lastig om dat naast me neer te leggen, laat staan als je nog jong en onzeker bent. We zijn altijd maar zo kritisch op onszelf. Geen wonder dat je dan wat wiebelig en onzeker wordt.

Als ik in mijn blootje voor de spiegel sta, zie ik ook gerust dat er best een kilo of vijf af mag. Om vervolgens weer gezellig een flesje rood open te trekken en er een toastje dubbelgeroomde brie naast te zetten. Ik ben blijkbaar teveel een levensgenieter, om op zo’n moment aan een worteltje te knagen. Dat er mensen zijn die daar iets van vinden zijn er ongetwijfeld ook, het zij zo.

Dat bracht me trouwens wel op een idee, op die heerlijke relaxte zondagmiddag 🙂

kritisch

Proost!

Bijna….

We mogen weer, bijna. Op zwerftocht. Nieuwe avonturen beleven en mooie herinneringen verzamelen. Zoals we wel vaker doen, alleen nu wat langer. Het zorgt altijd weer voor een totaal andere dynamiek in huis. We maken ons op voor een maand in een ander deel van de wereld, en dat is altijd best spannend. Ik ben een huismus namelijk, thuis is vertrouwd en bekend, thuis is lekker. Maar ik vind het ook altijd zalig om me onder te dompelen in nieuw en anders, het is als een soort mini-ontdekkingstocht naar jezelf. Want al die nieuwe mensen en die andere omgeving haalt je uit je comfortzone. Het is ook altijd een verrijking.

Naast het klaarleggen van de paar handige dingen die mee moeten zoals schone kleren en wat boodschappen voor de eerste dagen, moet ook ons busje weer worden omgetoverd tot volledig ingerichte camper. In ons geval betekend dat alleen maar dat we ons bed op moeten maken. We zorgen dat de gasflessen gevuld zijn en dat de ruimte onder ons bed en alle hoeken en gaten nagelopen moeten worden. Want ook al is ons busje misschien niet groot, we vinden altijd onverwacht weer van alles.

camperbusje

De liefste waagt de sprong, dapper als hij is, en komt al snel tot de conclusie dat ik de verzamelaar ben van ons tweeën. Na een uur stapt hij uit ons camperbusje met geel gearceerde routekaartjes, een lekkende pen, dat boek dat ik kwijt was, een vergeten polaroidfoto van ons tweeën terwijl we de slappe lach hebben, volledig uitgedroogde handywipes en volgens hem’ 27 aangebroken keukenrollen’. Ik schiet in de lach. Zo’n keukenrol, je verwacht het niet maar ze zijn waanzinnig praktisch, voor van alles. Dus gebruik ik ze te pas en te onpas, maar klaarblijkelijk wel steeds een andere.

Een goed uur later zijn we klaar, en staat ons schatje glimmend na een goede wasbeurt klaar om met ons mee te reizen. Nog even geduld. Klaar voor een maand op ontdekkingsreis door een gebied van soms ruige, maar altijd wonderschone natuur. Waar we wellicht kunnen wildkamperen, ons onder kunnen dompelen in overweldigende schoonheid, en waar we weer echte stilte gaan ervaren. Ik kan niet wachten.

Alle kleine beetjes

Met een druk op de knop, is de hele wereld binnen handbereik. Maar door al die toegankelijkheid, worden we zo ongeveer doodgegooid. Met elke mening van ongeveer iedereen, over ongeveer iedereen. Luchthartig iets roepen lukt niet meer, het blijft uit ten treure rondgaan op het web. En ik wordt er oprecht doodmoe van. Elke dag geconfronteerd worden met mensen, die een ander probeer te overtuigen van hun gelijk. Social media, krantenberichten, een nimmer eindigend vicieus cirkeltje.Onze verdraagzaamheid verdwijnt.

Want blijkbaar overtuig je zo iemand die overtuigd is van zijn eigen gelijk. Drammen en herhalen.

Verdraagzaamheid

Ik zei het al eerder, maar zo voel ik het oprecht. We luisteren niet meer naar elkaar, we zijn alleen nog maar verbolgen. In een constante staat van verontwaardiging, over ongeveer alles. Dag na dag kauwen we alles nog eens uit en door, wordt het nog maar eens opgedrongen, of je wil of niet. Negativiteit in het kwadraat.

Vanmorgen vroeg zat ik op de fiets naar mijn werk, ochtendzonnetje op mijn bol, muziekje op mijn oren. Richting het stoplicht, gaf ik een auto voorrang, die moest afslaan. Ik glimlachte een big smile toen ze me voorbij reed, ik kreeg een stralende terug. Positiviteit leid soms tot heel veel prachtigs. De rest van de weg kreeg iedereen die ik tegen kwam dezelfde stralende glimlach, en onveranderlijk kreeg ik een glimlach terug, echt van iedereen.

De wereld verwordt tot een chagrijnig stuk vreten, met de dag intoleranter en akeliger, en toenemend agressief naar elkaar. Om niks, om alles. Zoeken we de vrijheid om onszelf te zijn, door herhaaldelijk te ageren tegen anderen? Is het onze eigen onzekerheid of ontevredenheid die we projecteren op anderen, en eigenen we onszelf daarom het recht toe om anderen pijn te doen, op welke manier dan ook? Vinden we onze gekwetstheid of ongemak, een vrijbrief voor ongeveer alles? Wijzen we af, wat we niet begrijpen?

Dat kleine beetje van vanmorgen, ik deel het ruimhartig. Het is mijn oprechte bijdrage aan wat meer positiviteit op deze wereld, wat meer tevredenheid, wat meer tolerantie. Elke druppel helpt, elke glimlach.

Dusse…..glimlachje iemand? Hij is volledig gratis!

Voorpret

Een van de leukste dingen van op vakantie gaan, is toch wel de voorpret. Ik hoor je denken ‘dat is een beetje raar Cynt’. Maar ik vind het serieus waar een belangrijk onderdeel. Die vakantie ‘an sich’ duurt tenslotte maar even, door die voorpret smeer ik hem heerlijk uit.

Tijdens de herfst beginnen we alvast met voorproeven, welke kant gaan we op volgend jaar. Dat zijn de speldenprikjes waarbij ik alvast wat kan wegdromen, op een druilige dag onder mijn dekentje, kop thee bij de hand.

Naarmate de winter vordert, vorderen ook onze vakantieplannen. Er is maar weinig dat we echt plannen. We kiezen de richting die we op willen en soms rolt daar nog een mooie route uit, die we zouden willen rijden. De campings die we aan doen, dat gaat volledig op de bonnefooi, onderweg vinden we altijd wel een fijn plekje. Die paar genietplekjes uitgezonderd. Sommige fijne campings doen we, als we in de buurt zijn, altijd even aan.

Tijdens de afgelopen maanden was dat anders, die voorpret hebben we maar opzij geschoven. Want in een wereld vol onzekerheden, kan je maar beter je verwachtingen temperen, dat doe ik wel tenminste. Gevalletje omdenken in mijn geval, ik ging me heerlijk onderdompelen in de herinneringen. Scrollend door onze vakantiefoto’s was ik weer even daar, op die fijne plekjes. Samen met de liefste, in ons schatje, rijdend langs heel veel natuurschoon. Intens tevreden met de geneugten des levens. Wat in ons geval een fijn muziekje, een verse baguette en elkaars gezelschap betekend.

Vakantie

vakantie

Sinds we ons buscampertje kochten, een jaar of vier geleden, hebben we er al zoveel mooie avonturen mee beleefd. Klein stukje rijden, een fijn plekje zoeken, beetje in de zon relaxen. Geen spetterende uithoeken bezocht, maar wel ontzettend veel prachtige plekken gezien.

In september proberen we nog even te gaan, als het nog kan en de wereld niet weer op slot moet. Heel voorzichtig zijn we alvast aan de voorpret begonnen, je weet maar nooit tenslotte.

Eeuwige verbouwing, de kers

Mijn enthousiasme, het is een zegen en een vloek. Want ik mis soms een beetje dat gen, dat inziet dat niet alles kan, wat ik in mijn hoofd heb. Tikkie onnozel soms.

Ik denk weleens dat ik daarom met een man ben getrouwd, die soms voor mij het onmogelijke mogelijk maakt. Heerlijk is dat. Wat zijn ogen zien, maken zijn handen. En dat wordt hij ook weleens gruwelijk zat natuurlijk, maar dat is een andere discussie.

Zelf klussen

Afgelopen week had ik een verrassing bedacht. Als kers op de taart, voor die handige vent van mij. Leuk, dacht ik. Want na heel veel jaren dromen en klussen aan ons huis, begint dat paleis eindelijk voltooid te raken. Die enorme tuin, was ons laatste project. En ook al hebben we het echt allemaal samen gedaan, het uitdenken stond ook op zijn lijstje. Geen sinecure, je eigen huis verbouwen, je kan het maar één keer volledig verkloten zeg maar.

zelf klussen

Had ik iets eenvoudigs bedacht? Nee natuurlijk niet, ik wilde een echt geweldig mooie picknicktafel achter. Hoe ik dat enorme ding onze tuin in krijg, daar had ik verder niet over na gedacht. Kwam vast goed, dacht ik bij mezelf. Onnozel, daar heb je hem weer.

Dat die gedachte een lichtelijke misvatting was, tja, dat hadden jullie inmiddels vast begrepen. De verassing was compleet, dat wel. En hij staat geweldig, dat ook. Met dank aan de meneer die hem aan ons verkocht, en heel veel lieve, sterke buurmannen. Want het was wel een dingetje, om dat loodzware ding door onze ietwat ‘pittoreske’ poort te vervoeren.

We vierden dit weekeind, met heel veel koude biertjes, aan die waanzinnig mooie stoere tafel, dat die verbouwing officieel ten einde is. De afgelopen negen jaar zijn er ontelbaar veel containers puin afgevoerd. Van boven naar beneden is nu bijna alles in ons huis vernieuwd. Hebben we gevloekt, gejankt en bij tijd en wijle gedacht waarom we dit toch wilden, dit oude onooglijke hok.

Vanmiddag lag ik in mijn hangmat om me heen te kijken en ineens wist ik weer waarom 🙂

Zo vaak als mogelijk

Zodra het een weer een beetje fijn is, gaan we erop uit. Het liefst elk weekend. De lange weekeinden zijn dan een soort bonus, want dan kunnen we iets langer weg. Pasen, Pinkster, Hemelvaart, ons busje staat dan trappelend van ongeduld voor de deur. Met een gevuld koelkastje, en de noodzakelijke flesjes wijn, vliegen we er na het werk meteen vandoor. Nederland kent zoveel mooie plekjes.

Dat pinksterweekeind zag het weer er niet heel spectaculair goed uit, maar we gingen toch, de zin won het van de weersvoorspellingen. We kwamen uit bij camping Veerhof, klein maar heel erg fijn. Eenvoud en schoonheid. Het sanitair is wat verouderd, maar voor een paar dagen is het prima te doen. Het natuurkampeerterrein is schitterend, en we kregen echt een geweldig plekje toebedeeld. Helemaal aan het einde van de camping, met vrij uitzicht rondom.

Prachtig uitzicht vanaf onze kampeerplek!

Houtkacheltje

De eerste dagen waren zalig, prachtige zonsop- en ondergangen, en een leuke omgeving om te fietsen, dus we vermaakten ons opperbest. Tot die zondag, toen sloeg het weer dramatisch om. Wind en regen hadden vrij spel, juist omdat we zo lekker open stonden. Eigenlijk zouden we die dag een fluisterbootje huren, maar dat hebben we maar gelaten.

De campingeigenaren zijn van het doorgewinterde soort, en niet voor één gat te vangen. Als oplossing voor dat, soms onvoorspelbare, Nederlandse weer, verhuren ze houtkacheltjes. En die vonden gretig aftrek bij alle andere campinggasten.

Potje genieten.

Stiekem houden we wel van een beetje afzien Het filmpje dat we die middag gemaakt hebben, met dat vieze weer, vinden we nog steeds hilarisch. Ingesnoerd in onze warme vesten, met een wijntje bij die houtkachel, hebben we de slappe lach om helemaal niks. Elke dag vlekkeloos wordt toch ook snel saai tenslotte 🙂 Met die een paar flesjes wijn, fenomenale uitzichten en dat heerlijke kacheltje, werd het een memorabel kampeerweekeind.

Onze zin om weer op avontuur te gaan moeten we nog even beteugelen maar ergens de komende weken gaan we voor ons eerste kampeerweekeind. Desnoods weer met een houtkacheltje!

Oh lala, le pèage

‘Frankrijk is fantastisch, er zouden alleen geen fransen moeten wonen’ zei mijn vader altijd. Als ik toch een euro kreeg voor elke keer dat hij dat hardop zei, had ik nu een heerlijk gevulde bankrekening gehad. Maar elk jaar ging hij weer, minstens een week of tien.

Liefde voor Spanje

Wij sloegen Frankrijk het liefste over, Spanje was onze grote liefde. Dat enorme land was een noodzakelijk kwaad, waar je nou eenmaal doorheen moest om naar Spanje te komen. Tot we een aantal jaar geleden volledig van gedachten veranderden.

Savoy

Eindelijk op zwerftocht

We hadden ons busje net gekocht en hadden dat jaar een maand vakantie genomen. We zouden een zwerftocht gaan maken, op de bonnefooi, gewoon zien waar we terecht zouden komen. En in alle eerlijkheid, de diversiteit aan franse natuur trok onweerstaanbaar. Ruige alpen, zee en strand, de Provence, de Ardèche. Teveel om op te noemen, en wij wilden het zien en het liefste allemaal.

Frankrijk

Het werd een fantastische vakantie en ik sloot de fransen ruimhartig in mijn hart. Alleen die tolpoortjes, Mama Mia, die tolpoortjes. Oprecht paniekaanvallen krijg ik ervan. Zodra ik dat bord langs de kant van de weg zie, dat er een pèage aankomt beginnen mijn handen zweterig te worden. Nerveus hou ik mijn pasje paraat en speur ik naar de snelste rij. Kansloos natuurlijk, wij belanden steevast in de langzaamste. De mensen voor ons willen altijd met kleingeld betalen, of snappen het niet, of gebruiken ongeldige pasjes. Als het niet om te janken zou zijn, zou ik elke keer van het lachen in mijn broek piesen.

Mon dieu!

Slagbomen die naar beneden komen tussen de frames van onze fietsen, die achterop de auto staan. Rijen die bij nader inzien toch geen rijen, zijn zodat je moet invoegen en niemand je ruimte geeft. Rode kruizen en ellende in het kwadraat. Het overkomt ons steeds weer. Meerder jaren probeerden we zo’n tolbadge, dan zouden we snel door kunnen rijden. Maar zeer regelmatig deed de sensor gewoon niks en stonden we verloren voor die kloterige tolpoortjes die niet open wilden.

Frankrijk, tu est mon amour, avec tout mon coeur. Maar die tolpoortjes, on peut me les voler 🙂

Altijd opvallend

Mijn oma was groot, op hun trouwfoto steekt ze dan ook boven mijn opa uit. In die tijd was in het wit trouwen niet gebruikelijk, oma stond dan ook heel statig en trots rechtop te stralen met een bontje om haar schouders.

Naast mijn dikke bos krullen, gaf oma ook haar lengte aan mij door. Nu zijn lange vrouwen in Nederland nogal gewoon, maar in het buitenland was ik soms een echte bezienswaardigheid. Zoals één van de ‘mijn’ meelezende dames al opmerkte,’ in Italië zijn de meeste mannen niet zo groot‘. Met mijn blonde lokken viel ik nogal in het oog tijdens mijn puberjaren, soms tot verdriet van mijn ouders.

Passende kleding was best een uitdaging, getailleerde kleding met name. De taille van mijn gezellige truitjes zat altijd op een lachwekkende plek, richting mijn boezem. Van enkellange jurken kon ik alleen maar dromen, die waren steevast te kort. Leuke schoenen of hippe setjes, allemaal niet voor Cynt weggelegd. Vroeger tenminste, want tegenwoordig is het al vele malen beter hoor.

Lang

Maar kort en goed, het is voornamelijk cosmetisch, want wie is er nou echt altijd 100% tevreden met zichzelf. Langzaam maar zeker leer ik liever te zijn voor mezelf en dat het zoveel jaar heeft geduurd is eigenlijk belachelijk.

Als ik een rondje ga hardlopen, zou ik wensen dat ik een elegante hinde ben. Ik ben me dan extra bewust van dat lange lijf. Toch ga ik. Heel vroeg in de ochtend, dat wel, maar ik doe het. Zoals iemand laatst tegen me zei: ‘ik zit in een rolstoel en zou wensen dat ik ook weer lang kon zijn en rechtop kon staan. Fier en trots’. Heel begrijpelijk en dat zette mij weer even met beide voeten op de grond ten aanzien van mijn eigen geneuzel.

Dus leer ik steeds beter te doen wat goed voelt voor mij, met mijn hele grote, lange lijf. Want door die lengte is er lekker veel om van te houden (of om je mateloos aan te irriteren)

Ik zeg win-win, wat jij 🙂

Kind bij je in bed?

Ik kom uit een warm nest, en wij konden vroeger altijd troost zoeken bij onze ouders. Ik weet gewoon niet beter dan dat ik altijd welkom was, ook midden in de nacht.

De keren dat ik tijdens ziek zijn of na angstige dromen, veilig tussen mijn vader en moeder in bed kroop, zijn ontelbaar. Of de zondagochtenden die grote zus en ik bij pap en mam in het grote bed lagen. Ik bij papa, want ik lag altijd muisstil, grote zus bij mama want dat was een draaikont. Dankzij mij kon papa mooi nog wat soezen op de vroege ochtend. Vaderdag, moederdag, als ik jarig was, ik stond altijd vroeg naast hun bed. Standaard te opgewonden om in mijn eigen bed te blijven liggen.

Onze meiden mochten, net als ik vroeger, ook bij ons in bed als ze daar behoefte aan hadden. Ik las er weleens wat over, over ouders die tot waanzin werden gedreven door hun kleintjes die steeds maar tussen die ouders in wilden slapen. Wat dat betreft hadden wij het getroffen, het was altijd maar voor even.

Troost

Toen ze groter werden heb ik regelmatig een nachtje bij onze dochters op de kamer geslapen. Toen onze jongste een lelijke breuk in haar pols had bijvoorbeeld, en ze nog een spalk droeg. Midden in de nacht hielp ik haar met plassen en mijn aanwezigheid was tegelijk ook troost. Of als ze hele hoge koorts hadden en ik een oogje in het zeil wilde houden. Mama in de buurt was fijn en bij hen in de buurt zijn gaf mij ook rust.

Ik las vanmorgen een artikel in de krant, dat een gezin gered was, doordat een van de kinderen midden in de nacht bij zijn ouders in bed was gekropen. Zo werd brand in hun huis ontdekt, hoe bijzonder is dat.

Donkere nachten alleen met pijn of verdriet kunnen heel spannend zijn. Ik ben blij dat ik dan een troostende factor was. Onze meiden zijn hele zelfstandige dames geworden dus kwaad heeft het ze niet gedaan. Je kind warmte en troost bieden, wanneer dan ook, ik geloof erin.

Zorg verdient beter

Met haar rug naar me toe zit ze stil in haar stoel, haar schouders zijn hoog opgetrokken. Het ongemak straalt uit haar gespannen houding, ze is benauwd en ademhalen gaat moeizaam.
Rustig groet ik haar goedemorgen en ik loop ruim om haar stoel heen, zodat ze me kan zien. Op veilige afstand glimlach ik vriendelijk, naar ik hoop geruststellend, en vertel dat ik haar medicijnen ga pakken. Vervolgens verstop ik mijn glimlach achter mijn mondkapje.

Kalm dien ik haar medicatie toe, en moedig haar aan vooral rustig te inhaleren. Stil zit ik naast haar en na een aantal minuten zie ik de eerste tekenen van opluchting. Vanachter dat mondkapje blijf ik rustig praten, mijn glimlach ziet ze hopelijk ook in mijn ogen, maar het liefst gooi ik hem af. Voor haar bescherming hou ik hem natuurlijk op, maar iemand vanachter dat scherm geruststellen is pijnlijk lastig.

Na een stief kwartiertje doet de combi medicatie zijn werk, ze glimlacht en krijgt weer praatjes, ik zie opluchting, ontspanning. Ik ga op afstand zitten en doe mijn mondkapje af. We praten wat en nu ze minder benauwd is, neemt de verwardheid in haar ogen ook wat af.

Als je dementie hebt, en je dan ook nog benauwd wakker wordt, is de wereld even heel angstig, met die mist in hoofd en longen, mist die zich maar niet lijkt op te lossen. Hoe eenzaam moet dat gevoeld hebben, ongrijpbaar, als je niet kan vatten wat er gaande is.
Zacht verzorg ik haar verder, maak ontbijt, heb ik aandacht voor haar alleen, tot ik verder moet.

Ondergewaardeerd

Ik moet denken aan het applaus dat we kregen, en aan alle collega’s die dagelijks buffelen in de zorg, ook buiten de ziekenhuizen. En dat blijven doen, elke dag opnieuw. Het zijn voor iedereen spannende tijden, maar voor de directe zorg toch net iets meer.

Als ik alles heb opgeruimd zeg ik haar gedag, ontspannen zit ze achter een door mij gezette kop koffie. We glimlachen naar elkaar en met een laatste zwaai vertrek ik.

Ik vind er het mijne van, van al die ontwikkelingen, maar ik weiger cynisch te worden of te verzuren. Er valt weinig meer te verwachten van de politiek behalve loze beloftes en lege stemmingen. Waar grote bedrijven grote geldbedragen geïnjecteerd krijgen, blijft de zorgwereld op zijn tandvlees doorworstelen. Ik doe mijn werk, met liefde, omdat zij dat verdiend. Dat ook de zorg meer verdient, maar ondergewaardeerd zal blijven, doet me meer pijn dan ik ooit kan uitleggen….